ECLI:NL:GHSHE:2024:1168

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
20-000900-23, 20-000760-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van ambtenaren en wederspannigheid tijdens aanhouding

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen eenvoudige belediging van ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, alsook aan wederspannigheid tijdens zijn aanhouding. De verdachte, geboren in 1979, heeft zich op 24 mei 2022 in 's-Hertogenbosch schuldig gemaakt aan beledigingen gericht aan medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen, waarbij hij beledigende en kwetsende taal gebruikte. Daarnaast heeft hij zich op 1 maart 2022 in Eindhoven verzet tegen zijn aanhouding door zich fysiek te verzetten en beledigende woorden te uiten naar de politie. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gemachtigde niet kon worden aangetoond. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat meerdere eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten bevatte, en heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.

Uitspraak

Parketnummers : 20-000900-23 en 20-000760-23 (ter terechtzitting gevoegd)
Uitspraak : 28 februari 2024
TEGENSPRAAK (ex artikel 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 8 november 2022, in de strafzaak met parketnummer 01-129134-22 alsmede het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch, van 7 februari 2023, in de strafzaak met parketnummer 01-087354-22, welke zaken ter terechtzitting in hoger beroep zijn gevoegd, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep van 8 november 2022 onder parketnummer 01-129134-22 heeft de politierechter de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten bewezenverklaard, de bewezenverklaarde feiten niet gekwalificeerd, en de verdachte te dier zake veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
De politierechter heeft de benadeelde partij [benadeelde partij] , die een vordering met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde heeft ingediend, strekkende tot vergoeding van
€ 250,00 aan immateriële schade, niet-ontvankelijk verklaard in de vordering.
Bij vonnis waarvan beroep van 7 februari 2023 is de verdachte onder parketnummer 01-087354-22 ter zake van ‘wederspannigheid’ (feit 1) en ‘eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd’ (feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Van de zijde van de verdachte is tegen beide voormelde vonnissen afzonderlijk hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is ten aanzien van de strafzaak met parketnummer 01-129134-22 gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg en ten aanzien van de strafzaak met parketnummer 01-087354-22 gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Voorgenoemde strafzaken zijn ter terechtzitting van 14 februari 2024 in hoger beroep gevoegd.
Het hof heeft kennisgenomen van de vorderingen van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft met betrekking tot de strafzaak met parketnummer 01-129134-22 gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen, met uitzondering van de vordering benadeelde partij [benadeelde partij] , ter zake waarvan de advocaat-generaal zich op het standpunt heeft gesteld dat de vordering voor toewijzing in aanmerking komt.
Met betrekking tot de strafzaak met parketnummer 01-087354-22 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van het hof. Voorts heeft de raadsvrouw een straftoemetingsverweer gevoerd. Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] is door de raadsvrouw bepleit dat deze niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis in de strafzaak met parketnummer 01-129134-22 verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel dat gehele vonnis vernietigen.
Het beroepen vonnis in de strafzaak met parketnummer 01-087354-22 zal worden vernietigd, omdat de politierechter heeft volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 01-129134-22:
1.
hij op of omstreeks 24 mei 2022 te 's-Hertogenbosch opzettelijk de/een ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , Buitengewoon Opsporingsambtena(a)r(en), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hun de woorden toe te voegen: "kanker flikker" en/of "kanker blanken”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 24 mei 2022 te 's-Hertogenbosch opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "kankerhoer, krijg de kanker" en/of "kanker blanke", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 01-087354-22 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 1 maart 2022 te Eindhoven, althans in Nederland, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 3] (brigadier bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 5] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 4] (aspirant bij de politie Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten tijdens de aanhouding van verdachte door
- een of meermalen te bewegen in andere richting dan de richting waarin zij, verbalisanten, hem trachtten te geleiden,
- een of meermalen kracht op zijn benen te zetten en/of (met kracht) met diens benen het portier te omklemmen,
- een of meermalen kracht op diens armen te zetten en/of
- een of meermalen diens arm weg te trekken;
2.
hij op of omstreeks 1 maart 2022 te Eindhoven, althans in Nederland, opzettelijk een of meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 5] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 4] (aspirant bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 6] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid en/of in het openbaar, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen een of meermalen de woorden toe te voegen: "laffe honden, lafbek, idioot, mafkees en/of kankerhond" althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 01-129134-22 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 01-087354-22 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 01-129134-22:
1.
hij op 24 mei 2022 te 's-Hertogenbosch opzettelijk de ambtenaren, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , Buitengewoon Opsporingsambtenaren, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "kanker flikker" en/of "kanker blanken”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op 24 mei 2022 te 's-Hertogenbosch opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "kankerhoer, krijg de kanker" en/of "kanker blanke".
