Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de man aan de vrouw met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud (hierna ook: partneralimentatie) een bedrag van € 494,- bruto per maand dient te betalen.
5.De motivering van de beslissing
de periode van 17 mei 2023 tot 17 mei 2024
- bijstandsnorm voor een alleenstaande € 1.196,-;
- woonkostencomponent -/- € 223,-;
- ziektekosten € 157,-;
- ziektekostencomponent -/- € 3,-;
- onvoorzien € 50,-;
- totaal (afgerond op € 5,-) € 1.175,-.
met ingang van 17 mei 2024
- een netto besteedbaar inkomen van de man van € 2.883,- per maand;
- de forfaitaire kosten van levensonderhoud van € 1.175,- per maand,
- de aflossing op de lening voor de auto van de man van € 164,- per maand,
- het aandeel van de man in de kosten van [minderjarige] van € 25,- per maand.
- een draagkrachtpercentage van 60.
6.De slotsom
7.De beslissing
- € 892,- per maand in de periode van 17 mei 2023 tot 17 mei 2024;
- € 1.000,- per maand met ingang van 17 mei 2024,