ECLI:NL:GHSHE:2023:3763

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
20-000010-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Limburg inzake laster meermalen gepleegd

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, dat op 20 december 2018 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1985, was eerder veroordeeld voor laster, meermalen gepleegd, en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank had bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het verwijderen van lasterlijke websites en een contactverbod met het slachtoffer. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze veroordeling.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg, maar met uitzondering van de opgelegde straf. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de laster. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een taakstraf op van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis, rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Het hof oordeelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor het online zetten van meerdere lasterlijke websites over het slachtoffer, die als gigolo werd gepresenteerd. De verdachte had de websites met onwaarheden gevuld, wat leidde tot ernstige schade aan de eer en goede naam van het slachtoffer. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding van € 4.864,74, bestaande uit materiële en immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000010-19
Uitspraak : 9 november 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats te Maastricht, van 20 december 2018, in de strafzaak met parketnummer 03-241466-17 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte veroordeeld ter zake van; laster, meermalen gepleegd, tot één maand voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van 2 jaren met bijzondere voorwaarden die onder meer inhouden dat binnen een termijn van 30 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis de websites van het internet dienen worden te verwijderd, alsmede een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank aan de verdachte een taakstraf opgelegd voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Tot slot heeft de rechtbank beslist op de vordering van de benadeelde partij.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf, en met dien verstande de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. In afwijking van de schriftelijke vordering heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof zal aansluiten bij hetgeen de benadeelde partij in hoger beroep heeft aangevoerd.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit, subsidiair een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juni
2016 tot en met 10 augustus 2017 te Brunssum, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer] heeft
aangerand door tenlastelegging van (een) bepaald(e) feit(en), met het
kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van
geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of
aangeslagen, door meerdere, althans een, internetsite(s), te weten:
- www. [slachtoffer] .com en/of;
- www. [slachtoffer] .info en/of;
- www. [slachtoffer] .eu en/of;
- www. [slachtoffer] .org en/of;
- www. [slachtoffer] .nl en/of;
- [website 1] ;
online te (laten) zetten en/of op deze internetsite(s) meerdere, althans een,
artikel(en) en/of (een) bericht(en) te (laten) plaatsen met daarin onder meer
de tekst(en):
- “ Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo. Als biseksuele man heb ik een
grote passie voor seks. Het kan mij niet gek genoeg. Dus heb ik van mijn
hobby mijn werk gemaakt. Ik kom graag met je in contact. Stuur je een
berichtje?“ en/of;
- “ Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo, escort man (single, biseksueel),
die wereldwijd beschikbaar is.“ en/of;
- “ Ik ben een gigolo en ik hou van klasse, maar ik ben geen snob” en/of;
- “ Als biseksueel escort sta ik open voor spannende uitdagingen. Met
veiligheid voorop natuurlijk. Ik ben zeer ruimdenkend, geen standje is mij
te zot” en/of;
- “ Mijn klanten roemen mijn kameleon capaciteit; provocerend, kinky, gay,
casual, mysterieus of sportief? Kom maar op!” en/of;
