ECLI:NL:GHSHE:2024:642
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.M.D.M. van der Linden
- C.N.M. Antens
- M.F.L.J. Schyns
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheidstoets niet ten uitvoer gelegde machtiging tot uithuisplaatsing gelet op artikel 1:265c lid 3 BW
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de rechtmatigheid van een niet ten uitvoer gelegde machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Limburg van 10 oktober 2023 aangevochten, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] is verleend. De moeder stelt dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk is, omdat de zorgen niet voortkomen uit de thuissituatie en dat de situatie inmiddels verbeterd is. De GI, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, verzet zich tegen het hoger beroep en stelt dat de machtiging nog steeds noodzakelijk is, gezien de aanhoudende zorgen over [minderjarige]. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 januari 2024 zijn zowel de moeder als de GI gehoord, maar de vader en de Raad voor de Kinderbescherming waren niet aanwezig. Het hof heeft de minderjarige in de gelegenheid gesteld haar mening te geven, wat zij ook heeft gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing op 10 januari 2024 is vervallen, maar dat de moeder nog steeds een rechtens relevant belang heeft om de rechtmatigheid van de eerdere beslissing te laten toetsen. Het hof concludeert dat de machtiging destijds terecht is verleend, gezien de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] en de onvoldoende opvoedingssituatie bij de ouders. De bestreden beschikking wordt dan ook bekrachtigd.