Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
33 (drieëndertig) maanden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het verbod van artikel 2 onder A van de Opiumwet. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het hof heeft de procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de eerder opgelegde straf niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak. Het hof heeft de opgelegde straf verlaagd naar 33 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de rol van de verdachte in de drugshandel, zijn persoonlijke omstandigheden en de gemaakte procesafspraken. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor rechters om procesafspraken te respecteren, mits deze in redelijke verhouding staan tot de ernst van de feiten. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van 33 maanden.