- “ Ook heb ik totaal geen probleem met homo koppels, ik doe graag mee. Ik
zeg altijd maar; niets is te banaal, bij [slachtoffer] kan het allemaal!” en/of;
- “ Ben je nog maagd? Ik vind het heerlijk om je (anaal) te ontmaagden”;
althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking, terwijl verdachte wist
dat dit/deze tenlastegelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juni
2016 tot en met 10 augustus 2017 te Brunssum, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer] heeft
aangerand door tenlastelegging van (een) bepaald(e) feit(en), met het
kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van
geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of
aangeslagen, door meerdere, althans een, internetsite(s), te weten:
- www. [slachtoffer] .com en/of;
- www. [slachtoffer] .info en/of;
- www. [slachtoffer] .eu en/of;
- www. [slachtoffer] .org en/of;
- www. [slachtoffer] .nl en/of;
- [website 1] ;
online te (laten) zetten en/of op deze internetsite(s) meerdere, althans een,
artikel(en) en/of (een) bericht(en) te (laten) plaatsen met daarin onder meer
de tekst(en):
- “Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo. Als biseksuele man heb ik een
grote passie voor seks. Het kan mij niet gek genoeg. Dus heb ik van mijn
hobby mijn werk gemaakt. Ik kom graag met je in contact. Stuur je een
berichtje?” en/of;
- “Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo, escort man (single, biseksueel),
die wereldwijd beschikbaar is.” en/of;
- “Ik ben een gigolo en ik hou van klasse, maar ik ben geen snob” en/of;
- “Als biseksueel escort sta ik open voor spannende uitdagingen. Met
veiligheid voorop natuurlijk. Ik ben zeer ruimdenkend, geen standje is mij
te zot” en/of;
- “Mijn klanten roemen mijn kameleon capaciteit; provocerend, kinky, gay,
casual, mysterieus of sportief? Kom maar op!” en/of;
- “Ook heb ik totaal geen probleem met homo koppels, ik doe graag mee. Ik
zeg altijd maar; niets is te banaal, bij [slachtoffer] kan het allemaal!” en/of;
- “Ben je nog maagd? Ik vind het heerlijk om je (anaal) te ontmaagden”;
althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
in de periode van 21 juni 2016 tot en met 10 augustus 2017 in Nederland, opzettelijk de eer en goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en afbeeldingen openlijk tentoongesteld, door meerdere internetsites, te weten:
- www. [slachtoffer] .com en
- www. [slachtoffer] .info en
- www. [slachtoffer] .eu en
- www. [slachtoffer] .org en
- www. [slachtoffer] .nl en
- [website 1] ;
online te zetten en op deze internetsites meerdere artikelen en berichten te plaatsen met daarin onder meer de teksten:
- “Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo. Als biseksuele man heb ik een
grote passie voor seks. Het kan mij niet gek genoeg. Dus heb ik van mijn
hobby mijn werk gemaakt. Ik kom graag met je in contact. Stuur je een
berichtje?” en
- “Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo, escort man (single, biseksueel),
die wereldwijd beschikbaar is.” en
- “Ik ben een gigolo en ik hou van klasse, maar ik ben geen snob” en
- “Als biseksueel escort sta ik open voor spannende uitdagingen. Met
veiligheid voorop natuurlijk. Ik ben zeer ruimdenkend, geen standje is mij
te zot” en
- “Mijn klanten roemen mijn kameleon capaciteit; provocerend, kinky, gay,
casual, mysterieus of sportief? Kom maar op!” en
- “Ook heb ik totaal geen probleem met homo koppels, ik doe graag mee. Ik
zeg altijd maar; niets is te banaal, bij [slachtoffer] kan het allemaal!” en
- “Ben je nog maagd? Ik vind het heerlijk om je (anaal) te ontmaagden”;
terwijl verdachte wist dat deze tenlastegelegde feiten in strijd met de waarheid waren.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen [1]