Zaak met parketnummer 01-087354-22 (gevoegd):
1.
hij op 1 maart 2022 te Eindhoven, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 3] (brigadier bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en [slachtoffer 5] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en [slachtoffer 4] (aspirant bij de politie Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten tijdens de aanhouding van verdachte door
- een of meermalen te bewegen in andere richting dan de richting waarin zij, verbalisanten, hem trachtten te geleiden,
- een of meermalen kracht op zijn benen te zetten en (met kracht) met diens benen het portier te omklemmen,
- een of meermalen kracht op diens armen te zetten en
- een of meermalen diens arm weg te trekken;
2.
hij op 1 maart 2022 te Eindhoven, opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 5] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en [slachtoffer 4] (aspirant bij de politie Eenheid Oost-Brabant) en [slachtoffer 6] (hoofdagent bij de politie Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid en in het openbaar, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: "laffe honden, lafbek, idioot, mafkees en kankerhond" althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Zaak met parketnummer 01-129134-22:
Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het dossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, district ‘s-Hertogenbosch, basisteam Meierij, registratienummer PL2100-2022107877, gesloten d.d. 2 juni 2022, (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 27). Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 mei 2022 (pg. 3-4), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde partij] :
In een andere coupe zag ik een passagier en een man. Ik hoorde dat de man heftig schreeuwde en aan het schelden was tegen de andere passagiers. Ik vroeg aan de man wat er aan de hand was. De man ging gewoon door met schelden en ik hoorde dat de man woorden riep als: "kankerhoer, krijg de kanker en ik kom hier om te stelen en te roven". Ik hoorde dat de man hardop naar mij riep: "kankerblanke".
De man die door de collega's van veiligheid en de politie is meegenomen is dezelfde man die in de trein deze beledigingen tegen mij geroepen heeft. Ik voelde mij in mijn goede naam en eer aangetast omdat ik, maar ook de andere passagiers duidelijk gehoord hebben wat de man tegen mij riep.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van N.V. Nederlandse Spoorwegen NS Reizigers d.d. 30 mei 2022 (pg. 5-6), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [benadeelde partij] :
Op 24 mei 2022, omstreeks 12:50 uur, was ik, verbalisant [benadeelde partij] werkzaam als Hoofdconducteur tevens Buitengewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoer in de trein van de Nederlandse Spoorwegen.
(…)
Ik liep terug naar deze man en vroeg aan hem waarom hij zo aan het schelden was. Ik hoorde deze man zeggen dat ik mijn kankerbek moest houden. Ik zei tegen deze man dat hij moest stoppen met schelden en hoorde deze man zeggen: 'Jij bepaalt niks over mij kankerhoer'. Ik zei nogmaals tegen deze man dat hij moest stoppen met de scheldwoorden. Ik vroeg aan deze man zijn vervoerbewijs. Ik hoorde deze man zeggen dat hij nergens aan mee ging werken. Ik hoorde deze man zeggen: 'Jij discrimineert mij, omdat ik een neger ben en spreekt mij alleen daarom aan. Jullie hebben mijn land kapot gemaakt en alles afgepakt, kankerblanken'.
(...)
Ik zei nogmaals tegen deze man dat hij moest stoppen met schelden en dat hij hiermee problemen krijgt als hij doorgaat met beledigen. Ik zag deze man opstaan en voelde dat hij tegen mij aan kwam staan. Ik hoorde hem zeggen; 'Ik krijg geen kankerproblemen, dus bel die kankerpolitie maar, want ik veeg mijn reet ermee af, kankerhoer.' Ik voelde spetters van zijn speeksel en zijn adem in mijn gezicht.
Ik hoorde deze man zeggen: 'Ik kom hier alleen in dit kanker land om te roven en te stelen. Alles terug pakken wat jullie kanker Nederlanders van ons hebben afgepakt. (...)
Ik zag dat deze man naar mij wees met zijn vinger en ik hoorde deze man zeggen: Door jou komt dit kankerhoer.'
