Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘medeplegen van: het door een rechtspersoon, welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldaan hebben of niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers als in die artikelen bedoeld, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 1 primair);
- ‘medeplegen van: het door een rechtspersoon, in staat van faillissement verklaard, wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, zonder geldige reden weigeren de vereiste inlichtingen te geven en opzettelijk verkeerde inlichtingen geven, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 2);
- ‘als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon niet voldaan hebben of niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers als in die artikelen bedoeld, meermalen gepleegd’ (feit 3 primair);
- ‘medeplegen van als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon enig goed aan de boedel onttrekken, meermalen gepleegd’ (feit 4);
- ‘als bestuurder van een rechtspersoon, wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, zonder geldige reden opzettelijk weigeren de vereiste inlichtingen te geven en opzettelijk verkeerde inlichtingen geven, meermalen gepleegd’ (feit 5).
[bedrijf 1] , hierna te noemen "de B.V.", op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 december 2007 tot 21 januari 2013 in de gemeente(n) Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, terwijl voornoemde B.V. bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers niet heeft voldaan en/of niet voldeed aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of gegevensdragers in dat artikel bedoeld, immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven –
[bedrijf 1] , hierna te noemen de "B.V.", op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 december 2007 tot 21 januari 2013 in de gemeente(n) Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, terwijl voornoemde B.V. bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011 in staat van faillissement was verklaard, de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers, waarmee zij ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een administratie gevoerd heeft en/of de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers die zij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in ongeschonden staat te voorschijn heeft gebracht, immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – ondanks (herhaalde) mondeling(e) en/of schriftelijk(e) verzoek(en) en/of verzoeken per e-mail daartoe van de (benoemde) curator (Mr. [betrokkene 1] ) d.d. 14 juni 2011 en/of 24 juni 2011 en/of 12 augustus 2011 en/of 13 september 2011, in elk geval in de maand(en) juni 2011 en/of augustus 2011 en/of september 2011 geen (volledige en/of deugdelijke) administratie met betrekking tot de B.V. aan voornoemde curator uitgeleverd/ter beschikking gesteld en/of doen uitleveren/ ter beschikking doen stellen, ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van voornoemde B.V. niet te allen tijde juist en/of volledig konden worden gekend, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
[bedrijf 1] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011 in staat van faillissement was verklaard, en door de curator wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 24 juni 2011 tot 21 januari 2013 in de gemeente(n) Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) zonder geldige reden opzettelijk is weggebleven en/of heeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven en/of opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft gegeven, immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – (telkens) de curator in strijd met de waarheid meegedeeld dat de fysieke administratie en/of het aandeelhoudersregister van de B.V. was/waren overhandigd aan de nieuwe directeur [betrokkene 2] ( [betrokkene 2] ) en/of dat deze zich zou(den) bevinden op het adres [adres 2] en/of (telkens) de curator ten onrechte niet meegedeeld dat er fysieke administratie in het bezit zou zijn van de externe boekhouder, [betrokkene 3] , en/of (telkens) de curator ten onrechte niet op de hoogte gebracht van één of meer bij- en/of afschrijving(en) op de Rabobankrekening ten name van [bedrijf 1] in de periode van 1 december 2010 tot en met 28 april 2011, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 april 2009 tot 30 mei 2012 in de gemeente(n) Houten en/of Rotterdam en/of Veldhoven en/of elders in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, niet heeft voldaan en/of niet voldeed aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven –
het aan hem, verdachte, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, te wijten is dat op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 april 2009 tot 30 mei 2012 in de gemeente(n) Houten en/of Rotterdam en/of Veldhoven en/of elders in Nederland, (telkens) niet is voldaan aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen en/of dat de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers, waarmee volgens die artikelen administratie gevoerd is, en/of de boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in ongeschonden staat tevoorschijn zijn gebracht, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven –
