De moeder heeft bij genoemd V6-formulier met bijlagen d.d. 25 juli 2023, zoals aangevuld tijdens de voortgezette mondelinge behandeling in hoger beroep – samengevat – het volgende aangevoerd.
De moeder kan zich niet met het advies van de raad verenigen. Zij en [minderjarige] hebben
– vanwege het gedrag van de vader – een belast verleden, waarvan zij nog iedere dag last ondervinden. De stukken waarnaar de moeder in het kader van het onderzoek door de raad heeft verwezen zijn niet, dan wel onvoldoende, door de raad bij het onderzoek en het advies meegenomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om rapportages van [instantie 1] gezinsbehandeling, de gemeente en Koraal. Daarbij is de ernst van het herhaalde (wan)gedrag van de vader in het verleden, en het effect hiervan op de moeder en [minderjarige] , door de raad miskend. Het gerechtshof heeft in de door de moeder gestarte artikel 12 Sv-procedure de vervolging van de vader bevolen in verband met mishandeling van de vader jegens de moeder.
Ook de situatie van [minderjarige] is door de raad niet juist belicht. De kindeigen problematiek van [minderjarige] is zeer ernstig en zal niet veranderen. De moeder heeft de nodige hulp voor zichzelf en voor [minderjarige] gezocht; zij verwijst naar de bevindingen van de hulpverlenende instanties. De traumabehandeling van de moeder kan binnen [instantie 2] niet worden opgestart, tenzij alle rechtszaken zijn afgerond en de vader niet langer in het leven van de moeder betrokken is. De moeder heeft er alles aan gedaan om hulp voor zichzelf te krijgen. Zij tracht alle adviezen van de hulpverlening voor [minderjarige] op te pakken, maar zij heeft daarvoor onvoldoende rust omdat zij haar eigen trauma’s niet heeft kunnen verwerken. Binnen het gezin is een basisrust nodig voordat er concreet aan doelen kan worden gewerkt. Deze basisrust zal er niet komen wanneer het advies van de raad door het hof wordt gevolgd.
De door de raad gestelde verandering van de vader wordt niet nader onderbouwd en wordt door de moeder ontkend. Ook een andere ex-partner van de vader ontvangt op dit moment nog steeds bedreigingen, terwijl deze relatie al twaalf jaar geleden is beëindigd. De moeder verwacht dat dat bij haar niet anders zal zijn. Bovendien is de vader onvoorspelbaar in zijn gedrag waardoor de moeder vreest dat hij explosief en agressief richting [minderjarige] zal reageren. Begeleide omgang kan niet voorkomen dat de vader opeens gaat schreeuwen of ergens tegenaan trapt. Het is niet verantwoord om [minderjarige] hieraan bloot te stellen. De moeder vreest voor een escalatie van haar problematiek en die van [minderjarige] , ook wanneer de omgang in een BOR 3-traject zal plaatsvinden. [minderjarige] heeft – behoudens een toevallige ontmoeting in maart 2021 – sinds juni 2020 geen omgang meer met de vader gehad. Het is daarom onduidelijk welk effect een BOR 3-traject op de moeder en [minderjarige] zal hebben; er zal dan sprake zijn van een experiment wat geen recht doet aan de complexe situatie.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de raad weliswaar zijn advies genuanceerd, maar de moeder heeft nog steeds geen vertrouwen in een BOR 3-traject. De moeder vindt het nogal wat dat zij de vader bij [minderjarige] moet introduceren, zeker omdat zij op dit moment geen hulpverlening voor zichzelf heeft. Ook is het de vraag of de ontwikkeling van [minderjarige] en de door haar gemaakte stappen, door een BOR 3-traject niet teniet zullen worden gedaan.