Uitspraak
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2019, hierna te noemen: [minderjarige] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om een opbouwende omgangsregeling met zijn minderjarige dochter. De vader is veroordeeld voor een zedendelict, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van het verzoek. De moeder van de minderjarige heeft aangegeven dat zij niet in staat is om de omgang te ondersteunen, wat leidt tot zorgen over de stabiliteit en veiligheid van de minderjarige. Het hof heeft in zijn overwegingen het belang van stabiliteit voor de minderjarige zwaarder laten wegen dan het recht op contact met beide ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het verzoek van de vader aan te houden en eerst hulpverlening in te schakelen om de situatie te verbeteren. Het hof heeft besloten het verzoek van de vader af te wijzen, omdat het in het belang van de minderjarige is om geen omgangsregeling vast te stellen op dit moment. De beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is bekrachtigd, en de proceskosten zijn gecompenseerd.