Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de tussenarresten van 28 juni 2022 en 2 mei 2023;
- de door [geïntimeerde] genomen memorie van antwoord met producties 20 tot en met 22.
9.De verdere beoordeling
- de op artikel 843a Rv gebaseerde incidentele vordering van [appellant] afgewezen;
- de beslissing over de proceskosten van het incident aangehouden tot aan de einduitspraak in de hoofdzaak;
- de hoofdzaak naar de rol verwezen voor memorie van antwoord;
- elke verdere beslissing in de hoofdzaak aangehouden.
- a. [geïntimeerde] was ten tijde van de inleidende dagvaarding in de onderhavige procedure (15 januari 2021) 32 jaar. Zij beschikt over een vermogen dat afkomstig is uit erfenissen van haar ouders en haar oma.
- b. Tot haar 21e jaar was het vermogen van [geïntimeerde] ondergebracht bij ING Bank. Volgens [geïntimeerde] heeft een tante dat voor haar gedaan, omdat zij zelf tot haar 21e niet over het vermogen mocht beschikken.
- c. Omstreeks 2009, toen [geïntimeerde] 21 jaar oud was, heeft zij haar vermogen ondergebracht bij de Rabobank. In de door [geïntimeerde] als productie 11 overgelegde eerste bladzijde van een brief van de Rabobank van 16 maart 2009 staat daarover onder meer het volgende:
Beleggingen
- Je hebt een beleggingsportefeuille bij de ING Bank, welke door hen wordt beheerd.
- Je wilt overstappen met deze portefeuille naar de Rabobank, en kiest voor Rabo Beheerd Beleggen.
- Ik heb de vragen uit het beleggingsinventarisatieformulier met je doorgenomen. Je kiest voor een neutraal doelrisicoprofiel;”
“Hierna vindt u een overzicht van de uitgangspunten en doelstellingen van uw effectenportefeuille. Deze uitgangspunten en doelstellingen hanteren wij bij het uitwerken van dit rapport. Bij “Risicobereidheid” staat het profiel dat volgt uit de antwoorden op de vragenlijst. Bij Gekozen risicoprofiel vindt u het profiel dat wij in dit rapport verder uitwerken. (…) U ziet verder de aanvangswaarde van uw vermogen, uw beleggingshorizon en uw doelvermogen aan het einde van uw beleggingshorizon.
- Risicobereidheid Neutraal
- Gekozen risicoprofiel Groeigericht
- Portefeuille Zonder alternatieve beleggingen
- Verwacht rendement 4,8% per jaar
- Te beleggen vermogen € 550.000 in februari 2016
- Doelvermogen € 1.000 rekening houdend met prijsinflatie
- Vermogensdoelstelling (Algemene) vermogensgroei
- Beleggingshorizon februari 2040 (24 jaren)”
- e. [geïntimeerde] heeft een deel van haar vermogen gebruikt voor de aankoop en de verbouwing van een woning voor haarzelf en haar partner. Volgens [geïntimeerde] is haar voor belegging beschikbare vermogen daardoor gedaald tot onder € 500.000,-- en moest zij om die reden weg bij Van Lanschot.
- f. [geïntimeerde] is via haar schoonouders in contact gekomen met [appellant] , die de financieel adviseur van haar schoonouders was.
- g. Op 26 januari 2020 heeft bij [geïntimeerde] thuis een gesprek plaatsgevonden waarbij [appellant] , [geïntimeerde] en haar partner [partner geïntimeerde] aanwezig waren. [appellant] heeft toen online de beleggingsportefeuille van [geïntimeerde] bij Van Lanschot ingezien en aan [geïntimeerde] meegedeeld dat het mogelijk was om minder beleggingskosten te hebben.
- h. Op 10 februari 2020 is [appellant] nog een keer bij [geïntimeerde] thuis geweest. [appellant] heeft [geïntimeerde] toen een vragenlijst laten invullen om haar beleggingsprofiel te bepalen.
- i. Bij brief van 15 februari 2020 heeft [appellant] aan [geïntimeerde] een brief gestuurd met de volgende inhoud:
Het vermogen beschouwen we als vrij vermogen, het te lopen risico zal maximaal neutraal tot matig offensief zijn. Dit betekent dat we op het totale vrije vermogen van € 465.000,= maximaal circa 30-40% in risicodragend kapitaal (aandelen) zullen investeren, dat wil zeggen: maximaal ca. € 165K
U heeft aangegeven met € 465k te willen starten conform bovengenoemd profiel;
Uw beleggingshorizon is tenminste 10 jaar;
De beleggingen vinden plaats in privé;
Om de kosten te minimaliseren en optimale spreiding te realiseren zullen we eveneens gebruik maken van trackers (ETF's).
- j. [geïntimeerde] heeft vervolgens haar beleggingsportefeuille bij Van Lanschot geliquideerd en op voorstel van [appellant] een rekening geopend bij de online broker De Giro. Zij heeft naar die rekening in totaal € 400.000,-- overgemaakt. Partijen hebben afgesproken dat [geïntimeerde] voor een bedrag van ongeveer € 15.000,-- zelf (tech)bedrijven zou uitkiezen waarin ze aandelen wilde kopen.
- k. Vanaf 21 februari 2020 heeft [geïntimeerde] belegd in de door haar uitgekozen aandelen.
