Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘medeplegen van oplichting’ (feit 1 primair, feit 3 en feit 4), en
- ‘medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd’ (feit 5),
- ‘medeplegen van oplichting’ (feit 1 primair en feit 3), en
- ‘medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd’ (feit 5),
(het hof begrijpt: [woningbouwvereniging] als vermeld op het voegingsformulier benadeelde partij)niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding en bepaald dat zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Daarbij is bepaald dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen proceskosten zullen dragen.
( [naam project] , project 3.4)
(Project " [naam project 2] ", project 3.9)
( [naam project] , project 3.4)
(Project " [naam project 2] ", project 3.9)
hof: hierna ook afwisselend nog genoemd ‘woningbouwvereniging’ en ‘ [woningbouwvereniging] ’).In die functie was het zijn taak om registergoederen/vastgoedprojecten te acquireren. Aan hem was ter zake van dit acquireren door de raad van commissarissen van [woningbouwvereniging] een mandaat verleend om registergoederen te verwerven, waarbij hij van 2001 tot 2004 onbeperkt bevoegd was om dat te doen en zijn bevoegdheid om zonder voorafgaande toestemming van de raad van commissarissen namens [woningbouwvereniging] registergoederen te verwerven tussen 2004 en 2008 was begrensd tot € 4.500.000,00.
(hof: MT)van [woningbouwvereniging] bij het project betrokken en werd een projectmanager aangesteld.
(hof: hierna ook genoemd [B.V. 1] ). Deze laatste vennootschap hield zich volgens de verklaring van wijlen [medeverdachte 2] bezig met planontwikkeling en handel in vastgoed, waarbij de verdachte en [medeverdachte 2] feitelijk de gezamenlijke bestuurders waren en er voor deze vennootschap verder geen personeel werkzaam was.
(hierna: ILT)verklaard dat hij vanaf het eerste project uit gewoonte geldbedragen heeft toegeschoven aan [medeverdachte] , dat de hoogte van die geldbedragen afhankelijk was van het resultaat van het project en dat hij bang was dat een deal met [woningbouwvereniging] niet door zou gaan als hij [medeverdachte] geen geldbedragen gaf. Deze verklaring heeft de verdachte spontaan, uit zichzelf en zonder enige beperking afgelegd toen hem werd gevraagd naar de reden waarom [medeverdachte] in het kader van het [naam project] [getuige 1] naar hem, verdachte, had verwezen. Dat verdachte bij het afleggen van die verklaring onder ongeoorloofde druk stond, is niet gebleken. In dat kader wijst het hof erop dat de verdachte tegenover de verbalisanten van de ILT heeft verklaard dat hij zijn geweten zuiver wilde maken. Voorts heeft de verdachte tegenover de rechter-commissaris volhard en heeft hij later tegenover het hof verklaard dat hij bij de politie
(het hof begrijpt: de rechercheurs van de ILT)naar waarheid heeft verklaard.
[naam project]
(hof: partij B)het [naam project] met de opstallen ‘postkantoor’ en ‘sporthal’ op 14 maart 2006 gekocht van [B.V. 2] / [B.V. 5]
(hof: partij A)voor een bedrag van € 2.225.000.
(hof: partij B)geleverd aan woningbouwvereniging [woningbouwvereniging]
(hof: partij C), waarbij na verrekening van de kosten voor acquisitie een bedrag van de rekening van [woningbouwvereniging] is afgeschreven van € 2.866.573,67.
(hof: hierna telkens SOK)en de ‘Aanvullende Samenwerkingsovereenkomst herontwikkeling [naam project 2] ’ d.d. 21 november 2007
(hof: hierna telkens ASOK). Hierin zijn door de betrokken partijen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van het project [naam project 2] en is onder meer contractueel vastgelegd dat aan het einde van het project tussen partijen zou worden afgerekend.
(het hof begrijpt: van [B.V. 1] )zou gaan bespreken. Dat deze ontmoeting daadwerkelijk heeft plaatsgevonden vindt bevestiging in een declaratieformulier op naam van [medeverdachte] dat is aangetroffen bij woningbouwvereniging [woningbouwvereniging] . Op het formulier is vermeld ‘diner d.d. 19 november 2007 +dhr. [medeverdachte 2] ’.
medeplegen van oplichting.
medeplegen van oplichting.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;