Uitspraak
- ‘diefstal’ (parketnummer 03-120196-20 feiten 1 en 2 en parketnummer 03-068630-21 feit 2);
- ‘mishandeling’ (parketnummer 03-120196-20 feit 3 en parketnummer 03-273460-21 feit 4);
- ‘opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen’ (parketnummer 03-120196-20 feit 4);
- ‘handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie’ (parketnummer 03-259812-20 feit 1);
- ‘opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen’ (parketnummer 03-273460-21 feiten 1, 2, 3 en 5)
hij op of omstreeks 1 april 2020 te Geleen een handtas (met inhoud), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 9 maart 2020 te Geleen een bontkraag, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 9 maart 2020 te Geleen [slachtoffer 2] heeft mishandeld door pepperspray, althans een stof, die een irriterende en/of prikkelende en/of brandende, in ieder geval een schadelijke, uitwerking heeft op de slijmvliezen en/of de ogen en/of de mond en/of de huid en/of de ademhaling, in de ogen en/of het gezicht en/of in de richting van die [slachtoffer 2] te spuiten;
hij op of omstreeks 8 maart 2020 te Geleen opzettelijk en wederrechtelijk de gevel en/of de ruiten van een woning, gelegen aan [adres 2] , in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 17 oktober 2020 in de gemeente Maastricht een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukwapen voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 11 november 2020, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een gouden ketting, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk de achterportier van de personenauto Opel Insignia, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
hij op of omstreeks 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een personenauto Daihatsu type Sirion, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
hij op of omstreeks 26 april 2021, in de gemeente Maastricht, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar tegen het lichaam te slaan;
hij op of omstreeks 26 april 2021, in de gemeente Maastricht, opzettelijk en wederrechtelijk een achteruitkijkspiegel en/of een achterruit van een personenauto Volkswagen Polo, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
hij op 1 april 2020 te Geleen een handtas (met inhoud), die toebehoorde aan [slachtoffer 1] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 9 maart 2020 te Geleen een bontkraag, die toebehoorde aan [slachtoffer 1] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 9 maart 2020 te Geleen [slachtoffer 2] heeft mishandeld door pepperspray in de ogen van die [slachtoffer 2] te spuiten;
hij op 8 maart 2020 te Geleen opzettelijk en wederrechtelijk de gevel van een woning, gelegen aan [adres 2] , die toebehoorde aan [benadeelde 1] heeft beschadigd;
hij op 17 oktober 2020 in de gemeente Maastricht een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukwapen, voorhanden heeft gehad;
hij op 11 november 2020, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een gouden ketting die toebehoorde aan [slachtoffer 1] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk de achterportier van de personenauto Opel Insignia, die aan [benadeelde 2] toebehoorde, heeft vernield;
hij op 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die aan [benadeelde 4] toebehoorde, heeft vernield;
hij op 23 april 2021, te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een personenauto Daihatsu type Sirion, die aan [benadeelde 5] toebehoorde heeft vernield;
hij op 26 april 2021, in de gemeente Maastricht, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar tegen het lichaam te slaan;
hij op 26 april 2021, in de gemeente Maastricht, opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel en een achterruit van een personenauto Volkswagen Polo, die aan [benadeelde 1] toebehoorde heeft vernield.
(het hof begrijpt: hier en telkens hierna: de verdachte)op een scooter aan komen rijden. [verdachte] stopte voor mij, stapte van de scooter af en begon aan mijn tasje te trekken. Ik droeg mijn Michael Kors tasje dwars over mijn schouder. Ik was op dat moment bezig om mijn telefoon die ik in mijn vestzak had in mijn BH te stoppen. Dit omdat ik weet dat [verdachte] eerder al mijn telefoon heeft proberen te stelen.
