ECLI:NL:GHSHE:2023:568
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking van de rechtbank inzake echtscheiding en nevenvoorzieningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot echtscheiding dat door de man was ingediend. De man was niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot echtscheiding door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, in een beschikking van 5 april 2022. De man had in hoger beroep verzocht om vernietiging van deze beschikking en om toewijzing van zijn verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en de vrouw op 29 november 2002 in de Dominicaanse Republiek met elkaar zijn gehuwd. De man had in eerste aanleg niet de vereiste stukken overgelegd om zijn verzoek tot echtscheiding te onderbouwen, ondanks dat hij daartoe de kans had gekregen. Het hof oordeelde dat de man niet voldoende had aangetoond dat het huwelijk bestond en dat hij niet had voldaan aan de eisen die artikel 815 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering stelt.
De man had ook aangevoerd dat er geen mondelinge behandeling had plaatsgevonden bij de rechtbank, maar het hof oordeelde dat dit gebrek was hersteld omdat de man in hoger beroep had kunnen worden gehoord, maar zelf had afgezien van een mondelinge behandeling. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikkingen van de rechtbank en wees het verzoek van de man af, waarbij hij ook de proceskosten in hoger beroep zelf diende te dragen.