ECLI:NL:GHSHE:2024:1821
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag moeder over minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, [minderjarige 1]. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, had tot de datum van de bestreden beschikking alleen het gezag over [minderjarige 1] uitgeoefend. De rechtbank had op 14 december 2023, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, het gezag van de moeder beëindigd en de GI tot voogd benoemd. De moeder voerde aan dat zij in staat was om de zorg voor [minderjarige 1] op zich te nemen en dat de aanvaardbare termijn voor de ontwikkeling van het kind niet was verstreken. De Raad voor de Kinderbescherming en de GI stelden echter dat er sprake was van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige 1] en dat de moeder niet in staat was om de zorg voor het kind te dragen. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming afgewogen en geconcludeerd dat het gezag van de moeder over [minderjarige 1] terecht is beëindigd. Het hof benadrukte dat de situatie van [minderjarige 1] in het pleeggezin, waar zij zich goed ontwikkelt, de beste optie is voor haar toekomst. De beslissing van de rechtbank is bekrachtigd.