[slachtoffer] (hierna te noemen: het slachtoffer) heeft op 5 juli 2016 bij de politie een klacht ingediend over smaad dan wel laster. Hij heeft verklaard dat hij op 4 juli 2016 heeft ontdekt dat iemand een website over hem heeft gemaakt, te weten www. [slachtoffer] .nl. Op deze website staan persoonlijke gegevens van hem, met onder andere zijn telefoonnummer en adres alsmede de gegevens van zijn bedrijf. Daarnaast staat er een afbeelding van het slachtoffer op de website. De website is vormgegeven als advertentie en het slachtoffer zou zichzelf op deze website aanbieden als gigolo. Hetgeen berust op onwaarheden. Hierdoor voelt het slachtoffer zich beledigd en in zijn goede naam aangetast. De website zou vanaf 20 juni 2016 in de lucht zijn. Het slachtoffer heeft in zijn klacht het vermoeden geuit dat de verdachte achter deze website zit. Het slachtoffer heeft in het verleden zaken gedaan met het bedrijf van de verdachte genaamd [bedrijf] . De verdachte beheerde in dat kader onder andere de zakelijke websites van het slachtoffer. Deze samenwerking is uiteindelijk uitgelopen op een zakelijk geschil. Hij heeft voorts verklaard dat de verdachte de zakelijke websites van hem destijds had ondergebracht bij [website 2] . De website www. [slachtoffer] .nl is nu ook ondergebracht bij [website 2] , middels de tussensite [website 3] . Wat het vermoeden van het slachtoffer richting de verdachte sterkt, is dat de website erg lijkt op de sites die de verdachte destijds voor het bedrijf van hem heeft gemaakt, aldus aangever. [2]
Het slachtoffer heeft bij de klacht een aantal screenshots van de website [slachtoffer] .nl overgelegd. [3] Op deze screenshots is te lezen dat op de website onder meer de volgende teksten staan:
- “ “ Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo. Als biseksuele man heb ik een grote passie voor seks. Het kan mij niet gek genoeg. Dus heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt. Ik kom graag met je in contact. Stuur je een berichtje?” [4]
- “ “ Ik ben [slachtoffer] , een 50 jarige gigolo, escort man (single, biseksueel), die wereldwijd beschikbaar is.” [5]
- “ “ Ook heb ik totaal geen problemen met homo koppels, ik doe graag mee. Ik zeg altijd maar: niets is te banaal, bij [slachtoffer] kan het allemaal!” [6]
- “ “ Ben je nog maagd? Ik vind het heerlijk om je (anaal) te ontmaagden.” [7]
De website www. [slachtoffer] .nl is op 20 juli 2016 door de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) uit de lucht gehaald. [8]
Op 2 augustus 2016 is het slachtoffer nogmaals door de politie gehoord. Kennelijk zou er wederom een nieuwe site online zijn gezet, te weten www. [slachtoffer] .com. Daarnaast zouden de domeinnamen [slachtoffer] .com, [slachtoffer] .eu, [slachtoffer] .org en [slachtoffer] .info net nadat www. [slachtoffer] .nl uit de lucht was gehaald door een en dezelfde persoon zijn gekocht. [9]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft naar aanleiding van deze verklaring de websites [slachtoffer] .com, [slachtoffer] .info, [slachtoffer] .eu en [slachtoffer] .org bekeken. De verbalisant heeft van de sites printscreens gemaakt en bij het proces-verbaal gevoegd. De verbalisant heeft gerelateerd dat al deze websites qua inhoud exact overeen komen met elkaar. [10] Op deze screenshots is te lezen dat op de websites onder meer de volgende teksten staan:
- “ “ Ik ben een gigolo en ik hou van klasse, maar ik ben geen snob” [11]
- “ “ Als biseksueel escort sta ik open voor spannende uitdagingen. Met veiligheid voorop natuurlijk. Ik ben zeer ruimdenkend, geen standje is mij te zot” [12]
- “ “ Mijn klanten roemen mijn kameleon capaciteit; provocerend, kinky, gay, casual, mysterieus of sportief? Kom maar op!”. [13]
Voorts is gebleken dat de sites www. [slachtoffer] .com, www. [slachtoffer] .info, www. [slachtoffer] .eu en www. [slachtoffer] .org allen zijn gehost via [website 4] . [14]
Op 10 augustus 2016 heeft het slachtoffer wederom een verklaring bij de politie afgelegd. Hij heeft toen verklaard dat er wederom een nieuwe website online staat, te weten [website 1] . Deze website heeft dezelfde inhoud als de eerdergenoemde websites. Ook deze site loopt via [website 2] en [website 3] . [15]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 4 augustus 2016 contact gelegd via email met [website 2] . Uit onderzoek bleek dat de internetpagina www. [slachtoffer] .com gehost werd door [website 2] , een bedrijf dat is gevestigd in de Verenigde Staten. De verbalisant kreeg via [website 2] te horen dat de website geregistreerd stond bij [website 4] , een bedrijf dat gevestigd is in Spanje. Middels een rechtshulpverzoek is [website 4] verzocht de gegevens te verstrekken van de persoon die de internetsite www. [slachtoffer] .com online heeft gezet. Op 29 mei 2017 kreeg verbalisant [verbalisant 1] van de Spaanse justitie de informatie dat voor het hosten van de internetsite op 21 juni 2016 is betaald middels een PayPal-account op naam van [verdachte] , zijnde de verdachte, met als e-mailadres [e-mailadres 1] , voor de duur van één jaar en voor een bedrag van € 95,40. Bij de klantgegevens is het e-mailadres [e-mailadres 2] opgegeven. [16]