Toen [verdachte] aan de schouderband van mijn tas aan het trekken was, probeerde ik mij te verdedigen. (…) Uiteindelijk brak de schouderband van mijn tas, waarna [verdachte] hem in zijn handen had. [verdachte] pakte zijn scooter en wilde wegrijden. Ik probeerde de scooter nog tegen te houden, maar dit lukte mij niet.
V: Wat heeft [verdachte] precies van je weggenomen?
A: Een handtas van het merk Michael Kors. De tas had een vorm van een soort van halve maan. Dit was een echte tas, ik heb de bon nog thuis liggen. In mijn tas zaten mijn sigaretten, nieuwe bedrade oortjes voor mijn telefoon van het merk Apple, mijn identiteitsbewijs en mijn pinpas.
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 april 2020, dossierpagina’s 128-131, inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: Wat heb je hierover te verklaren?
A: (…) Ik heb haar wel de tas afgenomen. (…) Ik heb toen ook weer met haar erna contact gehad en tegen haar gezegd dat ze de tas kon terug krijgen. Ik deed dit niet omdat ik de tas wilde stelen maar omdat ik wilde dat ze normaal tegen mij deed.
(het hof begrijpt hier en telkens hierna: [slachtoffer 2] ).Opeens zag ik [verdachte] op me af komen rennen. (...) Toen [verdachte] voor mij stond, duwde hij me meteen met twee handen tegen mijn bovenlichaam. Daarna trok hij aan mijn capuchon van mijn jas, waardoor hij het bont van de jas los trok. Dit gedeelte van de jas, heeft hij zich toegeëigend. Uiteindelijk zag ik dat hij pepperspray in zijn handen had en hiermee in mijn richting spoot. Ik draaide mijn gezicht weg, waardoor hij me niet geraakt heeft. Ik zag dat hij wel in de ogen van mijn vriend [slachtoffer 2] spoot en hem raakte. Ik zag dat [slachtoffer 2] niks meer kon zien en pijn had aan zijn gezicht. [verdachte] rende na dit incident weg met de andere jongens.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 april 2020, dossierpagina’s 132-141, inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: Hoe is dat precies gegaan die dag
(het hof begrijpt: op 9 maart 2020)?
A: Ik had met haar
(het hof begrijpt: aangeefster [slachtoffer 1] )afgesproken en zij kwam opdagen met een vriend. Ik heb een flesje water over de vriend gegooid die bij haar was waarvan hun zeggen dat het pepperspray was. Ik heb de capuchon gewoon losgetrokken.
A: Om naderhand met haar te kunnen praten. Ik heb erna ook gezegd dat ze deze capuchon gewoon terug kon krijgen.
V: Heeft ze de capuchon nu terug?
A: Nee.
Ik doe aangifte van vernieling want op 8 maart 2020 zag ik dat [verdachte] voor onze woning stond. Ik zag dat hij een doos met eieren in zijn handen had en ik zag en hoorde dat hij zeker 10 eieren tegen de gevel van onze woning gooide. Ik zag dat [verdachte] wegrende. De gevel van mijn woning is besmeurd met eieren. Dit is lastig schoon te maken. Er zitten smerige vlekken tegen mijn huis.
De ketting is mijn bezit en betreft een gouden ketting met een hanger met echte diamantjes als inleg. Het hangertje aan de ketting kan eraf gehaald kan worden. U liet mij foto's zien van de ketting die in de fouillering zat toen [verdachte] nog vastzat. Mijn moeder, vader alsook ikzelf bevestigen direct dat dit mijn ketting betreft. Alleen de hanger ontbreekt. Ik kan dit bevestigen omdat de ketting exact daar schade heeft waar [verdachte] de ketting van mijn nek trok toen ik mijn mobiele telefoon probeerde weg te stoppen.