Ik voelde mij door de verbale en non-verbale uitspraken en fysieke handelingen van deze man in mijn goede naam en eer aangetast
3.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 mei 2022 (pg. 7-8), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
Ik doe aangifte van opzettelijke belediging. Ik zag en hoorde dat de woorden die de verdachte sprak en die ik hieronder zal verklaren, kennelijk opzettelijk in mijn richting en voor mij bestemd, in het openbaar werden gesproken. Ik voel mij hierdoor beledigd. Ik zag en hoorde het volgende: Ik verwijs hierbij naar het proces verbaal van bevinding welke is opgemaakt door mij en hierbij is toegevoegd
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van N.V. Nederlandse Spoorwegen NS Reizigers d.d. 24 mei 2022 (p. 9-10), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [slachtoffer 1] :
Op 24 mei 2022 omstreeks 12:55 uur, was ik verbalisant [slachtoffer 1] , belast met toezicht en handhaving van station ‘s-Hertogenbosch.
Ik vroeg de man naar zijn identiteitsbewijs. Ik hoorde de man zeggen "Ik heb die niet bij." De man keek mij aan en wees naar mij en noemde mij luidkeels meerdere keren een "kanker flikker". Er stonden op dat moment veel reizigers om ons heen. Ik voelde mij in mijn goede naam en eer aangetast door de uitspraken van de man. Ik vertelde de man dat ik hem ging fouilleren en vroeg de man om zijn zakken leeg te maken en zijn spullen op de grond te leggen. De man keek mij aan en ik hoorde de man luidkeels roepen: "Ik neem geen orders aan van jullie kanker blanken”. Terwijl de man geboeid werd meegenomen door de agenten zag en hoorde ik de man luidkeels: "ik neuk je kanker moeder en je kanker dochter" naar ons roepen.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van N.V. Nederlandse Spoorwegen NS Reizigers d.d. 24 mei 2022 (pg. 11-12), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [slachtoffer 2] :
Op 24 mei 2022 omstreeks 13:03 uur was ik werkzaam als Medewerker Veiligheid & Service.
Op voornoemde datum en tijdstip was ik verbalisant, belast met toezicht en handhaving van orde rust en veiligheid op station 's-Hertogenbosch.
Nadat de deuren opengingen, hoorden ik de verdachte luid schreeuwen naar de conducteur waarbij hij vele malen het woord kanker gebruikte. Mijn collega [slachtoffer 1] vroeg de man uit te stappen. Ik hoorde collega [slachtoffer 1] vragen: "Wat is er gebeurd?" Ik hoorde de verdachte schreeuwen: "Dat kankerwijf weet nergens iets van en alleen maar omdat ik donker ben." Ik hoorde dat de verdachte een warrig verhaal vertelde waar geen touw aan vast te knopen was. Hierbij gebruikte hij meerdere keren het woord kanker, kankerblanke en kankerwijf. Verdachte bleef verbaal agressief waarbij hij meerdere keren zeer dichtbij kwam en ongecontroleerd met zijn armen aan het zwaaien was en erg dicht op mij en dan weer mijn collega [slachtoffer 1] kwam staan en meer dan 5 keer naar de grond voor mij spuugde en waarbij ik de man hoorde roepen: "lk heb schijt aan jullie blanken, ik neem geen orders aan van blanken, ik kom hier allen voor te stelen en te roven en om jullie dochters te neuken.” Ik hoorde de verdachte zeggen: "Wat moet jij nou kankerouwe, stoer te doen, je durft alleen met je pakkie aan en omdat jullie met z'n drieën zijn.”
6.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2022 (pg. 13), voor zover inhoudende als relaas verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 24 mei 2022, omstreeks 13:11l uur, waren wij verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] belast met de algehele surveillance te 's-Hertogenbosch.
Op de Station de passerelle van het hoofdstation van 's-Hertogenbosch was een man verbaal agressief naar de Boa's aldaar en zij vroegen ons om assistentie. De man zou in een trein vanuit Tilburg op het station aankomen. In de trein zou de man tegen de conductrice ook aan het schelden zijn.
Wij hoorde dat deze man aan het schelden was. Wij hoorden en zagen dat hij bij dit schelden naar de boa's van de NS keek en hoorden de woorden "kanker en ik neuk je
dochter".