Door PayPal is vervolgens op vordering van de politie per e-mail een overzicht aangeleverd van het account ten name van de verdachte. Uit dit overzicht blijkt dat aan het account meerdere e-mailadressen zijn gekoppeld, waaronder [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] . Op het overzicht van de transacties is te zien dat op 21 juni 2016 een bedrag van € 95,40 is afgeboekt ten name van paypal@ [website 4] .es met als opmerking “1 year GrowBig Hosting [slachtoffer] .nl”. Op het overzicht is ook waar te nemen dat op 6 juni 2017, bijna een jaar later, een bedrag van € 139,80 is afgeboekt ten name van paypal@ [website 4] .es met als opmerking “1 year GrowBig Hosting [slachtoffer] .nl (renewal)”. Bij beide afschrijven staat de opmerking “web accept payment sent”. [17] Uit het overzicht blijkt voorts dat op 21 juni 2016 een aantal keren is ingelogd op het PayPal-account van de verdachte, te weten om 13:01:31 uur met IP-adres [IP-adres 1] en om 14:01:14 uur met IP-adres [IP-adres 2] . [18]
De officier van justitie heeft in eerste aanleg bovengenoemde IP-nummers met een zogenoemde “IP address look up tool” ter terechtzitting opgezocht. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de officier van justitie getoond dat bovengenoemde IP-adressen zijn te herleiden naar een universiteitsgebouw in Litouwen. [19]
Uit vluchtgegevens, behorende bij de pleitnota van de raadsvrouw en overgelegd ter zitting in eerste aanleg, blijkt dat de verdachte op 19 mei 2016 een heenvlucht naar Litouwen heeft geboekt. De terugvlucht vond plaats op 13 juli 2016.
Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de rechtbank waargenomen dat GrowBig een door [website 4] aangeboden hostingspakket betreft met ruimte voor meerdere websites van gemiddelde grootte. [20]
Ter terechtzitting in eerste aanleg is de heer [verbalisant 2] , digitaal rechercheur, als deskundige gehoord. Hij heeft onder meer verklaard – kort en zakelijk weergegeven – dat een IP-adres kan worden gezien als een adres waarmee men verbinding maakt met het internet. Apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals een computer, hebben een adres nodig om te kunnen communiceren. De hosting van een website en het toekennen van een domeinnaam kunnen technisch gezien los van elkaar staan, maar deze gaan meestal samen. Wanneer een persoon slechts verantwoordelijk is voor de hosting van een website en dus niet voor de domeinnaam, kan hij wel informatie verstrekken over de eigenaar van de domeinnaam. Ten aanzien van de betalingen vanaf een PayPal-account heeft de deskundige verklaard dat wanneer bij een betaling “web accept payment sent” staat, dit betekent dat op internet voor de mogelijkheid is gekozen om met een PayPal-account te betalen. Om deze betaling te kunnen verrichten moet men ingelogd zijn bij het PayPal-account. [21]
De verklaring van verdachte
De verdachte heeft ten alle tijden alle betrokkenheid bij de tenlastegelegde websites ontkend. De verdachte heeft verklaard enige tijd zaken met het bedrijf van het slachtoffer te hebben gedaan. Op een gegeven moment is een zakelijk geschil ontstaan. De verdachte heeft naar eigen zeggen niets te maken met het opzetten van de websites. Hij had lange tijd geen toegang tot zijn PayPal-account en kon op zijn bankafschriften niet zien voor welke websites bedragen werden afgeschreven. Hij heeft voorts daarover aangevoerd dat zijn PayPal-account zou zijn gehackt, waarbij hij dit in december 2016 pas heeft ontdekt. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij de overtuiging heeft dat het slachtoffer zelf verantwoordelijk is voor het online zetten van de websites en op deze manier de verdachte de schuld in de schoenen wil schuiven.