(het hof begrijpt: aangever [benadeelde 2] ),welke deze vrijwillig aan de politie overhandigde. Bij het starten van het bestand, zag ik direct dat er links in beeld een zwarte Opel zichtbaar werd. Op de beelden is de achterzijde, bovenzijde en de linkerzijde van de zwarte Opel zichtbaar. Ik zag dat rechts naast de zwarte Opel, een blauwe kleurige personenauto geparkeerd stond. Ik zag dat beide personenauto's met de voorzijde van het voertuig richting de straatkant geparkeerd stonden. Ik zag dat nadat ik het bestand vier seconden had afgespeeld dat er twee personen, rechtsboven in beeld verschenen. Ik zag dat een van deze personen nadat het bestand zes seconden had afgespeeld, voor de voorzijde van de blauwe auto stond. Ik zal deze persoon verder aanduiden als 'persoon 1'. Ik zag dat de andere persoon op dat moment schuin achter persoon 1 stond. Ik zal deze persoon verder aanduiden als 'persoon 2'. Ik zag vervolgens dat persoon 1 in een versnelde pas richting de zwarte Opel liep. Ik zag vervolgens dat persoon 2 op dat moment schuin achter persoon 1 stond. Ik zag vervolgens dat persoon 1 en persoon 2 met hun rechterarm een bovenhandse strekworp beweging maakte. Ik zag dat beide personen op dat moment voor de rechterzijkant van de zwarte Opel stonden.
Ik zag dat beide personen zich vervolgens omdraaide en in versnelde pas wegrenden in de richting van de blauwe auto. Ik zag dat zij vervolgens uit beeld verdwenen.
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 23 april 2021, proces-verbaalnummer PL2300-2021060850-3, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
voorzijde van de woning van [benadeelde 4]
(het hof begrijpt: aangeefster [benadeelde 4] ). [benadeelde 4] woont op [adres 4] . Ik ken [benadeelde 4] van de straat. We maken zo nu en dan een praatje met elkaar. Ik hoorde een auto aan komen scheuren over de [straatnaam 4], komende vanaf de flats. Ik zag direct dat het geluid afkwam van een blauwe kleine Peugeot. Ik zag dat deze blauwe Peugeot scheurde en bruusk stopte ter hoogte van [adres 4] . ik zag uit de zijde van de passagierskant een jongen uitstappen en zag dat deze jongen de oprit opliep van [adres 4] . Ik hoorde direct een harde klap en zag dat deze jongen terugliep vanaf de oprit naar de blauwe Peugeot en dat hij vervolgens instapte aan de passagierszijde. Ik kan deze jongen als volgt omschrijven: blanke huidskleur, blonde haren, smal en mager en het viel mij op dat hij op een soort badslippers liep en - witte sokken droeg. Ik zag dat de blauwe Peugeot met snelheid wegreed in de richting van de rotonde.
7.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 23 april 2021, proces-verbaalnummer PL2300-2021060850-4, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :
Achternaam: [benadeelde 5]
(het hof begrijpt: [benadeelde 4] ). [benadeelde 4] is woonachtig op het adres [adres 4] . Mevrouw [benadeelde 4] heeft dezelfde auto als ik. Het betreft een Daihatsu type Sirion kleur beige (champagne). Ik ben vervolgens naar de motoragent gegaan en heb daar mijn verhaal verteld over de vernieling van mijn personenauto. Ik zag vervolgens dat bij mevrouw [benadeelde 4] de voordeur werd vernield met dezelfde steen als waarmee mijn auto werd vernield. Mevrouw [benadeelde 4] had namelijk de steen bewaard.
(het hof begrijpt: aangever [benadeelde 5] )aangeleverde beelden bekeken. De beelden zijn afkomstig van [adres 6] .
