In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte is veroordeeld voor belaging, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, diefstal en verduistering. De verdachte, geboren in 1970, verbleef op het moment van de uitspraak in P.I. Grave. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast was er een contactverbod opgelegd met de aangeefster, die de ex-partner van de verdachte is. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, met een schadevergoeding van € 1.867,13. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en een contact- en locatieverbod. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd ten aanzien van de straf en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Tevens is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, inhoudende dat de verdachte gedurende achttien maanden geen contact mag opnemen met de aangeefster en zich niet mag ophouden in Munstergeleen, met uitzondering van het bezoeken van zijn moeder in het weekend via een bepaalde route. Het hof heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel bevolen en de tijd die de verdachte in detentie heeft doorgebracht, verrekend met de opgelegde maatregel.