ECLI:NL:GHSHE:2023:1875

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
200.311.775_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een zorg- en omgangsregeling voor een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een eerdere beschikking van de rechtbank die hem het recht op een zorgregeling met zijn minderjarige kind heeft ontzegd. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.P.M.A. Laeyendecker, is van mening dat deze beslissing onterecht is en heeft verzocht om een zorgregeling. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.F.L.A. van der Vegt-Boshouwers, heeft eveneens haar bezorgdheid geuit over de omgangsregeling en staat achter contact tussen de vader en het kind, mits dit op de juiste wijze wordt vormgegeven.

Het hof heeft in een eerdere beschikking van 11 mei 2023 partijen verzocht om zich uit te laten over de benoeming van een bijzondere curator. Beide ouders hebben ingestemd met deze benoeming, wat het hof noodzakelijk acht in het belang van het kind, gezien de belangenstrijd tussen de ouders. Het hof heeft mr. drs. [bijzondere curator] benoemd als bijzondere curator, met de taak om de belangen van het kind te behartigen en om advies uit te brengen over de contactregeling tussen het kind en de vader.

Het hof heeft de bijzondere curator verzocht om een verslag uit te brengen over haar bevindingen en om advies te geven over de contactregeling. De ouders zijn verplicht om de bijzondere curator te ondersteunen in haar werkzaamheden. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en verdere beslissingen worden aangehouden in afwachting van het verslag van de bijzondere curator.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 8 juni 2023
Zaaknummer: 200.311.775/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/347170 / FA RK 19-2692_2
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. A.P.M.A. Laeyendecker,
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. C.F.L.A. van der Vegt-Boshouwers.
Deze zaak gaat over : [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] .
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.
In het kort: de vader is het er niet mee eens dat de rechtbank hem het recht op een zorgregeling met [minderjarige] voor onbepaalde tijd heeft ontzegd.

5.De beschikking van 11 mei 2023

Bij die beschikking heeft het hof partijen verzocht zich binnen twee weken na datum beschikking uit te laten over het voornemen van het hof een bijzondere curator te benoemen, alsmede over de vraagstelling die aan de bijzondere curator wordt voorgelegd.
Daarnaast heeft het hof de vader niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van zijn verzoek een deskundige te benoemen.

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

6.1.
Het hof heeft na het wijzen van de beschikking van 11 mei 2023 de volgende stukken ontvangen:
- het V8-formulier van 16 mei 2023 van de advocaat van de vader, met bijlage, ingekomen bij het hof op diezelfde datum;
- het V6-formulier van 22 mei 2023 van de advocaat van de moeder, met bijlage, ingekomen bij het hof op diezelfde datum.

