ECLI:NL:GHSHE:2023:736

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
20-001268-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en aanvulling van vonnis in hoger beroep inzake meerdere diefstallen en pogingen tot diefstal met bijbehorende schadevergoedingsmaatregelen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 3 juni 2022. De verdachte is veroordeeld voor driemaal poging tot diefstal in een woning en vijfmaal diefstal in een woning, gepleegd tussen 31 december 2021 en 12 januari 2022. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en bijzondere voorwaarden zoals deelname aan een gedragsinterventie en een meldplicht. Het hof bevestigde het vonnis, met aanvulling van gronden en verbetering van kennelijke verschrijvingen. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] werd gedeeltelijk toegewezen tot € 250,10, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen van andere benadeelde partijen werden afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de beslissingen van de rechtbank met betrekking tot beslag en schadevergoedingsmaatregelen herzien en de verdachte veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan de erven van het slachtoffer. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van recidivepreventie.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001268-22
Uitspraak : 1 maart 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 3 juni 2022, in de strafzaak met parketnummer 03-027830-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) op [geboortedag verdachte] 1978,
wonende te [adres verdachte] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair en 9 primair tenlastegelegde bewezenverklaard, het onder de feiten 1, 2 en 3 tenlastegelegde telkens gekwalificeerd als ‘poging tot diefstal in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt’ en het onder de feiten 4 tot en met 9 primair tenlastegelegde telkens gekwalificeerd als ‘diefstal in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt’, de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
De rechtbank heeft aan het voorwaardelijke strafdeel als bijzondere voorwaarden verbonden – kort gezegd – een meldplicht, deelname aan een gedragsinterventie gericht op de verbetering van cognitieve vaardigheden, meewerken aan het aflossen van schulden en het treffen van afbetalingsregelingen en meewerken aan het zoeken van werk of dagbesteding.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] is door de rechtbank gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 250,10 ter zake van geleden materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige is de vordering afgewezen. De verdachte is veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , tot de datum van het vonnis begroot op nihil.
De benadeelde partijen [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] zijn door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding.
De rechtbank heeft de onttrekking aan het verkeer bevolen van het inbeslaggenomen gereedschap, de teruggave aan de verdachte gelast van het inbeslaggenomen (slag)wapen en de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelast van vier inbeslaggenomen identiteitsbewijzen.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep zijn de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3]
niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding. In hoger beroep hebben deze benadeelde partijen zich niet opnieuw gevoegd ter zake van geleden schade. Gelet daarop zijn hun vorderingen in hoger beroep niet meer aan de orde.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met aanvulling van gronden en met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] en dat het hof, in zoverre opnieuw rechtdoende, de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] zal toewijzen tot een bedrag van
€ 250,10 ter zake van geleden materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen in de proceskosten die door de erven van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] – [erve benadeelde partij 1] – ter zake van het bijwonen van de zitting in hoger beroep zijn gemaakt, te weten een bedrag van € 49,74.
Door de raadsvrouw van de verdachte is primair integrale vrijspraak bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het bestreden vonnis – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – met aanvulling van de gronden waarop het berust en met verbetering van kennelijke verschrijvingen, en met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , de ten behoeve van deze benadeelde partij opgelegde schadevergoedingsmaatregel en de beslissingen met betrekking tot het beslag. In zoverre zal het vonnis waarvan beroep worden vernietigd. Bijgevolg zullen de daarmee samenhangende overwegingen van de rechtbank, dus voor zover die zien op de vordering van de (erven van de) benadeelde partij [benadeelde partij 1] , de ten behoeve van deze benadeelde partij opgelegde schadevergoedingsmaatregel en het beslag, in zijn geheel worden vervangen op de wijze als hierna vermeld.
Het hof zal tevens de toepasselijke wettelijke voorschriften waarop de beslissingen van de rechtbank zijn gegrond vervangen door de hierna opgenomen artikelen.
Aanvulling en verbetering van de bewijsmiddelen
Het hof heeft geconstateerd dat de verwijzingen naar de vindplaatsen van de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen op onderdelen aanvulling dan wel wijziging behoeven in de volgende zin:
  • het onder voetnoot 3 op pagina 3 van het vonnis opgenomen bewijsmiddel komt te luiden als volgt: ‘proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 20 januari 2022, pagina 33-36’;
  • het onder voetnoot 5 op pagina 3 van het vonnis opgenomen bewijsmiddel komt te luiden als volgt: ‘proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 31 januari 2022, pagina 349’;
  • het onder voetnoot 16 op pagina 6 van het vonnis opgenomen bewijsmiddel komt te luiden als volgt: ‘proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2022, pagina 126-129’;
  • het onder voetnoot 27 op pagina 8 van het vonnis opgenomen bewijsmiddel komt te luiden als volgt: ‘een niet in het procesdossier opgenomen proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] ’.
Het hof is voorts van oordeel dat de navolgende door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen – onder handhaving van het overige – op onderdelen aanvulling dan wel verbetering behoeven, welke aanvullingen of verbeteringen hieronder
onderstreept en cursiefzijn weergegeven:
- ten aanzien van feit 1, pagina 3 van het vonnis:
[aangever 1]woonachtig aan [adres 1] deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 1]
Ik doe aangifte van poging inbraak. Op 1 januari 2022 ontdekte ik op mijn mobiele telefoon dat ik een alert had ontvangen van ons bewakingssysteem. Ik ben de beelden van de nacht van 31 december 2021 op 1 januari gaan bekijken en ontdekte dat er om 04:19 uur via de tuin van mijn buren iemand door de struiken heen kwam en onze tuin inliep. Ik zag dat een negroïde man met dreadlocks in zijn haren naar de achterdeur van onze woning liep. Ik zag dat de man daar aan de deur voelde. Ik zag vervolgens dat de man om ons huis heen liep en bij de zijdeur ook nog voelde of deze mogelijk open was. Vervolgens liep de man weg van de woning. Bij het weglopen zag ik dat de man de handschoenen, die hij aanhad toen hij de tuin in kwam, uittrok en ons erf verliet.