Aan de overkant van de straat staan 2 auto's geparkeerd. 1 blauwe auto ter hoogte van de achtertuin en 1 grijze auto links. De tweede auto is niet geheel te zien door de schutting. Alleen het voorraam, deel van het dak en linker buitenspiegel is te zien. Op 23 april 2021 rijdt er een blauwe auto langs, van links naar rechts. Op 23 april 2021 komt er een blanke man, korte blauwe broek, groen T-shirt en korte blonde haren het beeld in rennen, van rechts naar links. Ik zie dat de persoon stopt, maar het zicht wordt geblokkeerd door de schutting. Ik zie alleen zijn hoofd deels boven de schutting uitsteken. Ik zie dat er verder geen personen op de straat zijn. Ik zie een arm en hand boven de schutting uitkomen van de man. Ik zie dat hij een gooiende beweging maakt. Ik zie dat iets, onbekend wat, de voorruit van de grijze auto raakt. Ik zie dat de voorruit intact was en dat vlak na de gooiende beweging van de man de voorruit beschadigd raakt.
(het hof begrijpt: 26 april 2021)ben ik samen met een vriendin naar Mc Donalds gereden. We waren met de auto van mijn moeder
(het hof begrijpt: [benadeelde 1] ), een grijze Volkswagen Polo. Plotseling hoorde ik een klap en ik hoorde de meisjes op de achterbank schreeuwen. Ik keek in mijn achteruitkijkspiegel en zag dat mijn achterruit kapot was.
Ik zag toen mijn ex-vriend [verdachte] links van mij aan komen lopen.
Ik zat nog steeds achter het stuur met het raam van het bestuurdersportier was open.
Ik zag dat [verdachte] mijn portier open trok.
Ik voelde dat [verdachte] op mij in begon te slaan.
Ik voelde dat ik tegen mijn hoofd en tegen mijn buik werd geraakt.
Ik voelde hiervan pijn.
Ik zag opeens dat [verdachte] iets gooide naar mij.
Ik voelde dat ik tegen mijn hoofd werd geraakt.
Ik voelde hiervan pijn, links bovenop mijn hoofd.
Ik zag toen dat er een steen naast mij bij de auto op de grond lag.
Ik zag dat het een ronde platte steen was van ongeveer 10 centimeter.
Ik voelde toen dat [verdachte] mij met twee handen bovenaan bij mijn kleren, vlak bij mijn
nek vast pakte.
Ik voelde dat [verdachte] mij uit de auto wilde trekken.
Ik heb mij hiertegen verzet.
Ik voelde dat [verdachte] mij plotseling los liet.
Ik zag dat hij weg rende naar zijn auto.
Ik zag dat [verdachte] in zijn auto stapte en wegreed.
[verdachte] heeft een blauwe Peugeot met kenteken [kenteken 2] .
Ik weet dit omdat [verdachte] vaker bij mij door de straat komt gereden.
Ter plaatse troffen wij meldster aan. Meldster betrof [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] gaf aan dat haar ex-vriend [verdachte] net langs was geweest en het achterraam van haar auto had ingegooid met een steen. Wij hoorden dat [slachtoffer 1] zei dat ze in het voertuig zat op het moment dat het allemaal gebeurde. Wij hoorden van [slachtoffer 1] dat [verdachte] ook de linkerbuitenspiegel van haar auto had getrapt. Wij hoorden dat [verdachte] haar ook meerdere malen geslagen zou hebben. Wij zagen achter het voertuig glas liggen. Wij zagen dat het achterraam van het voertuig kapot was. Wij zagen dat de linkerbuitenspiegel niet meer op de auto zat. Verderop zagen wij een steen van ongeveer 10 centimeter liggen. Wij hoorden dat het de steen betrof waarmee het achterraam werd ingegooid.
14.Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 april 2021, proces-verbaalnummer PL2300-2021062367-2, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 4] :
Ik kan de persoon als volgt omschrijven:
- Man
- 20 - 25 jaar oud
- Blanke huidskleur
- Smal maar atletisch postuur
- Strakke donkerkleurige jeansbroek
- Donkerkleurig T-shirt
- Blond kort haar
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie;
6 (zes) maanden;
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
€ 120,00 (honderdtwintig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 40,00 (veertig euro) aan materiële schadeaf;
€ 4,48 (vier euro en achtenveertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;