ECLI:NL:GHSHE:2024:968
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.A. van Roosmalen
- J.T.F.M. van Krieken
- F. van Es
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Limburg inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 9 november 2022. De verdachte, geboren in 1984, was eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met een verbod uit de Opiumwet en voor diefstal. De rechtbank had de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. Daarnaast was er een schadevergoeding van € 3.258,74 toegewezen aan de benadeelde partij, met een schadevergoedingsmaatregel van 42 dagen gijzeling bij niet-betaling.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zou bevestigen. De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat er onrechtmatig was binnengetreden in de loods van de verdachte, zonder redelijk vermoeden van een hennepkwekerij. Het hof heeft het verweer van de verdediging verworpen en zich achter de overwegingen van de rechtbank geschaard. Het hof heeft vastgesteld dat het bewijs dat door de onrechtmatige binnentreding was verkregen, niet van het bewijs kon worden uitgesloten, en heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd.
Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat het zich verenigt met het vonnis waarvan beroep en de redengeving die daaraan ten grondslag ligt. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J.H.W. van der Meijs, en mr. F. van Es was buiten staat om het arrest te ondertekenen.