Ik, [verbalisant 1] vorderde de man een identiteitsbewijs te overhandigen. Wij, hoorden dat de man zei deze niet te hebben.
Tijdens deze vraag bleef de man ontzettend opstandig en bleef schelden richting de boa's. Wij hoorden hem roepen "kanker racist, je moet je kanker bek dicht houden kale en wees daarbij naar de kale collega van de boa's, de latere aangever.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2022 (pg. 14), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 24 mei 2022, was ik, verbalisant in uitvoering van de afhandeling van
heterdaad zaken op het politiebureau te 's-Hertogenbosch. Ik was doende met een casus
van belediging met verdachte [verdachte]
Verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] .
8.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 24 mei 2022 (pg. 15), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
Op 24 mei 2022 was ik dienst bij Service en Veiligheid van de NS.
Buiten de trein vroeg mijn collega wat er was gebeurd. Dit wilde hij
(het hof begrijpt: de verdachte)wel vertellen maar werd hierbij wel weer meteen erg agressief. Hij praatte erg hard en begon met schelden.
Ik hoorde dat hij zei: "Ik neem geen orders aan van blanken." Ik hoorde dat hij zei tegen mijn collega: "Kanker kale", "Kanker flikker" en "kanker blanke". Wij hebben toen om bijstand van de politie gevraagd.
Ik hoorde dat hij zei: "Ik neuk je kanker moeder" en "Ik neuker je kanker dochters".
9.
Het proces-verbaal van voorgeleiding na aanhouding van verdachte [verdachte] d.d. 24 mei 2022 (pg. 19-20), voor zover inhoudende als relaas verbalisant [verbalisant 4] :
De verdachte verklaarde dat hij inderdaad een belediging had geuit.
10.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 24 mei 2022 (pg. 21-25), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
V: Klopt het dat je tegen die betreffende conductrice "kankerhoer, kanker, ik kom hier om te roven en ik ben jullie kankerland zat" geroepen/geschreeuwd hebt?
A: Het zou kunnen als zij dat zeggen.
V: Klopt het dat je tegen de medewerkers van service en veiligheid van de NS: "kankerflikker geroepen hebt en ik neem niets aan van jullie blanken"?
A: Daar zeg ik hetzelfde op.
Zaak met parketnummer 01-087354-22 (gevoegd):
Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het dossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, district Eindhoven, basisteam Eindhoven-Zuid, registratienummer PL2100-2022049485, gesloten d.d. 11 maart 2022, (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 31). Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aanhouding (p. 3-4), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] :
Wij, verbalisanten, [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] verklaren het volgende:
Op 1 maart 2022, omstreeks 21:35 uur, hielden wij op de locatie Vrijstraat, Eindhoven, als verdachte aan:
Verdachte
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedag] 1979
Geboorteplaats: [geboorteplaats] in Nederland
Adres: [adres 2]
2.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2022 (p. 7-10), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [slachtoffer 3] :
Op 1 maart 2021 (
het hof begrijpt: 1 maart 2022), was ik verbalisant [slachtoffer 3] belast met de surveillance op de politie-bike, om de openbare orde te handhaven tijdens carnaval in het horecagebied.
Ik zag dat zij met een groep van ongeveer 10 personen verspreid stonden in de breedte van de Vrijsstraat (
het hof begrijpt: Vrijstraat te Eindhoven). Op het moment dat ik ter plaatse kwam sprak ik een aantal personen van de doelgroep aan en vroeg hen te vertrekken. Ik zag dat 1 persoon in de opening van de Stadspoort bleef staan. Ik hoorde hem zeggen: ‘Ik heet [verdachte] ’.Ik zei tegen hem dat ik hem vorderde te vertrekken en dat hij daar aan moest voldoen. Ik zag dat 2 collega's zich bij mij voegden om mij te ondersteunen. Ik merkte dat [verdachte] steeds agressiever werd, steeds harder begon te schreeuwen en wilder met zijn armen en handen begon te bewegen. Ik zag dat [verdachte] geen aanstalten maakte om weg te gaan. Ik heb verdachte [verdachte] nogmaals gezegd dat hij weg moest gaan en anders aangehouden werd. Ik zag dat verdachte [verdachte] op geen enkele manier aanstalten maakte om weg te gaan en dat hij bleef staan waar hij stond. Ik heb hem vervolgens medegedeeld dat hij aangehouden was voor het niet voldoen aan mijn vordering.