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 mei 2009 tot en met 19 mei 2009 in de gemeente(n) Utrecht en/of Houten en/of Rotterdam en/of Veldhoven en/of elders in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, (telkens) één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed aan de boedel van die rechtspersoon heeft onttrokken, immers heeft/hebben verdachte en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar – zakelijk weergegeven – (telkens) van de door [bedrijf 2] aangehouden bankrekening bij de ING-bank, genummerd [rekeningnummer] , (voor in totaal 12.731,10 euro of daaromtrent) één of meer geldbedrag(en) overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar hem, verdachte en/of [betrokkene 6] , zijnde verdachtes echtgenote, en/of de aan hem, verdachte, gelieerde vennootschap [bedrijf 1] , althans naar (een) andere (bank)rekening(en) en/of één of meer geldbedrag(en) contant opgenomen/gepind, althans doen of laten opnemen/pinnen en/of ten laste van voornoemde ING-bankrekening één of meer pinbetaling(en) verricht, althans doen of laten verrichten, zonder dat daar een betalingsverplichting, althans een zakelijke verplichting en/of een zakelijke verantwoording voor bestond/tegenover stond en aldus buiten het bereik en beheer van de (te benoemen) curator gesteld en gehouden (D-029);
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 februari 2012 tot 30 mei 2012 in de gemeente(n) Houten en/of Rotterdam en/of Veldhoven en/of (elders) in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, en door de curator wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, (telkens) zonder geldige reden opzettelijk is weggebleven en/of heeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven en/of opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft gegeven, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar - zakelijk weergegeven - de curator in strijd met de waarheid meegedeeld dat er na de datum van aandelenoverdracht binnen de B.V. geen activiteiten meer waren ontplooid en/of op of omstreeks de aankoopdatum van de B.V. geen activa en/of passiva in de vennootschap aanwezig waren en/of de curator ten onrechte niet geïnformeerd over het bestaan van één of meer schuldeiser(s) van de B.V., waaronder de ING-bank, en/of één of meer bij- en/of afschrijving(en) op/van de ING-bankrekening ten name van de B.V. in de periode van 1 mei 2009 tot en met 3 juni 2009.
[bedrijf 1] , hierna te noemen "de B.V.", in de periode van 1 oktober 2010 tot 21 januari 2013 in Nederland, terwijl voornoemde B.V. bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers niet heeft voldaan aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of gegevensdragers in dat artikel bedoeld, immers heeft de B.V. toen aldaar – zakelijk weergegeven –
hij in de periode van 29 april 2009 tot 30 mei 2012 in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het bewaren en/of te voorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar
hij in de periode van 6 mei 2009 tot en met 19 mei 2009 in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van voornoemde rechtspersoon, een of meer geldbedragen aan de boedel van die rechtspersoon heeft onttrokken, immers heeft verdachte toen aldaar – zakelijk weergegeven – van de door [bedrijf 2] aangehouden bankrekening bij de ING-bank, genummerd [rekeningnummer] , één of meer geldbedrag(en) overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar hem, verdachte en [betrokkene 6] , zijnde verdachtes echtgenote, en de aan hem, verdachte, gelieerde vennootschap [bedrijf 1] , althans naar en andere bankrekening, en geldbedragen contant opgenomen en ten laste van voornoemde ING-bankrekening één pinbetaling verricht zonder dat daar een betalingsverplichting, althans een zakelijke verplichting en/of een zakelijke verantwoording voor bestond/tegenover stond en aldus buiten het bereik en beheer van de (te benoemen) curator gesteld en gehouden (D-029);
hij in de periode van 28 februari 2012 tot 30 mei 2012 in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf 2] , hierna te noemen "de B.V.", welke rechtspersoon bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 21 februari 2012 in staat van faillissement was verklaard, en door de curator wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, (telkens) heeft geweigerd de vereiste inlichtingen te geven en/of opzettelijk verkeerde inlichtingen heeft gegeven, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar – zakelijk weergegeven – de curator in strijd met de waarheid meegedeeld dat er geen activa en/of passiva in de vennootschap aanwezig waren en de curator ten onrechte niet geïnformeerd over het bestaan van één of meer schuldeiser(s) van de B.V., waaronder de ING-bank, en bij- en/of afschrijvingen op/van de ING-bankrekening ten name van de B.V. in de periode van 1 mei 2009 tot en met 3 juni 2009.
" [betrokkene 2] (…) een paar maanden vóór 1 april 2011, ik denk november/december 2010, bij [bedrijf 1] (is) binnen gelopen. Hij was een Frans sprekende Belg uit Brussel, die aangaf dat hij interesse had in de telecomactiviteiten van [bedrijf 1].
