In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van het personen- en familierecht, heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 februari 2023 een tussenuitspraak gedaan over de zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2007. De moeder, verzoekster in principaal appel, heeft het hof verzocht om geen zorgregeling vast te stellen tussen de minderjarige en de vader, verweerder in principaal appel. Het hof heeft in zijn overwegingen het belang van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat het op dit moment niet in haar belang is om een zorgregeling vast te stellen. De bijzondere curator heeft geadviseerd om geen zorgregeling vast te stellen, omdat de minderjarige ernstig klem zit tussen de ouders en een negatief vaderbeeld heeft. De moeder heeft de visie van de vader en zijn netwerk afgewezen, en het hof heeft vastgesteld dat de samenwerking tussen de moeder en de gezinsvoogdij niet tot stand is gekomen. Het hof heeft ook opgemerkt dat de minderjarige rust nodig heeft om zich te kunnen richten op haar school en sociale netwerk. De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en dat er geen zorgregeling wordt vastgesteld. De bijzondere curator is ontslagen van haar taak, en het hof heeft de hoop uitgesproken dat de minderjarige op termijn open zal staan voor contact met de vader.