ECLI:NL:GHSHE:2023:731

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
200.322.329/01 en 200.322.329/02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake curatele en mentorschap met betrekking tot de onder curatele gestelde

Op 15 februari 2023 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de curatele en het mentorschap van een meerderjarige. De zaak betreft verzoekster, die in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin het mentorschap van de onder curatele gestelde is omgezet in een curatele. Verzoekster heeft verzocht om de bestreden beschikking te schorsen en te vernietigen, en om een andere curator te benoemen. De onder curatele gestelde heeft echter zijn voorkeur uitgesproken voor de benoeming van de huidige curator, en zijn ouders steunen deze keuze. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2023 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder verzoekster, de onder curatele gestelde, zijn ouders en de curator. Het hof heeft vastgesteld dat de bezwaren van verzoekster tegen de benoeming van de curator onvoldoende gegrond zijn, en heeft de voorkeur van de onder curatele gestelde gevolgd. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot schorsing. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 15 februari 2023
Zaaknummer: 200.322.329/01 en 200.322.329/02
Zaaknummer eerste aanleg: 10259108 MS VERZ 22-1662
in de zaak in hoger beroep van:
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna: [verzoekster] ,
advocaat: mr. P. Baur,
als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de onder curatele gestelde] ,
wonende op een bij het hof bekend adres,
hierna: de onder curatele gestelde,
advocaat: mr. D.M.J.M.G. Cuijpers,
en
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader van de onder curatele gestelde,
en
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder van de onder curatele gestelde,
en
[curator] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [curator] ,
Als informant is aangemerkt:
[informant] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [informant] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 31 januari 2023 uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift ingekomen bij het hof op 6 februari 2023, heeft [verzoekster] verzocht:
- de bestreden beschikking te schorsen;
- de bestreden beschikking te vernietigen;
- opnieuw rechtdoende kantoor [informant] te benoemen tot curator;
- dan wel over te gaan tot benoeming van een onafhankelijk curator;
- kosten rechtens.
2.2.
Bij verweerschrift van 11 februari 2023, met bijlagen, heeft de onder curatele gestelde verzocht om het verzoek van [verzoekster] met betrekking tot de schorsing van de bestreden beschikking af te wijzen.
2.3.
Bij verweerschrift van 14 februari 2023, met bijlagen, heeft de onder curatele gestelde verzocht om de verzoeken van [verzoekster] tot vernietiging van de bestreden beschikking, [informant] tot curator te benoemen of een andere curator te benoemen, kosten rechtens, af te wijzen.
2.4.
Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de bestreden beschikking, van de advocaat van [verzoekster] , ingekomen bij het hof op 6 februari 2023;
- het procesdossier uit eerste aanleg, van de advocaat van [verzoekster] , ingekomen bij het hof op
6 februari 2023.
2.5.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 februari 2023. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- [verzoekster] , vertegenwoordigd door [medewerker 1] en [medewerker 2] , bijgestaan door haar advocaat;
- de onder curatele gestelde, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vader en de moeder van de onder curatele gestelde;
- [curator] .
2.5.1.
[informant] is, met kennisgeving vooraf, niet tijdens de mondelinge behandeling bij het hof verschenen.
2.5.2.
Namens [verzoekster] is tijdens de mondelinge behandeling een pleitnota overgelegd en voorgedragen.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 7 maart 2019, ingaande 16 maart 2019, is een mentorschap ingesteld ten behoeve van de onder curatele gestelde. [verzoekster] is tot mentor benoemd.
3.2.
Bij de bestreden beschikking is met ingang van 16 februari 2023 het mentorschap omgezet in een curatele en is [curator] tot curator benoemd.
3.3.
[verzoekster] kan zich met deze beslissing niet verenigen en is in hoger beroep gekomen.
3.4.