(…)
Verbalisant [verbalisant 2]relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 1 januari 2022 kreeg ik via e-mail een aandachtvestiging. Daarin werd de herkenning van een persoon gevraagd van de camerabeelden, opgenomen op de [adres 1]
(het hof begrijpt: huisnummer [huisnummer] )in [plaats] . De persoon is te herkennen aan de kale inham op het voorhoofd, donkere haar, lang postuur in combinatie met de jas waarin ik de verdachte herken als: [verdachte] , geboren op [geboortedag verdachte] 1978. Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden vanuit eerdere meldingen omtrent deze persoon. Ik weet hoe de persoon eruitziet en ik heb recent met hem gesproken.
De laatste keer dat ik hem zag was op 19 november 2021. Het contact duurde toen ongeveer 15 minuten.Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken.
Ik herken de persoon aan de kale inham op het voorhoofd, donkere haar, lang postuur in combinatie met de jas die de verdachte droeg.
De verdachteverklaarde tijdens zijn verhoor bij de politie op 31 januari 2022 na het tonen van een printscreen van de camerabeelden van het adres [adres 1] te [plaats] zakelijk weergegeven:
O = Opmerking verbalisant
A = Antwoord verdachte
O: Ik toon jou een foto welke als bijlage 1 wordt gevoegd bij dit proces-verbaal. Dit is een screenshot van de bewegende beelden van de bewakingscamera (het hof begrijpt in samenhang met het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] op pagina 93 onderaan en de foto op pagina 94 bovenaan: een screenshot van camerabeelden van het adres [adres 1] te [plaats] d.d. 1 januari 2022, verstrekt door aangever [aangever 1] )A:Ja ik herken mezelf op de foto.
- Ten aanzien van feit 2, pagina 3 en 4 van het vonnis:
[aangever 2], woonachtig aan het adres [adres 2] te [plaats] , deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 2]
Op 12 januari 2022 omstreeks 02:23 uur hoorde ik een alarmmelding op mijn telefoon. Ik ben mijn camerabeelden gaan checken. Ik constateerde op de beelden dat er een mij onbekend persoon in onze achtertuin rondliep. Op de beelden is te zien dat de persoon aan de deurklink voelt van de toegangsdeur van de keuken. De achtertuin is volledig omheind middels een hekwerk.
Ik doe aangifte van een poging inbraak in mijn woning.
- Ten aanzien van feit 3, pagina 4 van het vonnis:
Getuige [getuige 1]verklaarde over de poging tot insluiping aan het adres [adres 2] te [plaats] – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Adres : [adres 2]
Op 12 januari 2022 te 02.06 uur is een voor mij onbekende persoon in de voortuin bij de deur van de kantoorruimte naast mijn woning geweest. Ik zag hem naar binnen kijken en ik zag dat hij met de rechterhand aan de deurgreep voelde.
Ik zag dit allemaal de volgende ochtend op de camerabeelden van de Ring camera.
De verbalisant heeft bij het
uitlezen van de camerabeeldenvan [adres 2] het navolgende waargenomen en gerelateerd:
Op foto 1 en 2 is te zien dat er een persoon aan de voorzijde van de woning komt aangelopen. Deze persoon loopt naar de woning toe, bukt en het lijkt alsof hij naar binnen kijkt. Volgens de bewoner betreft dat de deur van de kantoorruimte. Ook is te zien dat deze persoon met zijn rechterarm richting deze deur gaat en hier waarschijnlijk de deurgreep vast pakt. Op foto 3 is te zien dat de persoon een ver terug liggende haargrens heeft en donkerkleurige dreadlocks heeft.
Op foto 5 is te zien dat de persoon naar boven kijkt en schrikt van de camera waarna hij direct wegloopt.
Verbalisant [verbalisant 2]relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 26 januari 2022 kreeg ik via e-mail een aandachtvestiging. Daarin werd op basis
van beeldmateriaal de herkenning van een persoon gevraagd van de camerabeelden,
opgenomen op [adres 2] in Sittard
(de rechtbank begrijpt: huisnummer
[huisnummer] ). De persoon heeft opvallend rastahaar, kale inham op het voorhoofd en de persoon
heeft een smal postuur en is lang en herken ik als: [verdachte] ,
geboren op [geboortedag verdachte] 1978.
Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden vanuit eerdere meldingen omtrent deze persoon.Ik weet hoe de persoon uitziet en heb recent met hem gesproken. De laatste keer dat ik hem zag was op vrijdag 19 november 2021. Het contact duurde toen ongeveer 15 minuten.
Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Aan de combinatie van de lengte, het smalle postuur, het lange rastahaar, de kale inham op zijn voorhoofd, de ogen en het stoppelachtige ringbaardje.Ik herkende hem onmiddellijk toen ik de stills zag.
- Ten aanzien van feit 4, pagina 5 en 6 van het vonnis:
[aangever 3], woonachtig aan [adres 3] te [plaats] , deed aangifte van
diefstal uit haar woning, gepleegd op 31 december 2022 en verklaarde – zakelijk
weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 3]
Pleegdatum/tijd : tussen vrijdag 31 december 2021 om 00.00 uur en vrijdag 31 december 2021 om 05.00 uur
Ik wil aangifte doen van diefstal uit mijn woning.De achterdeur van de woning had ik niet op slot gedaan. In de woonkamer lag achter de bank de laptoptas van mijn man. In deze TravelTeq laptop tas zaten: 1 MacBook Pro 13 inch, 1 Macbook Pro 14 inch, Logitech clicker, Airpods Pro, Kindle e-reader, Mont Blanc balpen en diverse kabels en connectoren. Aan het einde van de ochtend, op 31 december 2022, constateerde mijn man dat de laptoptas verdwenen was.
(..)
Verbalisant [verbalisant 3]relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 31 januari 2022 werd terzake overtreding van artikel 311/1/5 van het Wetboek van Strafrecht buiten heterdaad aangehouden de verdachte: [verdachte] , geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) op [geboortedag verdachte] 1978.
Hij werd aangehouden in diens appartement, gelegen aan [adres verdachte] .
