Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 26 september 2023;
- het H12-formulier van 22 september 2023 van de advocaat van de vrouw met producties 6 en 7;
- de akte uitlaten van 3 oktober 2023;
- het H16-formulier van 3 oktober 2023 van de advocaat van de vrouw met de verklaring van de bewindvoerder;
- de mondelinge behandeling gehouden op 4 oktober 2023.
6.De verdere beoordeling
vrouwvordert (in conventie):
manvordert (in reconventie):
vrouwvordert in hoger beroep:
manis van mening dat de vorderingen van de vrouw in hoger beroep moeten worden afgewezen.
hofzal de grieven per onderwerp bespreken.
rechtbankheeft geoordeeld dat het in het belang van beide partijen moet worden geacht om de woning met bedrijfspand toe te delen aan de man, waarbij de man de volledige hypotheekschuld en eventuele daaruit ontstane betalingsachterstanden op zich zal nemen. De vrouw dient uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te worden ontslagen. De rechtbank heeft de waarde van de woning met bedrijfspand bepaald op € 314.000,--, conform het taxatierapport van 9 oktober 2014. Indien de man niet slaagt in overname van de hypotheekschulden en ontslag van de vrouw uit hoofdelijke aansprakelijkheid daarvoor, zal de woning met bedrijfspand verkochten dienen te worden aan een derde. De rechtbank heeft ten slotte bepaald dat de vrouw een dwangsom verbeurd van € 250,-- per dag voor iedere dag dat zij na daartoe strekken verzoek van de man geen gevolg geeft aan de veroordeling onder 5.1 (zie hiervoor rov. 6.5) met een maximum van € 10.000,--.
vrouwop tegen dit oordeel van de rechtbank. Kort gezegd. stelt de vrouw dat de woning en het bedrijfspand moeten worden verkocht.
manheeft gereageerd op de grieven.
hofoverweegt als volgt.
vrouwop tegen het oordeel van de rechtbank over de ‘resterende’ schulden.
rechtbankheeft over de schulden overwogen:
vrouwhet volgende aan. Het is niet redelijk dat de kosten verbonden aan de woning vanaf 1 mei 2020 ook voor haar rekening komen. De man had immers de mogelijkheid om per 1 mei 2020 de woning met bedrijfspand te betrekken. Voor de gebruikerslasten in de periode dat de vrouw in de woning woonde, gold dat tussen partijen de afspraak dat deze kosten voor rekening van de man kwamen.
manheeft gereageerd op de grief. De schulden zijn tot op heden niet exact bekend.
hofoverweegt als volgt.
vrouwop tegen het oordeel van de rechtbank in rov. 4.4.4. dat de eenmanszaak aan de man wordt toegedeeld zonder verdere verrekening.
rechtbankheeft overwogen:
vrouwhet volgende aan.
manheeft gereageerd op de grief. De winst of verlies van de eenmanszaak over de periode tot aan de peildatum valt in de gemeenschap van goederen. Genoegzaam is aangetoond (met de door hem op 12 juli 2022 ingediende productie) dat het saldo op 23 april 2018 € 0,-- bedraagt. Ook heeft de man aangetoond dat er tussen 23 april (laatste transactie-overzicht) en 26 april 2018 (peildatum) geen transacties meer hebben plaatsgevonden, zodat aangenomen moet worden dat het saldo op de peildatum ook € 0,-- was. Enig ander actief was er niet (met uitzondering van het bedrijfspand). Er was geen sprake van enige inventaris. De waarde van de eenmanszaak staat gelijk aan de (niet) behaalde winst, zijnde € 0,--.
hofoverweegt als volgt.
vrouwkomt met grief 5 op tegen de beslissing van de rechtbank in rov. 5.6 dat de vrouw aan de man een bedrag van € 5.403,-- dient te vergoeden.
rechtbankheeft overwogen:
vrouwhet volgende aan.
manaan dat de vrouw drie verschillende verklaringen heeft afgelegd over de besteding van de verkoopopbrengst. Zo heeft zij bij de rechtbank verklaard gezegd dat zij hiermee hun zoons zal compenseren voor hun zakgeld. Daarnaast stelt zij dat de verkoopopbrengst is gebruikt voor levensonderhoud én, ten slotte, voor het voldoen van vaste lasten en schulden. Voor welk bedrag zij de machine heeft verkocht, heeft zij niet verteld. Dat het geld is besteed zoals de vrouw heeft aangegeven, is niet inzichtelijk gemaakt.
hofoverweegt als volgt.