In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, handelend onder de naam Technische Handelsonderneming, heeft onvoldoende onderbouwd dat hij een overeenkomst van opdracht namens een derde partij, Bouwgroep Base B.V., heeft gesloten. De appellant is als opdrachtgever gehouden het nog niet betaalde deel van de opdrachtsom van € 13.431,39 aan de geïntimeerde, Hoveniersbedrijf [zzz], te betalen. De procedure is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, die de vorderingen van de geïntimeerde tegen de appellant had toegewezen. De appellant voerde in hoger beroep aan dat de overeenkomst niet met hem, maar met Base was gesloten. Het hof oordeelde dat de appellant niet bevoegd was om de overeenkomst namens Base te sluiten en dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij namens Base handelde. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant in de proceskosten.