Aansluitend aan de aanhouding vond er onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in het appartement van de aangehouden verdachte. Bij deze doorzoeking werd er een bruine lederen aktetas aangetroffen met daarin een tweetal Macbooks en aanverwante ICT producten.
Op 7 februari 2022 ging ik met de tas naar de woning op het adres [adres 3] te [plaats] van de voorts te noemen aangever: [aangever 4] , geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats] . [aangever 4] gaf mij te kennen dat bovenstaande tas met inhoud inderdaad van hem was. Hij toonde mij dat hij zich middels een wachtwoord de toegang wist te verschaffen in de MacBook 13. Hij gaf mij voorts te kennen dat de gehele inhoud van de tas zijn eigendom was en dat hij enkele goederen uit zijn tas miste waaronder: een pen van het merk Mont Blanc, het tweede deel (bescheiden) van een Iers rijbewijs, een verlopen Iers paspoort (2018).
- Ten aanzien van feit 5, pagina 6 van het vonnis:
Verbalisant [verbalisant 3]relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 31 januari 2022 werd terzake overtreding van artikel 311/1/5 van het Wetboek van Strafrecht buiten heterdaad aangehouden de verdachte: [verdachte] , geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) op [geboortedag verdachte] 1978.
Hij werd aangehouden in diens appartement, gelegen aan [adres verdachte] . Aansluitend aan de aanhouding vond er onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in het appartement van de aangehouden verdachte.Bij deze doorzoeking werd er een kleine rode portemonnee aangetroffen van het merk Perugia met daarin enkele spaarkaarten.
Tevens werd er een legitimatiebewijs en rijbewijs aangetroffen in de woning op naam van: [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedag 2] te [geboorteplaats 2] . Tevens werd er een mobiele telefoon aangetroffen van het merk Samsung kleur zwart.De goederen zijn middels fotomateriaal aan de aangeefster [benadeelde partij 1] getoond. Alle bovenstaande goederen bleken afkomstig van bovengenoemde inbraak.
- Ten aanzien van feit 6, pagina 6 van het vonnis:
[benadeelde partij 3], woonachtig aan [adres 4] , deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 4]
Pleegdatum/tijd : tussen 6 januari 2022 om 23.00 uur en 7 januari 2022 om 09.00 uur
Op 6 januari 2021
(het hof begrijpt: 6 januari 2022), omstreeks 23.00 uur ben ik naar bed gegaan. Ik weet niet zeker of ik de achterdeur heb afgesloten. Ik weet wel zeker dat ik de poort van de achtertuin niet heb afgesloten. Vanochtend, 7 januari 2021
(het hof begrijpt: 7 januari 2022), omstreeks 08.45 uur heeft mijn partner de woning verlaten. Hij had het vermoeden dat er mogelijk was ingebroken. Toen ik beneden aankwam merkte ik dat er daadwerkelijk was ingebroken.
De goederen op de bijgevoegde goederenbijlage zijn weggenomen. Ik heb niemand toestemming gegeven de goederen weg te nemen.
- Ten aanzien van feit 7, pagina 8 van het vonnis:
Op 31 januari 2022 heeft er een
doorzoekingplaatsgevonden in de woning van de verdachte aan [adres verdachte] . Daarbij is onder meer aangetroffen:
  • een Huawei GSM;
  • een HP laptop Probook;
  • een Samsonite rugzak op wielen;
  • een bloeddrukmeter;
  • een Kingston USB-stick;
  • een laptop Lenovo

Verbalisant [verbalisant 4] relateerde het volgende:

Op 31 januari 2022, werd in de woning [adres verdachte] buiten heterdaad aangehouden op last van de officier van justitie, [verdachte] geboren op [geboortedag verdachte] 1978 in [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) .
Bij het betreden van de woning zagen ik en mijn collega’s belast met de aanhouding meerdere laptops, desktops en mobiele telefoons in de woonkamer liggen.
Op het politiebureau in Maastricht stelde ik een onderzoek in aan de HP Probook met serienummer 5CD9053CHB. Op de achterkant van de laptop trof ik een sticker aan [bedrijf] . Ik nam contact op en ontving een mail van een medewerkster. Deze liet mij weten dat deze HP laptop ontvreemd was uit de woning van een medewerker [betrokkene] wonende op [adres 5] .
Na bevraging van de politiesystemen bleek dat haar echtgenoot, [benadeelde partij 4] , aangifte had gedaan van woninginbraak. De inbraak was gepleegd tussen 24 december 2021 23.30 uur en 25 december 2021 09.00 uur. In de aangifte was voornoemde HP Probook opgenomen onder goednummer 2021201987-1472592.
In de bijlage goederen stonden 7 goederen vermeld. Hiervan hebben we onderstaande aangetroffen in de woning van [verdachte] :
  • rijbewijs op naam van [benadeelde partij 4]
  • Samsonite Guardit 2.0, rugzak op wielen
  • Lenovo zwart Notebook 17 inch

Op de sticker aan de achterkant van de laptop staat onder andere: Lenovo Ideapad 320-17AST. Omdat in de aangifte de Lenovo notebook erg summier was omschreven (Lenovo zwart Notebook 17 inch) nam ik telefonisch contact op met [benadeelde partij 4] , ik verzocht hem om mij meer details te verstrekken van de Lenovo notebook. [benadeelde partij 4] zei tegen mij dat zijn vrouw, [betrokkene] , mij dit per email zou laten toekomen. Per e-mail ontving ik Excel-overzicht van goederen die waren weggenomen met bijbehorende foto’s:

  • Lenovo laptop (ideapad 320-17AST) kleur zwart;
  • de werktelefoon van [benadeelde partij 4] = Huawei GSM;
  • Medisana bloeddrukmeter.
De gegevens op de sticker van de Levono notebook kwamen overeen met de inbeslaggenomen Levono
(het hof begrijpt: Lenovo)notebook.
De Huawei GSM met de verstrekte gegevens (IMEI) heeft de politie inbeslaggenomen in de woning van [verdachte] .Eastpack etui aangetroffen in de Samsonite rugtas op wielen.[betrokkene] liet ik per mail een foto toekomen van de door politie inbeslaggenomen bloeddrukmeter, tas en muts. Per mail ontving ik de volgende reactie van [betrokkene] : “Ja dat is de angora baret van mij, een tas van de DM Duitsland en ons bloeddrukapparaat.”
