ECLI:NL:GHSHE:2023:1971

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
200.318.521_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van hoger beroep in familiezaken met betrekking tot ontvankelijkheid

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de man is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 5 augustus 2022. De man heeft op 4 november 2022 hoger beroep aangetekend, maar de mondelinge behandeling die gepland stond op 2 maart 2023 is niet doorgegaan vanwege lopende onderhandelingen tussen de man en de vrouw. Op 9 mei 2023 heeft de man het hoger beroep ingetrokken via een V4-formulier, en de vrouw heeft ingestemd met deze intrekking. Hierdoor is de mondelinge behandeling die op 9 mei 2023 gepland stond, eveneens niet doorgegaan. Het hof heeft vastgesteld dat de grieven van de man niet worden gehandhaafd, wat leidt tot de conclusie dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 15 juni 2023 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, en de beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 15 juni 2023
Zaaknummer: 200.318.521/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/02/382197 FA RK 21-621
in de zaak in hoger beroep van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. R.A. Remport Urban,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. J.A.M. Schoenmakers.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 5 augustus 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
De man is op 4 november 2022 in hoger beroep gekomen tegen voormelde beschikking.
2.2.
De vrouw heeft op 17 februari 2023 een verweerschrift ingediend.
2.3.
De mondelinge behandeling betreffende de ontvankelijkheid van het hoger beroep (in verband met een niet ondertekend en onvolledig beroepschrift), die gepland stond op 2 maart 2023 is niet doorgegaan in verband met de lopende onderhandelingen tussen de man en de vrouw.
2.4.
Bij V4-formulier van 9 mei 2023 heeft de man het hoger beroep ingetrokken.
2.5.
Bij bericht van 9 mei 2023 heeft de vrouw aangegeven in te stemmen met de intrekking van het hoger beroep door de man.
2.6.
Gelet op het voorgaande is de mondelinge behandeling betreffende de ontvankelijkheid die gepland stond op 9 mei 2023 niet doorgegaan.

3.De beoordeling

Het hof maakt uit voormeld bericht op dat de grieven niet worden gehandhaafd. Dit brengt mee dat man niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het verzoek in hoger beroep.

4.De beslissing

Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in het verzoek in hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans-Wijn, C.D.M. Lamers en
M.I. Peereboom-van Drunick en is in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.