Omdat verdachte [verdachte] steeds agressiever werd en omdat ik ambtshalve bekend ben met het verleden van verdachte [verdachte] , besloot ik bij verdachte [verdachte] de handboeien om te doen. Ik voelde dat [verdachte] zich hiertegen verzette. Ik voelde dat hij zijn armen aanspanden. Ik zag en voelde dat hij 1 arm weg bewoog van zijn andere arm waardoor wij bij hem niet de handboeien om konden doen. Ik hoorde dat verdachte [verdachte] heel hard tegen ons begon te schreeuwen.
Op het moment dat de handboeien bij verdachte [verdachte] aangelegd waren, plaatsen wij hem achterin het dienstvoertuig. Ik zag dat [verdachte] demonstratief met zijn benen buiten de auto bleef zitten en weigerde met zijn benen in de auto te stappen. Ik zag dat hij zijlings in de auto zat met zijn benen op de grond buiten de auto. Ik pakte de benen van verdachte [verdachte] vast en probeerde de benen binnen de auto te zetten. Ik voelde dat verdachte [verdachte] zijn benen met kracht op de grond gedrukt hield. Ik zag dat verdachte [verdachte] vervolgens zijn voeten achter het portier klemde. Ik zag dat hij met zijn benen en voeten kracht zette.
Ik hoorde collega [slachtoffer 5] tegen verdachte [verdachte] zeggen dat hij mee moest werken en dat hij zijn benen in de auto moest doen. Ik zag en voelde dat verdachte [verdachte] zijn onderbenen nog meer aanspande en als het ware om het dienstvoertuig geklemd hield. Naar aanleiding van het gedrag en de houding van verdachte [verdachte] was het voor mij duidelijk dat verdachte alles aan deed om zich tijdens de aanhouding te verzetten.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2022 (p. 11-13), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] :
Op 1 maart 2022 waren wij, verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] , belast met de noodhulp surveillance in de regio Eindhoven.
Wij reden met ons voertuig richting de Vrijstraat, alwaar wij omstreeks 21.30 uur aankwamen. Wij zagen dat collega [slachtoffer 3] in gesprek was met een man. De man waar collega [slachtoffer 3] mee in gesprek was bleek de later aangehouden verdachte [verdachte] te zijn. Omstreeks 21.35 uur deelde collega [slachtoffer 3] [verdachte] mede dat hij was aangehouden. Ik, verbalisant [slachtoffer 5] , begeleidde [verdachte] in de richting van de muur dit zodat collega [slachtoffer 3] hem de transportboeien aan zou kunnen leggen. Ik, verbalisant [slachtoffer 5] , voelde dat [verdachte] druk gaf en van de muur af bewoog. Ik, verbalisant [slachtoffer 5] , pakte [verdachte] bij zijn rechter arm vast. Ik voelde dat hij kracht op zijn arm zetten. Hierdoor kon ik zijn arm met moeite op zijn rug krijgen. Ik voelde dat [verdachte] telkens kracht zette op zijn arm. Hierdoor voorkwam [verdachte] meerdere malen dat ik zijn pols in de transportboei kreeg.
Ik, verbalisant [slachtoffer 5] , liep samen met collega [slachtoffer 3] en verdachte [verdachte] naar ons dienstvoertuig. Wij, verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] , zagen dat [verdachte] in ons dienstvoertuig ging zitten. Wij zagen dat hij zijn benen buiten het voertuig hield. De verdachte werd meerdere malen gesommeerd om zijn benen binnen in de auto te doen. Wij, Verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] , zagen dat hij dit niet deed.
Ik zag dat de verdachte zijn voeten onder het portier van het voertuig klemde. Dit om te voorkomen dat wij hem in ons voertuig konden krijgen. Wij hoorden dat [verdachte] luid: "Idioot" riep. Wij zagen dat er meerdere omstanders in de directe omgeving stonden.
Wij, verbalisanten [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] , hoorden dat [verdachte] riep dat wij hem hadden geslagen terwijl hij in de boeien zat. Wij hoorden dat hij onder andere riep: "laffe hond, lafbek, idioot, mafkees en kankerhond''.
Verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats]
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2022 (p. 14), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [slachtoffer 6] :
Op 1 maart 2022 was ik, verbalisant, [slachtoffer 6] samen met collega [verbalisant 6] doende met de algehele surveillance in district Eindhoven.
