ECLI:NL:GHSHE:2023:636

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
200.293.659_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar waarde flipperkasten in echtscheidingsprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, en de man, verweerder in het principaal hoger beroep, zijn in een geschil verwikkeld over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden, specifiek met betrekking tot de waarde van flipperkasten die de man bezit. De beschikking van het hof van 23 februari 2023 volgt op een eerdere beschikking van 7 juli 2022, waarin het hof partijen de gelegenheid gaf om zich uit te laten over de afwikkeling van het verrekenbeding van de huwelijkse voorwaarden. Partijen hebben hun standpunten over de waarde van de flipperkasten op de peildatum 31 oktober 2019 uiteen gezet, waarbij de vrouw een waarde van € 101.600,-- en de man een waarde van € 44.400,-- heeft opgegeven. Gezien het grote verschil in waarderingen heeft het hof besloten een deskundige te benoemen om de waarde van de flipperkasten vast te stellen. De heer R. Haanappel van Viginti taxaties en makelaardij is voorgesteld als deskundige. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om binnen vier weken te reageren op dit voornemen en suggesties te doen voor de aan de deskundige voor te leggen vragen. De beslissing om een deskundigenonderzoek te verrichten is genomen in het kader van het principaal en incidenteel appel, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
zaaknummer : 200.293.659/01
zaaknummer rechtbank : C/01/352064 / FA RK 19-5179
beschikking van de meervoudige kamer van 23 februari 2023
inzake
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: voorheen mr. G.L. Brokking-van Alphen, thans mr. C.J. Lemmens
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
verweerder in het principaal hoger beroep,
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. F.A. van den Heuvel.

8.De beschikking d.d. 7 juli 2022

Bij die beschikking heeft het hof – voor zover nu nog van belang – in de zaak met zaaknummer 200.293.659/01 (verdeling) partijen in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na de datum van die beschikking zich uit te laten over de afwikkeling van het verrekenbeding van art. 13 huwelijkse voorwaarden. Het hof heeft partijen daarbij verzocht duidelijk aan te geven welke goederen nu tot ieders stamvermogen behoorden en welke goederen tot ieders eindvermogen. Het hof heeft partijen tevens verzocht om voor de tot het stamvermogen behorende goederen de waarde van elk goed aan te geven op 27 april 2007 en voor de goederen behorende tot het eindvermogen de waarde van elk goed op 31 oktober 2019.

9.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

9.1.
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- de akte na beschikking van de vrouw, ingekomen ter griffie op 12 augustus 2022;
- de akte uitlating van de man, ingekomen ter griffie op 17 augustus 2022;
- het journaalbericht van mr. G.L. Brokking-van Alphen van 8 december 2022 waarbij zij zich heeft onttrokken als advocaat van de vrouw;
- het journaalbericht van mr. C.J. Lemmens van 11 januari 2023 waarbij zij zich heeft gesteld als advocaat van de vrouw.
9.2.
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 november 2022. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

10.De verdere beoordeling

10.1.
Beide partijen hebben zich uitgelaten over de afwikkeling van het verrekenbeding van art. 13 huwelijkse voorwaarden. De vrouw bij ‘akte na beschikking’, de man bij ‘akte uitlating’, hiervoor onder rov. 9.1 genoemd. Partijen hebben ieder voor zich aangegeven welke goederen volgens hen tot ieders stamvermogen behoorden en welke goederen tot ieders eindvermogen. Partijen hebben daarbij tevens voldaan aan het verzoek van het hof om voor de tot het stamvermogen behorende goederen de waarde van elk goed aan te geven op 27 april 2007 en voor de goederen behorende tot het eindvermogen de waarde van elk goed op 31 oktober 2019.
10.2.
Het hof stelt vast dat partijen van mening verschillen over zowel de omvang van ieders stam- en eindvermogen alsook over de waarde van de tot dat stam- en eindvermogen behorende goederen. Het grootste geschilpunt betreft de waarde van de flipperkasten van de man op de peildatum 31 oktober 2019. De vrouw stelt dat de waarde van de flipperkasten op de peildatum € 101.600,-- bedraagt. Zij verwijst daarvoor naar de door haar als productie 10 in eerste aanleg overgelegde taxatie. De man weerspreekt deze waarde. Op basis van de door hem als productie 14 bij brief van 14 mei 2022 overgelegde taxatie stelt hij dat de waarde van de flipperkasten op de peildatum € 44.400,-- bedraagt.
10.3.
Voordat het hof verder zal ingaan op het geschil over de omvang en waarde van de overige tot ieders stam- en eindvermogen behorende goederen, ziet het hof aanleiding om eerst een deskundige te benoemen ter beantwoording van de vraag wat de waarde is van de flipperkasten van de man (op de peildatum 31 oktober 2019). Dit gelet op het grote verschil tussen de door partijen gestelde waardes van de flipperkasten. Het hof is voornemens als deskundige te benoemen:
de heer R. Haanappel R.M.T.
Viginti taxaties en makelaardij
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mail]
Partijen kunnen zich uitlaten over het voornemen van het hof tot benoeming van de heer R. Haanappel als deskundige. Voorts kunnen partijen suggesties doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
Het hof is gelet op de omstandigheden van dit geding voornemens de kosten van de deskundige, die worden begroot op een bedrag van € 1.000,-- incl. BTW, voorshands gelijkelijk ten laste van partijen te brengen.

11.De beslissing

Het hof:
op het principaal en incidenteel appel:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 10.3 van deze beschikking geformuleerde vraag;
stelt partijen in de gelegenheid zich binnen vier weken na de datum van deze beschikking uit
te laten over het voornemen tot benoeming van:
de heer R. Haanappel R.M.T.
Viginti taxaties en makelaardij
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mail]
alsmede om suggesties te doen over de aan de deskundige voor te leggen vragen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.J. van Laarhoven, G.J. Vossestein en N. Veenendaal en is op 23 februari 2023 uitgesproken in het openbaar door mr. N. Veenendaal in tegenwoordigheid van de griffier.