Het oordeel van het hof
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de websites www. [slachtoffer] .com, www. [slachtoffer] .info, www. [slachtoffer] .eu, www. [slachtoffer] .org, www. [slachtoffer] .nl en [website 1] online heeft gezet.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
Het slachtoffer heeft zich op 5 juli 2016 op het politiebureau gemeld, met de mededeling dat iemand de website www. [slachtoffer] .nl over hem had gemaakt. Eind juli 2016 is deze site door de SIDN, de beheerder van het domeinnamenregister van het topleveldomein.nl, ontoegankelijk gemaakt. Begin augustus 2016 meldt het slachtoffer dat er een nieuwe site, www. [slachtoffer] .com, online staat met dezelfde inhoud als de site www. [slachtoffer] .nl.
Uit onderzoek door de politie blijkt dat voor de hosting van deze internetsite op 21 juni 2016 werd betaald met het PayPal-account van de verdachte. Op het overzicht van de transacties is namelijk te zien dat op 21 juni 2016 een bedrag van € 95,40 is afgeboekt ten name van paypal@ [website 4] .es met als opmerking “1 year GrowBig Hosting [slachtoffer] .nl” en dat op 6 juni 2017 een bedrag van € 139,80 is afgeboekt te name van paypal@ [website 4] .es met als opmerking “1 year GrowBig Hosting [slachtoffer] .nl (renewal)”. Bij beide afschrijven staat “web accept payment sent”, wat betekent dat degene die deze betalingen heeft verricht ingelogd moet zijn geweest op het PayPal-account van de verdachte en een actieve handeling voor het verrichten van de betalingen heeft uitgevoerd. Voorts blijkt dat op 21 juni 2016 twee keer is ingelogd op het PayPal-account van de verdachte vanaf een universiteit in Litouwen, in welk land de verdachte op dat moment verbleef. De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij een tijd lang geen toegang heeft gehad tot zijn PayPal-account en dat deze betalingen derhalve niet door hem zijn verricht acht het hof niet aannemelijk geworden, nu de betaling is verricht op 21 juni 2016 en uit door de verdachte overgelegde stukken blijkt dat hij pas op 28 december 2016 contact hierover met PayPal heeft opgenomen en dat op 6 juni 2017 wederom een bedrag is afgeboekt. Het hof overweegt voorts dat op moment van ingang van het GrowBig Hosting pakket de site www. [slachtoffer] .nl online is gezet. Ook voor het overige zijn er geen aanwijzingen gevonden dat een ander dan de verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn PayPal-account, waarbij de betalingen rechtstreeks gekoppeld zijn aan zijn ING-bankrekening. Het hof ziet in hetgeen de verdediging heeft ingebracht ten aanzien van zijn PayPal-account eerder contra-indicaties, nu uit het beeld van de afschrijvingen geenszins naar voren komt dat het gaat om een gehackt account. Immers is op 6 juni 2017, reeds na het contact met PayPal, nogmaals een afschrijving gedaan, waarbij moet zijn ingelogd op het PayPal-account van de verdachte. Het hof verwerpt derhalve het verweer in alle onderdelen.
Voor zover de verdediging nog heeft gewezen op het feit dat de verdachte niet zelf heeft ingelogd omdat de verdachte niet kan worden gekoppeld aan meerdere locaties van de weergegeven IP-adressen, acht het hof van belang dat het technisch mogelijk is om internetverkeer vanaf het eigen IP-adres te versturen, en daarbij niet het eigen IP-adres maar een ander IP-adres als afzender in de kop van het pakket te laten gebruiken. Gelet op vorenstaande overwegingen ten aanzien van de handelingen op het PayPal-account van de verdachte is het hof dan ook van oordeel dat het de verdachte is geweest die die handelingen heeft verricht.