Terwijl wij onderweg waren naar het hoofdbureau hoorde ik dat de verdachte meerdere keren mafkees riep in de richting van collega [slachtoffer 5] . Daarnaast hoorde ik dat de verdachte riep: "Kanker hond!" in de richting van collega [slachtoffer 5] .
Ik hoorde dat de verdachte zei dat ik van de "dorpsrecherche zou zijn" en mij meerdere keren klein noemde. Ik hoorde dat de verdachte zei dat ik een arrogante bek zou hebben en hoorde dat de verdachte zei dat ik een "kanker muis" was. Dit zei de verdachte in het bijzijn van meerdere collega's.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2022 (p. 15-16), voor zover inhoudende als het relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 2 februari 2022, was ik verbalisant [verbalisant 5] , belast met het uitkijken van camerabeelden die gemaakt waren met behulp van een bodycam.
Ik bekeek de beelden en zag dat er rechtsonder in beeld een datum en tijdstip in het beeld verscheen. Ik zag dat er l maart 2022 in beeld stond en dat 21:31 in beeld stond.
Op tijdstip 21:32 uur, zag ik dat collega [slachtoffer 3] , voor de in zwart geklede man (
het hof begrijpt: de verdachte) staat. Ik hoorde dat ze zei: "Je gaat hier nu vertrekken, ga je niet vertrekken dan ga ik je aanhouden. Op hetzelfde tijdstip, enkele seconden later, hoorde ik dat collega [slachtoffer 3] , mededeelde dat de in zwart geklede man aangehouden wordt. Ik zag dat zij en de collega met de bodycam (
het hof begrijpt: verbalisant [slachtoffer 5]), de verdachte met zijn buik tegen een nabijgelegen muur verplaatsen. Ik zag dat de verdachte op dit moment meeloopt en naar de muur loopt. Ik zag dat zodra hij tegen de muur stond, dat hij meerdere keren omdraaide. Ik zag dat hij tenminste drie keer omdraaide.
Ik hoorde dat de verdachte in discussie gaat met de collega's (
het hof begrijpt: verbalisanten [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3]) over de aanhouding. Ik hoorde dat de collega's ook verbaal ondersteunen bij de aanhouding door te zeggen dat de verdachte zijn handen op zijn rug moet doen. Ik hoorde dat dit heel vaak herhaald werd. Ik zag dat het ongeveer 1,5 minuut duurde vanaf het moment dat er werd medegedeeld dat verdachte was aangehouden, totdat het gelukt was de verdachte in de boeien te krijgen. Ik zag dat de verdachte met zijn achterwerk op de achterbank van de politieauto geplaatst werd. Ik zag dat de verdachte niet uit eigen beweging goed ging zitten, daarmee bedoel ik met zijn benen in het voertuig.
Op ongeveer 21:36 uur, zag ik dat de verdachte naar achteren leunt. Ik zag op dat moment dat het goed te zien was dat hij zijn benen uit de politieauto heeft en onder het portier duwt. Ik hoorde dat de verdachte zei: "Je hebt me geslagen, ik doe helemaal niks meer." "Nu moet je ervoor werken!" "Werken moet je, ik zit in de handboeien en nog steeds hebben jullie moeite!" "Sla me nog een keer joh kankerlafbek!" "Zo'n held ben je man" "Vieze lafbek dat je er rondloopt!" "Vieze laffe hond dat je er rondloopt!" "Opkankeren!"
Op het moment dat de portieren dicht gaan en de politieauto gaat rijden, hoorde ik dat de verdachte blijft schreeuwen. Ik hoorde dat de verdachte tijdens het transport in ieder geval roept: "Kankerhond" "Mafkees" ''Idioot".
Verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats]
6.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 2 maart 2022 (p. 17-22), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van de verdachte:
Ik wou gewoon mijn benen niet in de auto doen. Toen zeiden ze dat ze mijn benen naar binnen moest doen. Toen zei ik dat ik het er niet mee eens was. Toen zei ik nog dat ik vanaf dat moment niet meer meewerkte. Ik dacht ga maar even moeite doen. Ik dacht laat ze maar struggelen. Als ik niet mee wil werken dan werk ik niet mee. Ik was boos en dan roep ik van alles.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 01-129134-22 onder 1 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 01-129134-22 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het in de zaak met parketnummer 01-087354-22 onder 1 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:

wederspannigheid.

