Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [de moeder], wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: de moeder,
- [broer II van betrokkene], wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] , hierna te noemen: [broer II van betrokkene] ,
- [de mentor], h.o.d.n. [organisatie] , gevestigd te [vestigingsplaats] , hierna te noemen: de mentor,
- [de stichting], gevestigd te [vestigingsplaats] , verzoeker in eerste aanleg, tevens verweerder in hoger beroep, hierna te noemen: [de stichting] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Voragen namens de betrokkene;
- [broer van betrokkene] ;
- de mentor;
- [GZ-psycholoog] als vertegenwoordiger van [de stichting] .
- het V-formulier van 10 juli 2023, waarin mr. Voragen zich onttrekt voor de betrokkene;
- het V-formulier van 13 juli 2023, waarin mr. Voragen zicht onttrekt voor [broer van betrokkene] ;
- het emailbericht van 25 augustus 2023, waarin mr. Voragen zich opnieuw stelt voor de betrokkene;
- het V-formulier met bijlagen van mr. Voragen d.d. 29 augustus 2023;
- het emailbericht van de bewindvoerder d.d. 31 augustus 2023, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de afwezigheid van de betrokkene tijdens de mondelinge behandeling.
3.De beoordeling
€ 350,- per maand aan de huur bijgedragen en tijdens haar verblijf bij [de stichting] zijn deze betalingen blijven doorlopen. De betrokkene wilde dit zelf, omdat de moeder anders niet in staat zou zijn om de woning aan te houden. Het gezin heeft elkaar altijd geholpen, zowel in financiële zin als in niet-financiële zin. [broer van betrokkene] zorgt met behulp van een PGB-budget volledig voor de moeder en hij beheert samen met de moeder de financiën. Hij draagt zelf niet bij aan de huur, omdat de moeder en de betrokkene daar bezwaar tegen maken en hij veel voor hen doet. De betrokkene heeft lichte hulp nodig, maar in beginsel kan zij alles zelf en staat de familie voor haar klaar. Zo brengt [broer van betrokkene] de betrokkene naar het [behandelcentrum m.b.t. geestelijke gezondheid] te [België] . [broer van betrokkene] ziet dat de betrokkene na twee behandelingen bij het [behandelcentrum m.b.t. geestelijke gezondheid] al vooruitgang heeft geboekt. Volgens de behandelaar van het [behandelcentrum m.b.t. geestelijke gezondheid] krijgt de betrokkene te zware medicatie en dient deze medicatie te worden afgebouwd.
4.De beslissing
24 januari 2023;