Op grond van het bovenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – komt het hof tot het oordeel dat het de verdachte is geweest die de websites www. [slachtoffer] .nl en www. [slachtoffer] .com online heeft gezet. Het hof is voorts van oordeel dat de verdachte ook verantwoordelijk is geweest voor het plaatsen van de overige websites, genoemd in de tenlastelegging, omdat ook deze websites exact dezelfde inhoud en lay-out hebben als de websites www. [slachtoffer] .nl en www. [slachtoffer] .com. Daarnaast worden de sites gehost via [website 2] , [website 4] , en komen deze derhalve niet alleen overeen qua inhoud en lay-out, maar ook op de manier waarop deze sites zijn gehost. Voor zover de verdediging hieromtrent nog heeft aangevoerd dat er niets bekend is geworden over de broncodes van deze sites, en dat de schermafbeeldingen geenszins lijken op daadwerkelijke sites, overweegt het hof ten overvloede dat uit het dossier blijkt dat de verbalisant deze sites heeft bekeken, waarna hij van die sites schermafbeeldingen heeft toegevoegd aan het dossier. Het verweer wordt derhalve verworpen.
De bewering van de verdachte, inhoudende dat [slachtoffer] zelf verantwoordelijk is voor de desbetreffende websites, acht het hof niet aannemelijk, nu uit de vele verklaringen die [slachtoffer] bij de politie en op de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep heeft afgelegd blijkt hoeveel impact de websites op hem en zijn bedrijf hebben gehad.
Laster
Het opzet van de verdachte is gericht op de aanranding van de eer en goede naam van [slachtoffer] . Dit leidt het hof af uit de inhoud en de vorm van de uitlatingen en de wijze waarop de uitlatingen zijn gedaan.
Alles overwegende acht het hof het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, omdat de verdachte wist dat de berichten op de websites in strijd met de waarheid waren. De verdachte heeft de inhoud van de websites verzonnen. Uit niets blijkt dat datgene wat in de berichten op de websites is opgenomen enige grond van waarheid bevat.
Voorwaardelijk verzoek
Voor zover de verdediging nog het voorwaardelijke verzoek heeft gedaan om een handschrift vergelijkend onderzoek te laten plaatsvinden naar de kaart afkomstig uit Litouwen, overweegt het hof dat mede gelet op het gegeven dat de kaart niet is gebruikt voor de bewijsconstructie, de noodzaak niet is gebleken voor die nadere onderzoekshandeling.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
laster, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot één maand gevangenisstraf, voorwaardelijk, met een proeftijd voor 2 jaren. Hieraan heeft de rechtbank bijzondere voorwaarden verbonden. Daarnaast heeft de rechtbank een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr opgelegd.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, zal opleggen.
De verdediging heeft gewezen op de overschrijding van de redelijke termijn, subsidiair heeft de verdediging het hof verzocht om een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan laster door meerdere websites met onwaarheden over het slachtoffer online te zetten. De verdachte heeft immers op deze websites meerdere artikelen gepubliceerd, waarin het slachtoffer als gigolo wordt gepresenteerd. Daarbij worden niet alleen persoonlijke gegevens van het slachtoffer genoemd, ook is daarbij zijn foto geplaats. Het slachtoffer is door het online zetten van deze lasterlijke gegevens – privé en zakelijk – ernstig in zijn persoonlijke levenssfeer getroffen en hij loopt het risico dat door deze valse aantijgingen een verkeerd beeld van hem ontstaat. Het slachtoffer is door het handelen van de verdachte in zijn eer en goede naam geschaad.
In de huidige samenleving is internet niet meer weg te denken. Publicaties op het internet zijn dan ook door velen op eenvoudige wijze te raadplegen en te gebruiken. De gevolgen daarvan kunnen verstrekkend zijn. Verwijzingen naar publicaties op internet blijven tot in lengte van jaren te zien. Publicaties die onwaarheden bevatten, kunnen op vele manieren het leven van deze personen blijven beïnvloeden. In dit geval heeft het slachtoffer zowel zakelijk als privé enorm veel last gehad van de onware publicaties over zijn persoon. Het hof neemt de verdachte zijn handelen dan ook zeer kwalijk, evenals het feit dat de verdachte geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen en de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer weigert te erkennen. Daar komt bij dat de verdachte zich gedurende lange tijd schuldig heeft gemaakt aan het plegen van het strafbare feit door de websites langere tijd in de lucht te houden.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel d.d. 30 augustus 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Het hof houdt bij haar strafoplegging voorts rekening met het gegeven dat de verdachte niet alleen weigert verantwoordelijkheid voor zijn daden te nemen, maar er ook niet voor terugdeinst anderen te beschuldigen, waaronder het slachtoffer en een politieagent, zonder zijn beschuldigingen op enige manier te onderbouwen.