- Ten aanzien van feit 8, pagina 8 en 9 van het vonnis:
[benadeelde partij 5], woonachtig aan [adres 6] , deed aangifte van
diefstal uit zijn woning gepleegd op 9 juni 2021 en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 6]
Pleegdatum/tijd : 9 juni 2021 om 04.00 uur
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn woning. Hier zijn 2 laptops weggenomen. 1 laptop was mijn eigendom, 1 laptop was eigendom van het werk van mijn vrouw.Op 9 juni 2021 omstreeks 04.30 uur liepen wij naar beneden en zagen dat de 2 laptops wegwaren. De deur aan de achterzijde van de woning was in verband met de verbouwing niet afgesloten.
(..)
Op 31 januari 2022 heeft er een
doorzoekingplaatsgevonden in de woning van de verdachte aan [adres verdachte] . Daarbij is onder meer aangetroffen:
  • een
  • een
  • een powerbank

Verbalisant [verbalisant 4] relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:

Op 31 januari 2022, werd in de woning [adres verdachte] buiten heterdaad aangehouden op last van de officier van justitie, [verdachte] geboren op [geboortedag verdachte] 1978 in [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) .
Bij het betreden ter aanhouding zagen ik en mijn collega’s belast met de aanhouding, meerdere laptops, desktops en mobiele telefoons in de woonkamer liggen.
Op het politiebureau in Maastricht stelde ik een onderzoek in aan de HP laptop met
serienummer CND6246R05.
Deze laptop lag in de woonkamer van [verdachte] op een matras dat op de grond lag.Op de achterkant van de laptop trof ik een sticker van [bedrijf 2] aan. Ik nam telefonisch contact op en verzocht de gegevens van de gebruiker van de laptop door te geven. Op diezelfde dag werd ik teruggebeld door [betrokkene 2] , echtgenote van [benadeelde partij 5] en zij vertelde dat de laptop was gestolen medio juni 2021.
In datzelfde telefoongesprek vroeg [betrokkene 2] aan mij of we ook de laptop van haar man en de powerbank van haar zoon hadden teruggevonden. Ik vroeg aan [betrokkene 2] of zij mij per mail foto’s of een rekening van de powerbank kon laten toekomen en een omschrijving van de laptop van haar man. Per mail ontving ik een rekening van de powerbank. Over de laptop van haar man schreef ze: “We hebben helaas geen foto van de HP laptop, wat betreft de vraag hoe deze geplakt was met tape, we dachten dat het grijze tape was en zo geplakt dat het scherm niet meer dicht kon vallen/maken”.In de woonkamer van [verdachte] troffen we een powerbank aan zoals op de rekening afgebeeld, aangeleverd door [betrokkene 2] en de HP laptop van haar man zoals zij had omschreven.
- Ten aanzien van feit 9, op pagina 9 van het vonnis:
[aangever 5], woonachtig aan [adres 7] , deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:
Plaats delict : [adres 7]
Ik doe aangifte van diefstal uit mijn woning.Op 11 januari 2022, omstreeks 23.15 uur was alles in mijn woning intact. Op 12 januari 2022, omstreeks 07.00 uur, kwam mijn man erachter dat er bij ons was ingebroken. Hij miste zijn laptop, telefoon en ik mijn portemonnee. Aan mijn woning is geen braakschade. De tuindeur aan de achterzijde van onze woning was niet afgesloten.
In de verklaring van de aangever worden de goederen genoemd die zijn weggenomen.
Bijlage goederen:
  • Apple iPad Air2 32 GB;
  • Samsung telefoon
  • Portemonnee Cowboys Belt The Purse
(..)
Op 31 januari 2022 heeft er een
doorzoekingplaatsgevonden in de woning van de verdachte aan [adres verdachte] . Daarbij is onder meer aangetroffen:
  • een Samsung
  • een
  • een
  • een portemonnee
Tot slot bezigt het hof, in aanvulling op de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen, tevens de navolgende bewijsmiddelen tot het bewijs:
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 9
1.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 31 januari 2022, pagina 334 en 335, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Pagina 334
Op 31 januari 2022 omstreeks 08:32 uur, hielden wij op de locatie [adres verdachte] , binnen de gemeente [gemeente] , als verdachte aan:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedag verdachte] 1978
Geboorteplaats : [geboorteplaats verdachte] in [geboorteland] .
2.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 346 tot en met 354, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] , afgelegd op 31 januari 2022:
Pagina 346
A: Verdachte
V: Verhoorder
Pagina 347
V: Waar woon / verblijf jij?
A: Waar ik vanmorgen gepakt ben.
V: Hoe lang woon je hier al?
A: Eén jaar. Ik sta hier ook ingeschreven.
V: Met wie?
A: Met niemand. Soms komt mijn ex vriendin 1 of 2 keer in de week langs. Dan wast ze de kleren en gaat ze weer weg.
V: Wie heeft er een sleutel van de woning?
A: Alleen zij.
Pagina 348
V: Heb je een mobiele telefoon?
A: Ja, ik heb verschillende mobiele telefoons.
V: De laptops in jouw woning zijn die allemaal van jou?
A: Ja.
V: Hoe groot ben jij?
A: 1.90 meter
Pagina 352
V: Waarom liggen er meerdere tassen in de woning, waar ook laptops in zitten?
A: Die tassen zijn van mij?
