Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- feit 1: belaging;
- feit 2: computervredebreuk;
- feit 3: laster,
hij in op of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 30 september 2020 te Horn, gemeente Leudal, Roermond en/of Tilburg in ieder geval in Nederland en/of Poppel, althans in België, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een mobiele telefoon toebehorende aan [slachtoffer 1] , is binnengedrongen
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 16 april 2020 in de gemeente Roermond en/of te Panningen (gemeente Peel en Maas) en/of Tilburg in ieder geval in Nederland en/of Poppel, althans in België, opzettelijk,
in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 30 september 2020 te Hom, gemeente Leudal, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten: een mobiele telefoon toebehorende aan [slachtoffer 1] , is binnengedrongen door zich toegang te verschaffen tot voornoemde telefoon, en vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen in voornoemd geautomatiseerd werk, waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen door de gegevens, die zich op deze telefoon bevonden, naar een externe harde schijf en een usb-stick te kopiëren:
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een gevangenisstraf voor de duur van 300 (driehonderd) dagen;
121 (honderdeenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.