In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg inzake de afstamming van haar minderjarige kind, geboren in 2011. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.C. Egger-van Oppen, heeft in haar beroepschrift verzocht om de eerdere uitspraak te vernietigen en de man, die als verweerder optreedt, niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot erkenning van het kind. De man wordt bijgestaan door mr. M.J.L. van den Aker-Groffen.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige, in deze procedure aangeduid als [minderjarige], vertegenwoordigd moet worden door een bijzondere curator, zoals voorgeschreven in artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek. Mr. S.C. van Heerd, die eerder als bijzondere curator heeft opgetreden, is bereid om deze rol opnieuw op zich te nemen. Het hof heeft besloten om hem te benoemen tot bijzondere curator en heeft de griffier gelast om de bijzondere curator te voorzien van alle relevante processtukken en adresgegevens van de betrokkenen.
De uitspraak van het hof is gedaan op 25 april 2024 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Het hof heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er mogelijk nog vervolgprocedures kunnen plaatsvinden.