In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om een omgangsregeling vast te stellen tussen haar en haar kinderen. De moeder, die in principaal hoger beroep is gegaan, heeft verzocht om een regeling voor contact met haar kinderen, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. De vader, die verweerder is in het principaal hoger beroep, heeft aangegeven dat de moeder in het verleden onbetrouwbaar is geweest en dat er sinds 2019 geen stabiel contact is geweest tussen de moeder en de kinderen. Het hof heeft in zijn beoordeling het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming betrokken, waarin werd geadviseerd om het verzoek van de moeder af te wijzen. De Raad heeft vastgesteld dat de moeder meerdere keren onaangekondigd naar het buitenland is vertrokken en geen contact heeft onderhouden met de kinderen. Het hof heeft geconcludeerd dat het vaststellen van een omgangsregeling niet in het belang van de kinderen is, gezien de onbetrouwbaarheid van de moeder en het gebrek aan contact. Daarnaast heeft het hof de moeder veroordeeld in de proceskosten, omdat zij zonder kennisgeving niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De kosten zijn vastgesteld op € 1.557,-, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking.