Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 2 november 2021 (pagina’s 108-118, digitale pagina’s 43-53, deel 1), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van de verdachte [verdachte] :
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 11 november 2021 (pagina’s 119-133, digitale pagina’s 54-67, deel 1), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van de verdachte:
(het hof begrijpt: de bestuurder, medeverdachte [medeverdachte] , hierna: [medeverdachte] )“doe rustig”. Ik had ook wel gedacht dat die jongens zich weg zouden maken aangezien ze op een motorscooter zaten.
(het hof begrijpt: [medeverdachte] )heeft ook haast moeten maken omdat die jongens ook echt snel gingen. Ik bedoel hiermee dat hij die jongens ook niet echt kon bijhouden. Ik vraag me ook af, waarom heb je geen helm op.
het hof begrijpt: [slachtoffer]).
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 1 november 2021 (pagina’s 228-230, digitale pagina’s 63-64, deel 2), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 1] :
(het hof begrijpt: de gemeente Venlo).Op maandag 1 november 2021 omstreeks 17.30 uur was ik een rondje aan het lopen met mijn vrouw.
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 1 november 2021 (pagina’s 221-222, digitale pagina’s 61-62, deel 2), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2021 (pagina’s 201-204, digitale pagina’s 54-57, deel 2) voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 9 februari 2022, nummer 2021.11.08.081, opgemaakt door de NFI-deskundige beeldonderzoek en biometrie ing. D.J. Vrijdag (pagina’s 1-11) met bijlage, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
Een geschrift, te weten een schouwverslag d.d. 1 november 2021 (digitale pagina’s 74-76, deel 2), voor zover inhoudende:
"De behoefte aan hulp kan in enkele gevallen zoo dringend zijn, dat ieder gehouden is te doen wat hij kan. Hij, die een ander met den dood ziet worstelen en bij magte is hulp te verleenen, is daartoe verpligt. Bij oogenblikkelijken nood moet de burger datgene doen wat de vertegenwoordigers van het openbaar gezag zouden verrigten, indien zij tegenwoordig waren."