Ten aanzien van feit 1
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 januari 2022, pagina 31, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
De man op het filmpje
(het hof begrijpt: de camerabeelden van [adres 1] )herken ik als zijnde [verdachte] . Ik kreeg een filmpje doorgestuurd van [aangever 1]
(het hof begrijpt: aangever [aangever 1] ). Op dit filmpje herkende ik de persoon die door de tuin heen liep. Ik herkende deze persoon direct. Ik zit in de verhuur en [verdachte] heeft ooit van mij gehuurd. Ik heb destijds veel problemen en dus veel contact gehad met [verdachte] . [verdachte] heeft een apart voorkomen. Er zijn maar weinig mensen die op hem lijken. Zijn haargrens ligt ver naar achteren in combinatie met zijn lange haar herkende ik hem meteen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 januari 2022, pagina 32, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :
Ik kreeg een filmpje
(het hof begrijpt: de camerabeelden van [adres 1] )doorgestuurd van [aangever 1]
(het hof begrijpt: aangever [aangever 1] ). Op dit filmpje zag ik een man door een tuin lopen. Ik herkende direct deze man, dit is [verdachte] . Ik zit in de verhuur en heb in het verleden aan [verdachte] verhuurd. [verdachte] heeft een heel karakteristiek figuur. Hij heeft lange haren, een donkere huidskleur, en het meest opvallende was zijn slungelige loopje. Hierdoor herkende ik hem meteen.
5.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, vijfde meervoudige kamer voor strafzaken, van 15 februari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
Het klopt dat ik de [getuige 2] ken. Ik heb ooit een kamer van hem gehuurd.
6.
De eigen waarneming van het hof, gedaan ter terechtzitting van 15 februari 2023, voor zover inhoudende:
Het hof neemt op het videobestand ‘ [bestandsnaam 1] ’ in het mapje “ [map 1] ” het volgende waar:
Op de beelden is te zien dat een persoon met dreadlocks in de richting van de woning loopt. Deze persoon lijkt met zijn hand naar de deurklink te gaan, en kijkt bij de woning naar binnen.
Het hof constateert dat het videobestand ‘ [bestandsnaam 1] ’ van ruim voldoende kwaliteit is om waarnemingen ten aanzien van persoonskenmerken, zoals haardracht, huidskleur en postuur, te kunnen doen, alsmede om tot een herkenning te kunnen komen.
Het hof neemt ter terechtzitting waar dat de verdachte dreadlocks, een teruggetrokken haargrens en een donkere huidskleur heeft en dat hij, gelet op deze kenmerken, sterke gelijkenissen vertoont met de persoon welke te zien is op voornoemde camerabeelden.
Ten aanzien van feit 2
7.
Een proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 27 januari 2022, pagina 92 tot en met 101, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Pagina 94
Op 12 januari 2022, omstreeks 02.23 uur, vond er een poging tot insluiping plaats in de woning gelegen aan [adres 2] . Aangever [aangever 2] constateerde op de bewakingsbeelden dat er een voor haar onbekende persoon in de achtertuin van de woning rondliep en aan de deurklink voelde van de deur welke toegang biedt tot de keuken van genoemde woning.
Ik, verbalisant, bekeek de beelden. Ik zag een aantal opvallende kenmerken/overeenkomsten met [verdachte] . Ik zag dat de persoon een donkere huidskleur had en lange zwarte haren in dreadlocks met een ver naar achteren liggende haargrens. Ik zag dat de persoon gekleed was in een lange driekwart jas.
8.
De eigen waarneming van het hof, gedaan ter terechtzitting van 15 februari 2023, voor zover inhoudende:
Het hof neemt op het videobestand ‘ [bestandsnaam 2] ’ het volgende waar:
Op de beelden is een manspersoon met dreadlocks en een donkere huidskleur te zien.
Het hof constateert dat het videobestand ‘ [bestandsnaam 2] ’ van ruim voldoende kwaliteit is om waarnemingen ten aanzien van persoonskenmerken, zoals haardracht, huidskleur en postuur, te kunnen doen, alsmede om tot een herkenning te kunnen komen.
Het hof neemt ter terechtzitting waar dat de verdachte dreadlocks, een teruggetrokken haargrens en een donkere huidskleur heeft en dat hij, gelet op deze kenmerken, sterke gelijkenissen vertoont met de persoon welke te zien is op voornoemde camerabeelden.
Ten aanzien van feit 3
9.
De eigen waarneming van het hof, gedaan ter terechtzitting van 15 februari 2023, voor zover inhoudende:
Het hof neemt op het videobestand ‘ [bestandsnaam 3] ’ het volgende waar:
Op de beelden is een manspersoon met dreadlocks, een teruggetrokken haargrens en een ringbaardje te zien.
Het hof constateert dat het videobestand ‘ [bestandsnaam 3] ’ van ruim voldoende kwaliteit is om waarnemingen ten aanzien van persoonskenmerken, zoals haardracht, huidskleur en postuur, te kunnen doen, alsmede om tot een herkenning te kunnen komen.
Het hof neemt ter terechtzitting waar dat de verdachte dreadlocks, een teruggetrokken haargrens en een donkere huidskleur heeft en dat hij, gelet op deze kenmerken, sterke gelijkenissen vertoont met de persoon welke te zien is op voornoemde camerabeelden.
10.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 31 januari 2022, pagina 346 tot en met 354, voor zover inhoudende als opmerking van verbalisant [verbalisant 5] :
Pagina 350
O: Ik zie bij jou ook een ringbaard.
Ten aanzien van feit 4
11.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2022, pagina 102 tot en met 105, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Pagina 102
Op 31 januari 2022, werd in de woning [adres verdachte] buiten heterdaad aangehouden op last van de officier van justitie, [verdachte] geboren op [geboortedag verdachte] 1978 in [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) .
Tijdens deze doorzoeking werden meer dan 5 laptops, 2 desktops, meer dan 5 mobiele telefoons, een bruin leren damestas en portemonnee van het merk Cowboybag, een rode portemonnee met diverse pasjes waar onder een ID-kaart en rijbewijs, een bruin leren attacheetas met inhoud (2 laptops, digitaal apparatuur, papieren), meerdere computermuizen, een digitale fotocamera van het merk Nikon model D40, een zwarte rugzak met inhoud (laptop, papieren, diverse pasjes en een ID-kaart) en nog diverse andere goederen in beslag genomen.
