In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant inzake kinderalimentatie voor hun drie minderjarige kinderen. De man, die in hoger beroep is gekomen op 6 mei 2024, verzoekt om de bestreden beschikking te vernietigen en de alimentatie te verlagen. De vrouw verzoekt om bekrachtiging van de beschikking en veroordeling van de man in de proceskosten. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 270,- per maand voor [minderjarige 1] moest betalen, en dat de bijdragen voor [minderjarige 2] en [minderjarige 3] nog niet waren vastgesteld. De man heeft in hoger beroep aangevoerd dat de ingangsdatum van de alimentatie ten onrechte is vastgesteld op 1 januari 2023 en dat zijn draagkracht onvoldoende is om aan de alimentatieverplichtingen te voldoen. Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 17 april 2023, en de maandelijkse bijdragen voor de kinderen zijn vastgesteld op € 197,- per kind per maand van 17 april 2023 tot en met 31 december 2023, € 212,- per kind per maand van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024, en € 180,- per kind per maand vanaf 1 januari 2025. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.