Naar het oordeel van het hof is, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, in beginsel de oplegging van een taakstraf voor de duur van 175 uren, subsidiair 87 dagen hechtenis, passend en geboden.
Redelijke termijn
De verdediging heeft voorts nog bepleit dat het recht van de verdachte op berechting binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is geschonden, hetgeen tot strafvermindering dient te leiden.
Het hof stelt voorop dat elke betrokkene recht heeft op een openbare behandeling van zijn/haar zaak binnen een redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 EVRM. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkomen dat een betrokkene langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Als uitgangspunt heeft tevens in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep dient te zijn afgerond met een eindarrest binnen twee jaren nadat hoger beroep is ingesteld.
De aanvang van de termijn in hoger beroep stelt het hof vast op de datum waarop door de betrokkene hoger beroep is ingesteld, te weten op 2 januari 2019. Het einde van de termijn stelt het hof op 9 november 2023, de datum waarop het hof arrest zal wijzen. Het procesverloop in hoger beroep bedraagt aldus vier jaar en 11 maanden, waarmee arrest wordt gewezen na het verstrijken van voornoemde tweejaarstermijn. Derhalve is er sprake van een grove overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep van meer dan 12 maanden, welk tijdsverloop niet geheel aan de proceshouding van de betrokkene valt te wijten.
Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat bij een dergelijke mate van overschrijding van de redelijke termijn een vermindering van het onvoorwaardelijk deel van een straf met in ieder geval 10% als uitgangspunt wordt genomen, met in geval van een taakstraf een vermindering van maximaal 25 uur. In plaats van een taakstraf voor de duur van 175 uren zal het hof daarom een taakstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr opleggen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 14.715,36. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.614,74.
Deze vordering is opgebouwd uit de navolgende posten:
- Materiële schade:
I. Reiskosten politie in verband met de aangifte, € 1,95;
II. Reiskosten klant, € 489,45;
III. Reiskosten advocaat, € 324,24;
IV. Gesprek Openbaar Ministerie, € 14,90;
V. Bijwonen rechtszaak, € 16,02;
VI. Kosten research identieitsfraude, € 2.250,00;
VII. Kosten domeinnaam/ontwikkeling/onderhoud/verlenging, € 4.118,80.
- Immateriële schade: € 7.500,00.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering, zodat de vordering weer in de oorspronkelijke omvang aan het oordeel van het hof is onderworpen.
De advocaat-generaal heeft zich aangesloten bij hetgeen namens de benadeelde partij ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd.
De verdediging heeft het hof verzocht om ten aanzien van de materiële schade aan te sluiten bij hetgeen de rechtbank heeft toegewezen, en voor wat betreft de immateriële schade, deze te matigen tot een bedrag van € 1.000,00.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder het primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
De schadeposten ‘kosten domeinnaam + ontwikkeling + onderhoud + verlenging’
Gelet op de uit de bewezenverklaring blijkende feiten en omstandigheden en gelet op het verhandelde ter terechtzitting is het hof van oordeel dat de behandeling van deze schadeposten een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Een goede beoordeling van deze schadeposten vergt een nader onderzoek naar de oorzaak en omvang van de schade. De benadeelde partij kan daarom in deze vordering in het strafgeding niet worden ontvangen en kan deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De schadepost ‘kosten research identiteitsfraude’
De kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt door een onderzoeksbureau in te schakelen om onderzoek te verrichten, beschouwt het hof als kosten die zijn gemaakt ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid ex artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek en daarmee als schade die de benadeelde partij rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit. Het hof is van oordeel dat de schadepost onvoldoende gemotiveerd is betwist en dat de gemaakte kosten redelijk zijn. De rechtbank zal het bedrag van € 2.250,00 dan ook geheel toewijzen.
De schadeposten ‘reiskosten politie in verband met aangifte’, ‘gesprek OM’ en ‘reiskosten klant’
Het hof is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden. Het hof acht de schadeposten ‘reiskosten politie in verband met aangifte’ en ‘gesprek OM’ dan ook voor toewijzing vatbaar, nu deze schadeposten voldoende zijn onderbouwd en een rechtstreeks gevolg zijn van het bewezenverklaarde feit.