Pagina 103
Op het politiebureau stelde ik een onderzoek in op de bruin leren attacheetas met inhoud (2 laptops, digitaal apparatuur, papieren). Ik zag dat in deze attacheetas onder meer zat:
  • Amazon e-reader;
  • Apple laptop;
  • Apple Macbook Pro in een leren bruine etui;
  • Diverse kabels en randapparatuur voor laptops;
  • Brillenetui;
  • Papieren, waaronder een rekening van [bedrijf 3] op naam van [aangever 4] , [adres 3] in Sittard , een overzicht van ICS (creditcard) ook op naam van [aangever 4] en zelfde adres en een kerstkaart in de Engelse taal geschreven, gericht aan [aangever 4] en afkomstig van ‘man en pap’.
12.
Een schriftelijk bescheid, te weten een ontvangstbewijs d.d. 18 februari 2022, pagina 221, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ondergetekende,
Achternaam : [benadeelde partij 2]
Voornamen : [benadeelde partij 2]
Geboren : [geboortedag 3]
Adres : [adres 3]
verklaart op 18 februari 2022 uit handen van de recherche te Maastricht te hebben ontvangen:
Object : tas (akten)
Merk : Travelteq
Kleur : bruin
Bijzonderheden : met inhoud, onder andere 2x laptop Apple met papieren van [aangever 4] .
Ten aanzien van feit 5
13.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2022, pagina 102 tot en met 105, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Pagina 102
Op 31 januari 2022, werd in de woning [adres verdachte] buiten heterdaad aangehouden op last van de officier van justitie, [verdachte] geboren op [geboortedag verdachte] 1978 in [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) .
Tijdens deze doorzoeking werden meer dan 5 laptops, 2 desktops, meer dan 5 mobiele telefoons, een bruin leren damestas en portemonnee van het merk Cowboybag, een rode portemonnee met diverse pasjes waar onder een ID-kaart en rijbewijs, een bruin leren attacheetas met inhoud (2 laptops, digitaal apparatuur, papieren), meerdere computermuizen, een digitale fotocamera van het merk Nikon model D40, een zwarte rugzak met inhoud (laptop, papieren, diverse pasjes en een ID-kaart) en nog diverse andere goederen in beslag genomen.
Op het politiebureau stelde ik een onderzoek in op de:
Pagina 104
rode portemonnee met diverse pasjes waar onder een ID-kaart en rijbewijs. Ik zag dat in deze rode portemonnee onder meer zat:
  • Gamma voordeelpas, meer Hema pas en een OV-chipkaart, allemaal zonder naam;
  • een ID-kaart op naam van [benadeelde partij 1] geboren op [geboortedag 2] in [plaats] ;
  • een rijbewijs op naam van [benadeelde partij 1] geboren op [geboortedag 2] in [plaats] .
14.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2022, pagina 120 tot en met 122, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Pagina 120
Ik, verbalisant, stelde een dieper onderzoek in naar de goederen weggenomen bij de woninginbraak in de woning [adres 8] , gepleegd tussen 28 december 2021 21.00 uur en 29 december 2021 08.00 uur.
In de woning van [verdachte] , werd in de wasbak op de badkamer onder een hoop kleding een rode portemonnee aangetroffen, met daarin het rijbewijs en de ID-kaart van [benadeelde partij 1] .
Pagina 121
De kleding in de wasbak, die bovenop de rode portemonnee van [benadeelde partij 1] lag, werd onderzocht. In de blauwgrijze broek, die in de wasbak lag, werden 2 paar zwarte handschoenen en een schroevendraaier aangetroffen.
15.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, vijfde meervoudige kamer voor strafzaken, van 15 februari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
De advocaat-generaal toont mij de foto van de blauwgrijze broek, zoals opgenomen op pagina 121 van het dossier. Ik antwoord daarop dat deze broek van mij is.
Ten aanzien van feit 6
16.
Een schriftelijk bescheid, te weten een ontvangstbewijs d.d. 18 februari 2022, pagina 218, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ondergetekende,
Achternaam : [benadeelde partij 3]
Voornamen : [benadeelde partij 3]
Geboren : [geboortedag 4]
Adres : [adres 4]
verklaart op 18 februari 2022 uit handen van de recherche te Maastricht te hebben ontvangen:
Object : tas (schouder)
Merk : Cowboysbag leren damestas
Kleur : bruin
Object : computer (notebook)
Merk : HP
Inhoud/specificatie : 12s31ea#abh
Object : computer (notebook)
Merk : Asus D712d
Bijzonderheden : Vivo book 17
Object : fotocamera
Merk : Nikon D40
Bijzonderheden : met SD-kaart
Object : ID-kaart
Merk : [benadeelde partij 3]
Ten aanzien van feit 7
17.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, pagina 144 tot en met 146, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Pagina 144
Op 31 januari 2022 werd buiten heterdaad aangehouden de verdachte [verdachte] , geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) op [geboortedag verdachte] 1978.
Aansluitend aan de aanhouding vond er onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in de woning van de aangehouden verdachte. Bij deze doorzoeking werd onder andere een zwart/grijze rugzak, merk Caselogic, in de woning aangetroffen en in beslag genomen.
Op 4 februari 2022 stelde ik een onderzoek in aan deze rugzak met inhoud. Ik trof in deze rugzak een USB-stick aan, grijs/zwart van kleur, van het merk Imation.
Pagina 145
Bij het bekijken van de inhoud van deze USB-stick zag ik dat de G-schijf de naam: [benadeelde partij 4] had en dat er een map was aangemaakt met de naam [benadeelde partij 4] . verder bleek dat ‘ [benadeelde partij 4] ’ de auteur is van onder andere een van de op de USB aangetroffen Excel-bestanden en dat dit bestand voor het laatst is gewijzigd door ‘ [benadeelde partij 4] ’ op 11 januari 2021.
Uit onderzoek bleek dat deze USB-stick is buitgemaakt bij een woninginbraak te [plaats] aan [adres 5] , gepleegd tussen 24 december 2021, omstreeks 23.30 uur, en 25 december 2021, omstreeks 09.00 uur.
18.
