Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte op 5 november 2019 werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor afpersing. De zaak is teruggewezen door de Hoge Raad der Nederlanden, die oordeelde dat het vonnis van de rechtbank nietig was omdat een rechter die niet had deelgenomen aan het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg, het vonnis had ondertekend. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft de zaak opnieuw behandeld en vastgesteld dat de samenstelling van de rechtbank in eerste aanleg niet correct was weergegeven, maar dat dit geen gevolgen had voor de geldigheid van het vonnis. De verdachte heeft in hoger beroep zijn schuld bekend en de advocaat-generaal heeft een gevangenisstraf van twee jaar geëist, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de opgelegde straf vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, rekening houdend met de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Het hof heeft de ernst van het delict, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de tijdsduur van de procedure in overweging genomen.