Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1979, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf had verschaft door middel van verbreking. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
De politierechter had de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, en deze vordering werd in hoger beroep niet opnieuw aan de orde gesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die het vonnis wilde laten vernietigen en de verdachte opnieuw wilde veroordelen. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit en een strafmaatverweer gevoerd.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander een aanhangwagen heeft weggenomen, die toebehoorde aan de benadeelde partij. De verdachte heeft dit gedaan door middel van braak en verbreking. Het hof heeft de bewijsvoering van de politie en de verklaringen van de verdachte en medeverdachte in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde diefstal en hem opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken.
De beslissing is gebaseerd op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de ernst van het feit, de recidive van de verdachte en de gevolgen voor het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf.