ECLI:NL:GHSHE:2024:4288

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
20-000127-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling en diefstal

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 18 januari 2024 werd uitgesproken. De politierechter had de verdachte schuldig bevonden aan mishandeling en diefstal, en hem veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. De raadsman van de verdachte pleitte voor integrale vrijspraak, maar voerde ook een straftoemetingsverweer aan, waarbij hij vroeg om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft het bewijs beoordeeld en enkele verbeteringen aangebracht in de bewijsvoering, maar kwam tot de conclusie dat de eerdere beslissing van de politierechter in stand kon blijven. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de verbeteringen in de bewijsvoering.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000127-24
Uitspraak : 4 november 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 18 januari 2024, parketnummer
02-220614-23, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer
02-337005-22, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter het tenlastegelegde bewezenverklaard, dit gekwalificeerd als mishandeling (feit 1) en diefstal (feit 2), de verdachte hiervoor strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf onder parketnummer 02-337005-22 voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen.
De raadsman van de verdachte heeft primair integrale vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd, in die zin dat is verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Voorts heeft de raadsman verzocht om de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 02-337005-22 te verlengen. Tevens heeft de raadsman van de verdachte een voorwaardelijk verzoek gedaan.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis, met aanvulling en verbetering van de gronden waarop het berust.
Verbetering van de bewijsvoering
Mede gelet op hetgeen in hoger beroep aan de orde is gekomen, is het hof van oordeel dat de bewijsvoering de navolgende verbetering behoeft:
Het hof
schrapthet door de politierechter gebezigde bewijsmiddel onder 3.1.4.
‘Het ambtsedig proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , opgenomen als
pagina 8 tot en met 10 in het eindproces-verbaal nr. PL2000-2023225045 van de politie
Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm’.
Aanvulling van de bewijsoverweging
Hetgeen van de zijde van de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd, brengt het hof niet tot een ander oordeel dan de politierechter.
De raadsman heeft, ingeval het hof twijfelt aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van getuige [getuige] , een voorwaardelijk verzoek gedaan tot het horen van getuige [getuige] bij de raadsheer-commissaris.
Het hof twijfelt niet aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van getuige [getuige] . De voorwaarde tot het verzoek van het horen van de getuige is daardoor niet vervuld en derhalve behoeft dit verzoek geen bespreking meer.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. H.A.T.G. Koning, voorzitter,
mr. G.J. Schiffers en mr. N.I.B.M. Buljevic, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. Jutte, griffier,
en op 4 november 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. H.A.T.G. Koning is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.