Een schriftelijk bescheid, te weten een ontvangstbewijs d.d. 18 februari 2022, pagina 214 en 215, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ondergetekende,
Achternaam : [benadeelde partij 4]
Voornamen : [benadeelde partij 4]
Geboren : [geboortedag 5]
Adres : [adres 5]
verklaart op 18 februari 2022 uit handen van de recherche te Maastricht te hebben ontvangen:
Object : telefoon
Merk : Huawei
Bijzonderheden : pleister voorzijde op camera
Object : computer (notebook)
Merk : HP Probook 450g6
Bijzonderheden : Arcus IT beheer
Object : zak (rugzak)
Merk : Samsonite guardit 2.0
Bijzonderheden : rugzak met wielen
Object : bloeddrukmeter
Object : USB-stick
Merk : Kingston 32GB
Object : computer (notebook)
Merk : Lenovo Ideapad 320-17a
Ten aanzien van feit 8
19.
Een schriftelijk bescheid, te weten een ontvangstbewijs d.d. 18 februari 2022, pagina 220, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ondergetekende,
Achternaam : [benadeelde partij 5]
Voornamen : [benadeelde partij 5]
Geboren : [geboortedag 6]
Adres : [adres 6]
verklaart op 18 februari 2022 uit handen van de recherche te Maastricht te hebben ontvangen:
Object : batterij
Merk : Samsung 10000fastcharge
Object : computer (notebook)
Merk : HP
Bijzonderheden : laptop is geplakt met duct-tape
Object : computer (notebook)
Merk : HP 7265ngw
Bijzonderheden : sticker [bedrijf 2]
Ten aanzien van feit 9
20.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2022, pagina 156 tot en met 162, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Pagina 156
Op 31 januari 2022, werd in de woning [adres verdachte] buiten heterdaad aangehouden op last van de officier van justitie, [verdachte] geboren op [geboortedag verdachte] 1978 in [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland] ) .
Bij het betreden ter aanhouding zagen ik en mijn collega’s belast met de aanhouding meerdere laptops, desktops en mobiele telefoons in de woonkamer liggen.
Op het politiebureau in Maastricht stelde ik een onderzoek in aan een tablet, Samsung model SM-T820. Deze tablet lag in de woonkamer van [verdachte] op de bank.
Pagina 157
Ik onderzocht de tablet verder en zag dat er een SD-kaartje in zat. Ik stelde een onderzoek in op het SD-kaartje, hierop stonden verschillende soorten documenten en foto’s. Een van de foto’s was van een ID-kaart, op naam van [aangever 5] .
Naast een foto van de ID-kaart van [aangever 5] op het SD-kaartje zag ik ook foto’s van behaalde certificaten met de naam van [aangever 5] erop.
In de woning van [verdachte] was in beslag genomen een portemonnee van het merk Cowboysbag en een Samsung 20+ GSM.
Op 7 februari 2022 nam ik telefonisch contact op met [aangever 5] . Ik vertelde [aangever 5] dat we een tablet in beslag hadden genomen, met daarop onder andere een afbeelding van haar ID-kaart en meerdere certificaten met haar naam erop. Ik vroeg aan [aangever 5] op wat voor een tablet deze afbeeldingen stonden. Ik hoorde [aangever 5] zeggen: “Dat is op mijn Samsung tablet, in de aangifte staat een iPad maar dat heb ik fout doorgegeven. We hebben ze toen samen gekocht maar de iPad heb ik nog”. Ik vroeg aan [aangever 5] of zij mij kom omschrijven wat bij haar Samsung tablet zat, toen deze werd gestolen. Ik hoorde [aangever 5] zeggen: ”Om de tablet zit een origineel hoesje van Samsung met toetsenbord. Een zwarte pen waarmee je kan schrijven op het beeldscherm. Deze zat aan de zijkant van het hoesje gestoken.”.
De omschrijving van [aangever 5] haar tablet, komt overeen met de tablet zoals in beslag genomen door de politie.
Pagina 159
Ik vroeg aan [aangever 5] of zij mij meer details kon vertellen over de Samsung GSM die op de goederenlijst stond. Ik hoorde [aangever 5] zeggen: “Deze was van mijn man ( [naam] ), hij had er een hoesje om heen zitten van de Giro”.
Voordat ik [aangever 5] had opgebeld, had ik de in beslag genomen Samsung GSM bekeken, als screensaver zag ik een afbeelding van een mannelijke wielrenner op een renfiets. Ik vroeg aan [aangever 5] om deze wielrenner te omschrijven, dit was nog al moeilijk voor haar omdat ze niet precies wist om welke foto het ging. Ik gaf aan dat de wielrenner een berg op fietste in een zuidelijk land. Aan het stuur van de renfiets zat een bordje gemonteerd met het nummer 821. Ik hoorde [aangever 5] zeggen: “Ik loop even de garage in, mijn man heeft daar al zijn bordjes hangen. Ja, dit bordje hangt er ook.”
Ik vroeg aan [aangever 5] of zij mij de portemonnee kon omschrijven die op de goederenlijst stond. Ik hoorde haar zeggen: “Langwerpig model, met een grote rits in het midden en eentje aan de achterzijde. Als je hem openmaakt zit in het midden ook weer een rits, met aan weerszijde allemaal vakjes.”. De omschrijving van haar portemonnee komt overeen met de in beslag genomen portemonnee. Ik mailde [aangever 5] enkele foto’s van de in beslag genomen portemonnee. [aangever 5] reageerde hierop per mail: “De portemonnee is inderdaad van mij.”.
De politie heeft in de woning van [verdachte] een HP laptop in beslag genomen onder goednummer 2022010537-1481224. Het model- en serienummer komen overeen met de gegevens op de aangeleverde factuur van de aankoop van de HP laptop door haar man bij de [winkel] . In een USB-poort van de laptop troffen wij een draadloze ontvanger aan, voor een computermuis of toetsenbord van Logitech. Deze hoort hoogstwaarschijnlijk bij het achtergebleven toetsenbord, waarvan [aangever 5] foto’s heeft gemaild.
21.
