GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 27 juni 2024
Zaaknummer: 200.336.911/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/309231 / FA RK 22-3422
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende op een bij het hof bekend geheim adres,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.C.L.G.J. Ruyters-Stevens,
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader
,
thans zonder advocaat, voorheen bijgestaan door: mr. S.C. van Heerd.
Deze zaak gaat over de minderjarigen:
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] .
Als informant wordt in deze zaak aangemerkt:
de gecertificeerde instelling
[de GI], gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de GI.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Limburg, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.