De schadepost ‘reiskosten klant’ leent zich voor toewijzing van één bezoek aan de klant en wel tot een bedrag van € 97,89. Dat onder de gegeven omstandigheden een persoonlijke toelichting bij een klant noodzakelijk is om een en ander uit te leggen acht het hof aannemelijk. Dat meerdere bijeenkomsten nodig waren om de situatie uit te leggen kan niet zonder meer aangenomen worden en is verder niet onderbouwd. Het hof zal deze schadepost voor het overige daarom niet-ontvankelijk verklaren.
De schadepost ‘reiskosten advocaat’
Het hof acht deze schadepost onvoldoende onderbouwd en zal de benadeelde partij dan ook ten aanzien van deze schadepost niet-ontvankelijk verklaren.
De schadepost ‘bijwonen rechtszaak’
Het hof begrijpt dat deze schadepost kan worden gezien als een vordering tot vergoeding van de geleden proceskosten. Het hof zal deze kosten dan ook als proceskosten toewijzen voor het gevorderde bedrag van € 16,02.
Immateriële schade
Het hof is voorts van oordeel dat aannemelijk is geworden dat het slachtoffer immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde strafbare feit. Het hof begroot de immateriële schade naar billijkheid op een bedrag van € 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering zal voor het overige worden afgewezen.
Wettelijke rente
Over de schade zal de verdachte de wettelijke rente moeten vergoeden vanaf de dag waarop de schade is of wordt geacht te zijn ontstaan. De ingangsdatum van de wettelijke rente over de materiële schade zal worden bepaald op de laatste dag van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte, zijnde 10 augustus 2017.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan het slachtoffer [slachtoffer] is toegebracht tot een bedrag van € 4.864,74. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op
te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 57, 261 en 262 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 4.864,74 (vierduizend achthonderdvierenzestig euro en vierenzeventig cent) bestaande uit € 2.364,74 (tweeduizend driehonderdvierenzestig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor een bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schadeaf.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
16,02 (zestien euro en twee cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer] , ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 4.864,74 (vierduizend achthonderdvierenzestig euro en vierenzeventig cent) bestaande uit € 2.364,74 (tweeduizend driehonderdvierenzestig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 58 (achtenvijftig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 10 augustus 2017.
Aldus gewezen door:
mr. J.T.F.M. van Krieken, voorzitter,
mr. F. van Es en mr. Y. van Setten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Minneboo, griffier,
en op 9 november 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Y van Setten is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2435-2016192447, gesloten d.d. 25 oktober 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 188.
2.Proces-verbaal van klacht door [slachtoffer] d.d. 5 juli 2016, pagina’s 83 tot en met 85.
3.Bijlage bij het proces-verbaal van klacht door [slachtoffer] d.d. 5 juli 2016, pagina’s 86 tot en met 91.
4.Idem.
5.Idem.
6.Idem.
7.Idem.
8.E-mailbericht van het SIDN aan verbalisant [verbalisant 1] d.d. 20 juli 2016, pagina 124.
9.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] d.d. 2 augustus 2016, pagina’s 98 en 99.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2017, pagina 131 en de screenshots als bijlagen op de pagina’s 132 tot en met 154.
11.Idem.
12.Idem.
13.Idem.
14.E-mailbericht van 9 augustus 2016 vanuit [website 4] , p. 113., en proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2017, met bijlagen op p. 142, 147 en 152.
15.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer] d.d. 10 augustus 2016, pagina’s 102 en 103. Alsmede de bijlage op p. 123, van het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2017, p. 122.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juli 2017, pagina 110.
17.Bijlagen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2017, pagina’s 74 en 82.
18.Bijlagen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2017, pagina 79.
19.De waarneming van de rechtbank ter terechtzitting d.d. 6 december 2018.
20.De waarneming van de rechtbank ter terechtzitting d.d. 6 december 2018.
21.De verklaring van de deskundige [verbalisant 2] , afgelegd ter terechtzitting d.d. 6 december 2018.