- l. Op 24 februari 2020 heeft [geïntimeerde] haar gebruikersnaam en wachtwoord bij De Giro aan [appellant] ter beschikking gesteld. [appellant] heeft vervolgens voor [geïntimeerde] belegd in aandelen en opties.
- m. [geïntimeerde] volgde de ontwikkelingen van haar beleggingen via de site van De Giro. [appellant] en [geïntimeerde] communiceerden telefonisch en via WhatsApp over de beleggingen.
- n. De coronacrisis heeft in 2020 grote invloed gehad op de aandelenmarkt, met een dieptepunt in maart 2020, waarna herstel volgde.
- o. [appellant] heeft met de handel in opties voor [geïntimeerde] verlies geleden. Dit verlies heeft ertoe geleid dat hij aandelen uit de portefeuille van [geïntimeerde] heeft moeten verkopen.
- p. Op 5 mei 2020 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] geschreven:
“Vandaag heb ik besloten om mijn wachtwoord te wijzigen en de regie over mijn vermogen in eigen hand te nemen. Op dit moment heb ik geen vertrouwen meer in de strategie en de communicatie.”
- q. Op 5 mei 2020 heeft [geïntimeerde] haar wachtwoord bij De Giro gewijzigd. Met behulp van haar schoonfamilie heeft zij de resterende opties verkocht. Op 15 mei 2020 had [appellant] nog 16 opties in haar portefeuille.
- r. Bij brief van 8 september 2020 heeft de advocaat van [geïntimeerde] [appellant] aansprakelijk gesteld voor de geleden schade en hem gesommeerd om uiterlijk 22 september 2020 een bedrag van € 134.000,-- aan [geïntimeerde] te betalen.
- s. De advocaat van [appellant] heeft namens [appellant] iedere aansprakelijkheid afgewezen.
- dat [appellant] jegens [geïntimeerde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de gesloten overeenkomst, althans,
- dat [appellant] zich jegens [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gedragen, als gevolg waarvan [appellant] is gehouden de schade te vergoeden die [geïntimeerde] heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige gedraging(en), althans,
- dat [appellant] zijn zorgplicht heeft geschonden en dus toerekenbaar is tekortgeschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerde] ;
- De tussen [geïntimeerde] en [appellant] gesloten overeenkomst moet, met uitzondering van de door [geïntimeerde] zelf verrichte beleggingen voor een bedrag van ongeveer € 15.000,--, worden gekwalificeerd als een vermogensbeheerovereenkomst (rov. 4.2).
- Dat [geïntimeerde] heeft gezegd dat ze offensiever wilde beleggen dan het neutraal tot matig offensief profiel uit de brief van 15 februari 2020, staat niet vast (rov. 4.4).
- [appellant] heeft niet gehandeld conform het beleggingsprofiel en het voorstel van 15 februari 2020 om op het totale vermogen van € 465.000,-- maximaal ongeveer 3040% in risicodragend kapitaal (aandelen) te investeren, dat wil zeggen: maximaal ongeveer € 165.000,-- (rov. 4.5).
- [appellant] heeft onvoldoende onderzocht of [geïntimeerde] voldoende kennis en ervaring had om de risico’s verbonden aan het beleggen in opties te kunnen inschatten (rov. 4.9, eerste deel).
- [appellant] heeft niet aan de op hem rustende zorgplicht voldaan en met het beleggen in opties meer risico gezocht dan voor [appellant] toelaatbaar was. [appellant] had niet zonder meer mogen afgaan op de instemming van [geïntimeerde] met de belegging in opties. Hij had zelf moeten onderzoeken of het beleggen in opties wel bij [geïntimeerde] paste. Nu [appellant] dergelijk onderzoek onvoldoende heeft gedaan, heeft hij zijn zorgplicht jegens [geïntimeerde] geschonden. Zijn verweer dat hij met instemming van [geïntimeerde] in opties heeft belegd, baat hem dus niet (rov. 4.9, tweede deel).
- [appellant] is dus jegens [geïntimeerde] toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen. De in die zin gevorderde verklaring voor recht is toewijsbaar (rov. 4.10).
- [geïntimeerde] heeft door de koop en verkoop van opties in de periode van 20 maart 2020 tot 15 mei 2020 een verlies geleden van € 90.944,--. Dit bedrag is toewijsbaar (rov. 4.14).
- Met de koop en verkoop van aandelen is een verlies geleden van € 44.759,10. De verkoop van de aandelen met verlies was noodzakelijk om het verlies van de opties te dekken. Het verlies door de verkoop van de aandelen vloeit dus voort uit de belegging in opties door [appellant] . Daarom is ook het bedrag van € 44.759,10 als schadevergoeding toewijsbaar (rov. 4.15).
- De stelling van [geïntimeerde] dat zij een rendement van € 20.000,-- zou hebben behaald indien [appellant] haar vermogen op de afgesproken wijze zou hebben belegd, is onvoldoende onderbouwd (rov. 4.16).
- Uit het voorgaande volgt dat een hoofdsom van (€ 90.944,-- + € 44.759,10 =) € 135.703,10 toewijsbaar is (rov. 4.17).
- voor recht verklaard dat [appellant] jegens [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen hen gesloten vermogensbeheerovereenkomst;
- [appellant] veroordeeld om aan [geïntimeerde] € 135.703,10 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag met ingang van 8 september 2020.
“Bijlage 1: Rabobank Beheerd Beleggen Doelrisicoprofiel”. In de brief van 16 maart 2009 staat onder meer het volgende: