ECLI:NL:GHSHE:2025:1348
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzoek van de rechthebbende, die in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 3 september 2024. De rechthebbende heeft op 10 april 2025 via haar advocaat, mr. S.J. Nijssen, het hoger beroep ingetrokken. Hierdoor is de geplande mondelinge behandeling niet doorgegaan.
Het hof heeft vastgesteld dat de grieven van de rechthebbende niet worden gehandhaafd, wat leidt tot de conclusie dat de rechthebbende niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek in hoger beroep. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de rechthebbende is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het handhaven van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het intrekken van een hoger beroep voor de procesgang.