Het in de zaak met parketnummer 01-087354-22 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
De raadsvrouw heeft het hof verzocht om elektronische detentie op te leggen.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan belediging van ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening. Niet alleen getuigt dit gedrag van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag, ook heeft de verdachte de ambtenaren aangetast in hun eer en goede naam. Ambtenaren met een publieke taak moeten – in het belang van de openbare orde en veiligheid – kunnen functioneren zonder daarbij geconfronteerd te worden met beledigingen. Dit geldt temeer omdat hun werk het in de regel niet toelaat dat zij zich distantiëren van een situatie waarin zulke gedragingen zich zouden kunnen voordoen.
Voorts is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan wederspannigheid. Toen de verdachte werd aangehouden, heeft hij zich verzet door zich te bewegen in een andere richting dan de richting waarin de verbalisanten hem trachtten te begeleiden, door op zijn benen kracht te zetten en met zijn benen het portier te omklemmen waardoor hij niet volledig in de auto kon worden geplaatst en door kracht te zetten op zijn armen en zijn arm weg te trekken, wat het aanleggen van transportboeien erg moeilijk maakte. Door aldus te handelen heeft de verdachte blijk gegeven zich niets aan te trekken van het openbaar gezag. Met deze gedragingen heeft de verdachte hinderlijk gedrag vertoond en het werk van de verbalisanten bemoeilijkt. Dit rekent het hof de verdachte dan ook aan.
Het hof heeft bij de strafoplegging acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 13 december 2023, betreffende het justitiële verleden van de verdachte. Uit dit 51 pagina’s omvattende uittreksel blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het plegen van het thans bewezenverklaarde feit reeds uitzonderlijk vaak eerder onherroepelijk is veroordeeld voor beledigingen van een ambtenaar, en daarnaast ook meermalen ter zake van wederspannigheid. Die veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw in de fout te gaan. Voorts blijkt uit voornoemd uittreksel dat artikel 63 van het Wetboek van Strafecht van toepassing is.
Tot slot heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uit het onderzoek ter terechtzitting is hieromtrent gebleken dat de verdachte bij [verblijfplaats] verblijft, de gesprekken voor het uitzoeken van zijn behandelingen zijn gestart, hij zijn afspraken met de reclassering nakomt en hij zich daar open en inzicht gevend opstelt.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Het hof heeft daarbij gelet op de volgende omstandigheden:
- de mate waarin het bewezenverklaarde de eer en goede naam van de verbalisanten heeft aangetast en de mate waarin het bewezenverklaarde het werk van de verbalisanten heeft gehinderd en bemoeilijkt;
- de omstandigheid dat het bewezenverklaarde tegen bijzondere opsporingsambtenaren in functie is gepleegd, een omstandigheid die in een geordende samenleving niet kan worden getolereerd;
- de omstandigheid dat de verdachte geen enkel inzicht heeft getoond in de onjuistheid van zijn handelwijze;
- de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder zeer veelvuldig ter zake soortgelijke strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld en dus kennelijk hardleers is.
Het hof acht het ongewenst indien de gevangenisstraf door middel van elektronische detentie, een in het algemeen als milder dan een gevangenisstraf ervaren vorm van straf, ten uitvoer zou worden gelegd.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een straf als door de advocaat-generaal gevorderd omdat daarin de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder veelvuldig ter zake soortgelijke strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld onvoldoende tot uitdrukking komt. Het moet de verdachte duidelijk worden gemaakt dat dit structurele wangedrag volstrekt onacceptabel is.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden passend en geboden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding van een bedrag van € 250,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering tot schadevergoeding is ingediend door [betrokkene] . Het hof heeft geen stukken in het dossier aangetroffen waaruit blijkt dat [betrokkene] gemachtigd was om de benadeelde partij [benadeelde partij] te vertegenwoordigen en/of om het verzoek tot schadevergoeding in te dienen. De benadeelde partij kan om deze reden in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63, 180, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 01-129134-22 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 01-087354-22 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 01-129134-22 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 01-087354-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door:
mr. A.J. Henzen, voorzitter,
mr. A.R. Hartmann en mr. W.F. Koolen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.M.F. van de Ven, griffier,
en op 28 februari 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. W.F. Koolen en A.M.M.F. van de Ven zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.