7.De verdere beoordeling

7.1.
De vader heeft – kort samengevat – aangevoerd in te stemmen met de benoeming van een bijzondere curator. De vader doet een suggestie ter aanvulling van de vraagstelling.
7.2.
De moeder heeft – kort samengevat – aangevoerd in te stemmen met de benoeming van een bijzondere curator. Ook de moeder doet een suggestie ter aanvulling van de vraagstelling. De moeder benoemt verder dat zij zich niet kan vinden in de overweging van het hof ten aanzien van de vermeende echtscheidingsproblematiek. De moeder staat achter contact tussen [minderjarige] en de vader als dat op de juiste wijze wordt vormgegeven.
7.3.
Het hof stelt vast dat de moeder en de vader allebei instemmen met het voornemen van het hof een bijzondere curator te benoemen. Het hof zal hiertoe overgaan, omdat het hof dit op grond van artikel 1:250 BW noodzakelijk vindt in het belang van [minderjarige] gelet op de belangenstrijd die er speelt tussen [minderjarige] en de ouders. Het hof verwijst hierbij volledigheidshalve naar hetgeen door het hof is overwogen in de beschikking van 11 mei 2023.
7.4.
Op grond van het voorgaande zal het hof mevrouw mr. drs. [bijzondere curator] , van [kantoor] , adres [adres] , [postcode] [kantoorplaats] , telefoonnummer: [telefoonnummer] , e-mailadres:
[e-mailadres], website:
[website], benoemen als bijzondere curator over [minderjarige] . Mr. [bijzondere curator] (hierna te noemen: de bijzondere curator) wordt verzocht de belangen van [minderjarige] te behartigen in deze, voor zover nodig zowel in als buiten rechte.
7.5.
Het hof verzoekt de bijzondere curator bij haar werkzaamheden de ‘Leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW’ in acht te nemen, bijlage bij de publicatie ‘Werkproces benoeming bijzondere curator o.g.v. art. 1:250 BW’, te raadplegen via www.rechtspraak.nl. Daarnaast acht het hof het van belang dat de bijzondere curator ervoor zorgt dat de belangen van [minderjarige] zo goed mogelijk worden belicht en dat [minderjarige] zich gehoord voelt.
7.6.
Het hof acht het in het belang van [minderjarige] dat de bijzondere curator meer specifiek tracht inzicht te krijgen in de antwoorden op de volgende vragen:
- Is contact tussen [minderjarige] en vader in het belang van [minderjarige] , zo ja, in welke vorm en wat is hiervoor nodig?
- Is [minderjarige] bereid en in staat om enigerlei vorm van contact met de vader te kunnen hebben?
- Zo ja, welke vorm van hulpverlening is hier eventueel voor nodig?
- Zo nee, welke vorm van hulpverlening is eventueel voor [minderjarige] nodig?
- Wat is er van de ouders, ieder voor zich, nodig om een vorm van contact te kunnen laten plaatsvinden tussen de vader en [minderjarige] en welke hulpverlening is hier eventueel voor nodig?
- Welke vorm van contact kan de bijzondere curator eventueel adviseren, zo nodig met een opbouw?
- Welke andere zaken zijn de bijzondere curator opgevallen en zijn volgens de bijzondere curator van belang om aan het hof voor te leggen?
7.7.
Het hof verzoekt de bijzondere curator om, gelet op de verzoeken die aan het hof voorliggen, een verslag uit te brengen omtrent haar bevindingen en vanuit het belang van [minderjarige] aan het hof te adviseren welke beslissing het hof dient te nemen over de (ontzegging van de) contactregeling.
7.8.
Het hof wijst er op dat de deskundige vanuit de professionele beroepsuitoefening gezien bij onderzoek en rapportage het navolgende in acht zal nemen:
( i) het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust;
(ii) het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden;
(iii) in het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke
gronden de conclusies van het rapport steunen;
(iv) het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, waaronder begrepen de gebruikte literatuur en de geconsulteerde personen; en
( v) de rapporteur blijft binnen de grenzen van haar deskundigheid.
7.9.
Het hof zal bepalen dat de advocaten van partijen de bijzondere curator van adres-, email- en/of telefoongegevens zullen voorzien, zodat zo spoedig als mogelijk afspraken kunnen worden gemaakt.
7.10.
Het hof wijst partijen erop dat zij de verplichting hebben aan de door de bijzondere curator in het kader van de aan haar verstrekte opdracht te geven instructies gevolg te geven en de bijzondere curator in staat te stellen in contact met [minderjarige] te treden. Slechts op verzoek van de bijzondere curator mogen de ouders zelf stukken aan de bijzondere curator doen toekomen.
7.11.
Het hof zal de bijzondere curator verzoeken om het verslag vóór
1 augustus 2023, of zoveel eerder als mogelijk,aan het hof te doen toekomen en partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om binnen twee weken na toezending van dit verslag door de griffier schriftelijk hun reactie op het verslag te geven.
7.12.
Gelet op de complexe materie merkt het hof met het oog op de van toepassing zijnde vergoedingsregeling inzake rechtsbijstand- en toevoegcriteria op dat de bijzondere curator in dit concrete geval aanspraak kan maken op de hogere vergoedingsregeling in de zin van art. 6 lid 2 van de Regeling toevoeging bijzondere curatoren, nu er sprake is van uiteenlopende belangen en complexe kind-eigen problematiek.
7.13.
Het hof zal iedere verdere beslissing in afwachting van de rapportage van de bijzondere curator aanhouden. Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

8.De beslissing

Het hof:
benoemt mr. drs. [bijzondere curator] , [kantoor] , adres: [adres] , [postcode] [kantoorplaats] , telefoonnummer: [telefoonnummer] , e-mailadres: [e-mailadres] , website: [website] , tot bijzondere curator in de onderhavige procedure ten behoeve van de belangenbehartiging van [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] , met de taakomschrijving als hiervoor beschreven;
verzoekt de advocaten van partijen de bijzondere curator per omgaande van adres-, email- en/of telefoongegevens van de ouders, alsmede van het BSN-nummer van [minderjarige] te voorzien;
bepaalt dat de griffier van dit hof:
  • er voor zorgdraagt dat de bijzondere curator een afschrift van de beschikking krijgt;
  • er voor zorgdraagt dat de bijzondere curator de beschikking krijgt over alle door het hof relevant geachte stukken;
  • een afschrift van het verslag van de bijzondere curator aan partijen en de raad zal toezenden;
draagt de bijzondere curator op verslag uit te brengen
vóór 1 augustus 2023, of zoveel eerder als mogelijk;
bepaalt dat partijen tot uiterlijk twee weken na toezending van het verslag van de bijzondere curator schriftelijk kunnen reageren;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.M. Bossink, C.D.M. Lamers en
M.J.C. van Leeuwen en is op 8 juni 2023 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.