Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 31 januari 2023;
- het V-formulier van 13 oktober 2023 van de moeder met producties 6 en 7.
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna:
- [minderjarige 2] (hierna:
- dat de kinderalimentatie op nihil wordt gesteld met ingang van 1 juli 2022;
- primair kwijtschelding aan de vader te verlenen met betrekking tot de indexering van de kinderalimentatie met ingang van 1 januari 2019, subsidiair de kinderalimentatie met ingang van 24 mei 2021 op nihil te stellen;
- te bepalen dat de moeder de nota van de orthodontist van € 141,19 dient te betalen.
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen, aldus dat de kinderen iedere woensdag uit school tot 20.00 uur en een weekend per veertien dagen van vrijdag 17.00 uur tot dinsdagochtend naar school alsmede de helft van de feestdagen en vakanties bij de vader zullen verblijven;
- te bepalen dat de vader met ingang van de datum van indiening van onderhavig verzoek
- bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarigen voortaan bij de vader zal zijn;
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld waarbij de kinderen de ene week bij vader verblijven en de andere week bij moeder (co-ouderschapsregeling), waarbij het wisselmoment zal plaatsvinden op vrijdag uit school en waarbij de vakanties en feestdagen in onderling overleg worden verdeeld;
- bepaald dat de bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van de
- Welke hoofdverblijfplaats is onder de huidige omstandigheden, met in achtneming van de eerdere gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor ieder van de kinderen het meest in zijn belang?
- Welke zorgregeling is het meest in het belang van ieder van de kinderen?
- Is het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] als voor hen beiden dezelfde beslissingen worden genomen over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling? Zo nee, waarom niet?
- Zijn er tijdens het onderzoek nog feiten en omstandigheden naar voren gekomen die naar het oordeel van de raad van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen voor de in deze door het hof te nemen beslissing?
tot 16 april 2024, in afwachting van de resultaten van het onderzoek en het advies van de raad. De ouders zullen vervolgens door het hof in de gelegenheid worden gesteld binnen twee weken schriftelijk te reageren op het rapport en het advies van de raad. Zo nodig zal het hof een tweede mondelinge behandeling bepalen.
4.De beslissing
PRO FORMA dinsdag 16 april 2024.