[verzoekster] voert – samengevat – het volgende aan. [verzoekster] kan zich niet vinden in de persoon van [curator] die door de kantonrechter tot curator is benoemd. [verzoekster] wil graag dat [informant] , dan wel een andere professionele organisatie tot curator wordt benoemd. [curator] heeft volgens [verzoekster] banden met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en deze personen hebben volgens [verzoekster] , in hun rol als mentor namens [verzoekster] , eerder niet in het belang van de onder curatele gestelde gehandeld.
3.5.
De onder curatele gestelde voert – samengevat – het volgende aan. De uitdrukkelijke voorkeur van de onder curatele gestelde ligt bij de benoeming van [curator] tot curator. De onder curatele gestelde heeft een goede band met [curator] en hij heeft veel vertrouwen in haar. Gelet op de problematiek die bij de onder curatele gestelde speelt, is dit voor hem van groot belang.
3.6.
[curator] voert – samengevat – het volgende aan. Zij wil graag de taken van curator oppakken in het belang van de onder curatele gestelde. Zij wil in samenwerking met de onder curatele gestelde een plan maken om in zijn belang de benodigde zorg, hulpverlening en financiële zaken op orde te krijgen. [curator] betwist dat er sprake is van enige belangenverstrengeling zoals door [verzoekster] is benoemd.
3.7.
De vader en de moeder van de onder curatele gestelde voeren – samengevat – het volgende aan. Zij ondersteunen de wens van rechthebbende [curator] tot curator te benoemen.
3.8.
Het hof komt tot de volgende beoordeling.
3.8.1.
Ingevolge artikel 1:378 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een meerderjarige door de rechter onder curatele worden gesteld wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van:
a. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel;
b. gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
3.8.2.
Ingevolge artikel 1:383 lid 1 BW benoemt de rechter bij het uitspreken van de curatele of zo spoedig mogelijk daarna een curator. Hij vergewist zich van de bereidheid en vormt zich een oordeel omtrent de geschiktheid van de te benoemen persoon.
Ingevolge artikel 1:383 lid 2 BW volgt de rechter bij de benoeming van de curator de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
3.8.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is namens [verzoekster] het verzoek met betrekking tot de schorsing van de bestreden beschikking ingetrokken. Dit betekent dat [verzoekster] in dit verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
3.8.4.
Het hof stelt voorop dat het hoger beroep uitsluitend ziet op de benoeming van de persoon van de curator. Het instellen van de maatregel staat niet ter discussie. De onder curatele gestelde heeft zijn uitdrukkelijke voorkeur uitgesproken en wil graag dat [curator]
tot curator wordt benoemd. [curator] is voor de onder curatele gestelde een vertrouwd persoon uit zijn directe omgeving. De bezwaren die [verzoekster] heeft geuit tegen de benoeming van [curator] hebben voornamelijk betrekking op de banden die [curator] zou hebben met [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Deze bezwaren zijn door de onder curatele gestelde gemotiveerd weersproken. Niet gesteld of gebleken is dat er ook bezwaren zijn tegen de persoon van [curator] . Het enkele feit dat [verzoekster] bezwaren heeft geuit tegen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] is daartoe onvoldoende. Dit betekent dat er geen gegronde redenen zijn komen vast te staan die zich verzetten tegen de benoeming van [curator] tot curator. Daarom zal de uitdrukkelijke voorkeur van de onder curatele gestelde gevolgd worden, welke voorkeur overigens ondersteund wordt door de ouders van de onder curatele gestelde.
Dit betekent dat de benoeming van [curator] tot curator van de onder curatele gestelde in stand zal blijven.
3.8.5.
Op grond van het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen. Het hof zal de proceskosten compenseren, gelet op de aard van de procedure.

4.De beslissing

Het hof:
verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek met betrekking tot de schorsing van de bestreden beschikking;
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van
31 januari 2023;
compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in artikel 1:391 BW een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, in verband met aantekening in het Centraal curatele- en bewindregister;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 15 februari 2023 gegeven door mrs. C.N.M. Antens, A.J.F. Manders en M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. Deze beschikking is daarna op 1 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend door C.N.M. Antens.