Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad.
3.De beoordeling
Het is juist dat er momenteel nog steeds geen contact is tussen [minderjarige 1] en de vader. Dit contact is gestopt na een incident tussen de vader en de moeder. Zij hadden heftige ruzie waar [minderjarige 1] tussen is gekomen. De vader lijkt zijn eigen aandeel hierin niet te zien. [minderjarige 1] geeft telkens aan geen contact met de vader te willen. Er is op dit moment geen ruimte voor contact tussen [minderjarige 1] en de vader en een regeling waarbij zij om de week van donderdag tot maandag bij de vader is, is niet in haar belang. Bovendien is zij inmiddels 14 jaar en kan zij niet tot omgang gedwongen worden. Voorts heeft de rechter de vader meegegeven dat hij kleine laagdrempelig stapjes zou kunnen zetten richting [minderjarige 1] , maar de vader heeft dit nagelaten.
Ook handelt de vader tijdens de contactmomenten met [minderjarige 2] niet altijd in haar belang. Het komt regelmatig voor dat de vader [minderjarige 2] ophaalt en haar direct naar familie brengt omdat hij andere plannen heeft. Hij trekt zijn eigen plan en verschijnt niet altijd op de afgesproken tijdstippen. Met de drukke planning van de vader, waarbij hij ook vaak in het buitenland is voor zijn werk, is het niet haalbaar dat hij [minderjarige 2] donderdag uit school kan halen en op maandag weer naar school kan brengen. [minderjarige 2] wordt, ten slotte, belast door negatieve uitspraken die de vader doet. Een uitbreiding van de zorgregeling is dan ook niet in het belang van [minderjarige 2] . Ze komt regelmatig verdrietig thuis van een omgangsweekend. Voor haar is Sociaal Maatschappelijk Werk [instantie] opgestart zodat zij na de omgangsweekenden een neutraal iemand heeft om te praten. Dit zorgt voor minder spanningen bij haar. De GI heeft de ouders in december 2023 aangemeld bij [instantie] voor een traject solo parallel ouderschap en het opstellen van een door beiden gedragen ouderschapsplan.
Op dit moment is er bij [minderjarige 1] nog geen ruimte voor contact met de vader op de manier zoals de vader dit heeft verzocht. [minderjarige 1] geeft aan voldoende steun te krijgen van haar moeder en de praktijkondersteuner van haar huisarts.
Wat betreft de zorgregeling met [minderjarige 2] en het herstel van het contact met [minderjarige 1] , is het belangrijk dat de regie bij de GI ligt. [minderjarige 1] is heel stellig over het feit dat zij geen contact wil met de vader.
Het wordt op dit moment niet in het belang van [minderjarige 2] geacht om de regeling verder uit te breiden. Zij heeft al veel meegemaakt in haar jonge leven. Zo weet [minderjarige 2] pas sinds kort dat [minderjarige 1] haar halfzusje is. Daarnaast loopt er een aantal trajecten; er is recent hulpverlening voor [minderjarige 2] bij [instantie] gestart zodat zij met een neutraal persoon kan spreken over het contact met de vader, er loopt een ondertoezichtstelling en de vader en de moeder gaan aan de slag met hulpverlening. Gezien de spanningen die voor [minderjarige 2] gepaard gaan met deze ontwikkelingen is de hiervoor genoemde uitbreiding van de regeling naar het oordeel van het hof het meest in haar belang.
Het hof gaat ervanuit dat de GI in het kader van de ondertoezichtstelling ook het verloop van de contacten tussen [minderjarige 2] en de vader zal volgen en, in overleg met de ouders, een uitbrieding dan wel aanpassing zal monitoren.
Voorts is het van belang dat ouders met behulp van hulpverlening werken aan hun onderlinge problematiek en dat de vader met hulpverlening leert om op een positieve en laagdrempelige manier toenadering te zoeken tot [minderjarige 1] . Hoewel er nu nog geen ruimte voor contactherstel bij [minderjarige 1] bestaat, gaat het hof ervanuit dat de GI blijft peilen of er in de toekomst ruimte gaat ontstaan en blijft inzetten op het helen van voornoemde ingrijpende gebeurtenissen, voor zowel de vader als [minderjarige 1] .