Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.De kern van de zaak
2.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 21 mei 2024 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 juli 2024;
- de memorie van grieven met één productie;
- de memorie van antwoord met één productie.
3.De feiten
4.Standpunten van partijen
5.De beoordeling
Jij stuurt mij een appje dat je iets getekend hebt waarvan je niet zou weten wat het was. terwijl we dit niet 5 maar minstens 10 keer besproken hebben”. De kantonrechter gaat, anders dan [appellante] veronderstelt, niet ervan uit dat met die e-mail is aangetoond dat [appellante] met de inhoud van de vaststellingsovereenkomst bekend was. De kantonrechter stelt in plaats daarvan vast dat het door [appellante] gevoerde bevrijdende verweer door [XX] gemotiveerd en met stukken onderbouwd is weersproken. Ook stelt de kantonrechter vast dat [appellante] op die email en de inhoud daarvan niet meer heeft gereageerd, hoewel zij daar bij de mondelinge behandeling in eerste aanleg wel de gelegenheid voor heeft gehad. Daarmee heeft [appellante] haar bevrijdende verweer niet, of in elk geval onvoldoende gemotiveerd, gehandhaafd. De kantonrechter heeft het bevrijdende verweer daarom terecht verworpen. Aangezien [appellante] ook in dit hoger beroep niets ter bestrijding van de (inhoud van de) hiervoor genoemde email heeft aangevoerd, blijft het oordeel van de kantonrechter ook in hoger beroep in stand.
beroep op verval van de vordering”.
U liet mij op woensdag 18april tekenen en k heb nig niet eens gelezen wat k tekenende” (productie 3 bij conclusie van antwoord tevens eis in reconventie). Op dit bericht volgde de hiervoor onder 5.4 aangehaalde e-mail van 23 mei 2018 van [XX]. Voor zover [appellante] dus niet inhoudelijk op de hoogte was van de verplichtingen die zij met de vaststellingsovereenkomst was aangegaan, was zij zich van de ondertekening daarvan duidelijk wel bewust. Toch is niet gebleken van enige poging van [appellante] om alsnog te achterhalen wat die verplichtingen waren, zodat zij haar onwetendheid ook niet aan [XX] kan tegenwerpen.
- Griffierecht € 2.175,00
- Salaris advocaat € 1.571,00 (1 punt x tarief III)
- Nakosten € 178,00(plus de verhoging als vermeld in de beslissing)