ECLI:NL:GHSHE:2023:4402
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Begeleide omgangsregeling tussen minderjarigen en hun vader in het kader van een BOR-traject
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de omgangsregeling tussen de minderjarige kinderen, geboren in 2016 en 2018, en hun vader. De vader is verzoeker in principaal hoger beroep en verweerder in incidenteel hoger beroep, terwijl de moeder verweerster in principaal hoger beroep is en verzoekster in incidenteel hoger beroep. De Raad voor de Kinderbescherming is betrokken bij de procedure en heeft een rapport uitgebracht over de omgangsregeling. Het hof heeft op 2 juni 2022 de raad verzocht om onderzoek te doen naar de omgangsregeling en de belangen van de kinderen. De raad heeft geadviseerd dat contact tussen de kinderen en de vader in het belang van de kinderen is, maar dat er professionele begeleiding nodig is vanwege zorgen over de opvoedersrol van de vader. Het hof heeft besloten dat de omgang voorlopig zal plaatsvinden via een Begeleide Omgangsregeling (BOR) onder professionele begeleiding, waarbij de regie over de contacten aan de hulpverlener wordt overgelaten. De beslissing op de verzoeken van de ouders ten aanzien van de omgangsregeling is aangehouden voor de duur van acht maanden, tot 1 november 2023, in afwachting van de voortgang van het BOR-traject. Het hof heeft de raad verzocht om uiterlijk op 1 november 2023 een rapportage in te dienen over de voortgang van het traject en heeft voorwaardelijk opdracht gegeven voor aanvullend onderzoek indien nodig.