Een schriftelijk bescheid, te weten een ontvangstbewijs d.d. 18 februari 2022, pagina 216, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ondergetekende,
Achternaam : [aangever 5]
Voornamen : [aangever 5]
Geboren : [geboortedag 7]
Adres : [adres 7]
verklaart op 18 februari 2022 uit handen van de recherche te Maastricht te hebben ontvangen:
Object : Telefoon
Merk : Samsung S20+
Object : Tablet
Merk : Samsung SM-T820
Object : Computer (notebook)
Merk : HP
Inhoud : model 17-by1848nd
Object : Portemonnee
Merk : Cowboysbag dames leer
Op te leggen sanctie
In hetgeen door en namens de verdachte in hoger beroep naar voren is gebracht met betrekking tot de straftoemeting, waaronder het risico dat de verdachte zijn woning dreigt te verliezen en dat zijn schulden zullen oplopen wanneer hij opnieuw gedetineerd raakt, ziet het hof geen aanleiding om tot een andere strafoplegging te komen dan de rechtbank. Het hof sluit zich geheel aan bij de overwegingen die de rechtbank aan die strafoplegging ten grondslag heeft gelegd. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte – die in hoger beroep de tenlastegelegde (pogingen tot) insluipingen stellig heeft ontkend – leggen naar het oordeel van het hof onvoldoende gewicht in de schaal om af te wijken van de (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelet op de aard, ernst en frequentie van de bewezenverklaarde gedragingen in deze zaak passend en geboden is. Met de rechtbank ziet het hof bovendien de noodzaak om ter voorkoming van recidive bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijke strafdeel te verbinden. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard daaraan te zullen meewerken. Het hof bevestigt het vonnis dan ook in zoverre.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5]
De benadeelde partijen [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] hebben schriftelijk te kennen gegeven hun vorderingen tot schadevergoeding in hoger beroep te handhaven. Zij zijn ter terechtzitting in hoger beroep niet verschenen om hun vorderingen toe te lichten. Het hof ziet met betrekking tot deze vorderingen geen aanleiding om anders te beslissen dan de rechtbank, zodat het vonnis in zoverre wordt bevestigd.
De vordering van de erven van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van
€ 365,09, bestaande uit € 265,09 aan materiële schade en € 100,- aan immateriële schade. Voorts is in eerste aanleg een bedrag van € 92,91 aan proceskosten (bestaande uit reiskosten en verleturen) gevorderd.
De vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 250,10 bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. Het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij, alsmede de gevorderde proceskosten, zijn door de rechtbank afgewezen.
Het hof is gebleken dat de benadeelde partij, nadat de vordering tot schadevergoeding is ingediend, is komen te overlijden. De vordering van de benadeelde partij is daarom onder algemene titel overgegaan op de rechtsopvolgers/erfgenamen van de benadeelde partij.
De erve van de benadeelde partij, mevrouw [erve benadeelde partij 1] , heeft schriftelijk te kennen gegeven dat de vordering in hoger beroep wordt gehandhaafd. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft zij de vordering verlaagd tot het bedrag van € 250,10, zijnde het in eerste aanleg toegewezen bedrag aan materiële schade. Daarnaast heeft zij een vergoeding gevorderd voor de kosten die verband houden met het bijwonen van de terechtzitting in hoger beroep, te weten een bedrag van € 49,74 aan reis- en parkeerkosten en een bedrag van € 92,44 aan verletkosten.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep de vordering tot schadevergoeding niet betwist. Ten aanzien van de gevorderde proceskosten bestaande uit de reis- en parkeerkosten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Met betrekking tot de gevorderde verletkosten heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat dit een extra schadepost betreft en dat de vordering tot schadevergoeding in hoger beroep niet kan worden verhoogd, zodat de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] als gevolg van het onder 5 primair bewezenverklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden tot het in hoger beroep gevorderde en in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 250,10. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het toe te wijzen bedrag zal, zoals gevorderd, worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021, zijnde het moment waarop de schade is ontstaan, tot aan de dag der algehele voldoening.
Met betrekking tot de door de benadeelde partij gevorderde proceskosten, bestaande uit
reis-, parkeer- en verletkosten van de erve van de benadeelde partij, [erve benadeelde partij 1] , overweegt het hof als volgt. Het hof is van oordeel dat deze kosten, ingevolge het bepaalde in artikel 238, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, toewijsbaar zijn. Het hof zal de verdachte derhalve tevens veroordelen in de proceskosten aan de zijde van de benadeelde partij, tot op heden begroot op € 142,18. Voorts zal de verdachte worden veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging van dit arrest door de benadeelde partij nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het onder feit 5 primair bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan het slachtoffer [benadeelde partij 1] is toegebracht tot een bedrag van € 250,10. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op
te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan de erven van het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Beslag
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat bij gelegenheid van het vooronderzoek onder de verdachte een slagwapen, een stuk gereedschap en klein geknipte stukken van identiteitskaarten (vermoedelijk 4 stuks) in beslag zijn genomen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte uitdrukkelijk afstand van deze inbeslaggenomen voorwerpen gedaan. Het hof beschouwt dit als een (afstands)verklaring als bedoeld in artikel 116, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop is niet langer een beslissing op enig beslag vereist en zal het hof de beslissingen van de rechtbank ten aanzien van het beslag, als vermeld op de beslaglijst van 19 mei 2022, vernietigen.
Vervanging van de toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof vervangt de door de rechtbank aangehaalde artikelen door de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde. Op deze artikelen is zowel het deel van het bevestigde dictum van de rechtbank als de hierna te geven beslissing gegrond.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, doch uitsluitend ten aanzien van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de beslissingen met betrekking tot de onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen, en doet in zoverre opnieuw recht:
wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ter zake van het onder feit 5 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 250,10 (tweehonderdvijftig euro en tien cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021 tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt de verdachte in de door de erven van de benadeelde partij – [erve benadeelde partij 1] – gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
142,18 (honderdtweeënveertig euro en achttien cent);
legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de erven van het slachtoffer, genaamd
[benadeelde partij 1], ter zake van het onder feit 5 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 250,10 (tweehonderdvijftig euro en tien cent)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2021 tot aan de dag der voldoening en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 5 (vijf) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van de erven van het slachtoffer niet opheft;
bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het vorenoverwogene.
Aldus gewezen door:
mr. R.G.A. Beaujean, voorzitter,
mr. F.P.E. Wiemans en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. van Kaathoven, griffier,
en op 1 maart 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. R.G.A. Beaujean is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.