”(dossierpagina 127). Nadat de verdachte op 27 november 2014 werd geconfronteerd met het feit dat hij samen met [betrokkene 2] in de gevangenis van Brugge had gezeten, verklaarde de verdachte:
"Ik heb hem daar leren kennen op de luchtplaats.”(dossierpagina’s 12-13). Verder zou [betrokkene 2] volgens de verdachte op 18 november 2014 na overname “
na circa 6 maanden, bij gebleken rendement, aan ons ongeveer aan bedrag van € 25.000,- betalen. Hiervan is een verkoopovereenkomst opgemaakt. Dat moet er nog zijn. Ik vermoed dat de curator die verkoopovereenkomst in zijn bezit heeft of misschien bij [betrokkene 7] . De verkoopovereenkomst hield eigenlijk de overdracht van aandelen in.
”(dossierpagina 127).
zonderover aandelen te praten. Feit is dat per datum van de bestuurderswissel, 1 april 2011, de activiteiten van de B.V. werden gestaakt en dat kort daarna op 9 april 2011 het kantoor werd verlaten (dossierpagina’s 298 en 707). Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn talloze pogingen gedaan [betrokkene 2] op te sporen: vergeefs. Het hof gaat daarom ervan uit dat deze [betrokkene 2] een katvanger is zonder enige relevante feitelijke rol en dat in het feitelijke bestuurderschap van de verdachte na 1 april 2011 geen wijziging is opgetreden. De curator had in het gesprek met de verdachte en diens dochter op 24 juni 2011 ook de sterke indruk dat de verdachte precies wist wat er binnen de B.V. gebeurde en dat hij degene was die samen met zijn dochter [betrokkene 7] alles regelde. Het vorenstaande is in onderling verband en samenhang, naar het oordeel van het hof, redengevend de gedragingen van de verdachte en diens wetenschap in het kader van (en in de sfeer van) de (afwikkeling van het faillissement van de) B.V. (ook na 1 april 2011) aan de B.V. toe te rekenen.
Er is afgesproken dat ik de administratie zal verwerken en dat Accent mij daarvoor de stukken zal geven. Die afspraken waren gemaakt “met [betrokkene 7] en Frans [verdachte] (…) ik kan zeggen dat er nooit een volledige administratie door het bestuur van Accent aan mij is aangeleverd. Wat aangeleverd werd, verwerkte ik, maar wat er niet is, kan ik niet verwerken.” [betrokkene 7] heeft verklaard dat ze de administratie heeft gevoerd met de boekhouder (
hof, [betrokkene 3] : dossierpagina 171). Het hof begrijpt hieruit dat ook na de bemoeienis van de boekhouder met de administratie van de B.V. (vanaf oktober 2010) geen deugdelijke administratie van de B.V. meer is gevoerd. [betrokkene 3] heeft de fysieke administratie onder zich gehouden. De verdachte en diens dochter waren nog bij haar aan de deur geweest om die op te halen. Dat had ze geweigerd vanwege de betalingsachterstanden. Door en namens de curator is herhaalde malen (mondeling op 24 juni 2011, per mail op 12 augustus 2011 en 13 september 2011) aan de verdachte en zijn dochter gevraagd de gehouden (fysieke) administratie aan hem uit te leveren. Dat is niet gebeurd. Zij hebben de curator ook niet gezegd dat de fysieke administratie bij de boekhouder, [betrokkene 3] , lag. Nadien heeft de curator zelf contact opgenomen met [betrokkene 3] , die hem op 27 september 2011 de fysieke administratie overhandigde (dossierpagina 332). Aldus hebben de verdachte en [betrokkene 7] de bewaarde administratie niet aan de curator ter beschikking gesteld.
Als ik een bv overneem (…), ik ken de regels en risico's.
Daarom controleer ik de administratie.” (dossierpagina 124). De verdachte moet derhalve op de hoogte zijn geweest van de financiële situatie van [bedrijf 2] en het onontkoombare faillissement.
BESLISSING
geldboetevan
€ 14.000,00 (veertienduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
105 (honderdvijf) dagen hechtenis.