ECLI:NL:GHSHE:2025:1581

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
20-002256-24
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake het corrumperen van minderjarigen en schennis van de eerbaarheid

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren in 1984, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor het corrumperen van minderjarigen en schennis van de eerbaarheid. De politierechter had ook de tenuitvoerlegging gelast van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, terwijl de raadsvrouw vrijspraak bepleitte voor het corrumperen van minderjarigen en zich refereerde aan het oordeel van het hof voor de schennis van de eerbaarheid. Het hof heeft het beroep van de verdachte verworpen en het vonnis van de politierechter bevestigd, met enkele verbeteringen in de bewezenverklaring. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend bewezen had dat hij de tenlastegelegde feiten had begaan, waarbij hij onder andere getuigen had aangestaard terwijl hij seksuele handelingen verrichtte. Het hof heeft de inhoud van de bewijsmiddelen integraal bevestigd en de zaak met betrekking tot de schennis van de eerbaarheid als bewezen verklaard.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002256-24
Uitspraak : 23 april 2025
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 14 augustus 2024 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 03-205112-24 en 03-248705-24, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging onder parketnummers 16-189387-23 en 03-126384-23, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Achterhoek Gevangenis te Zutphen.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte ter zake van, kort gezegd, het corrumperen van minderjarigen (onder parketnummer 03-205112-24) en schennis van de eerbaarheid (onder parketnummer 03-248705-24) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van eerder aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde straffen, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen inzake parketnummer 16-189387-23 en een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken inzake parketnummer 03-126384-23.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis integraal zal bevestigen.
Door de raadsvrouw is vrijspraak van het onder parketnummer 03-205112-24 tenlastegelegde feit bepleit en zij heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot een bewezenverklaring van het onder parketnummer 03-248705-24 tenlastegelegde. Voorts heeft de raadsvrouw, gelet op de bepleite vrijspraak van het eerstgenoemde feit, verzocht om de daaraan verbonden vorderingen tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, met verbetering van de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met verbetering en aanvulling van de door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen in de zaak met parketnummer 03-248705-24 en met verbetering van de bewijsmotivering in de zaak met parketnummer 03-205112-24.
Voorts zal het hof de inhoud van de bewijsmiddelen inzake parketnummer 03-248705-24, zoals door de politierechter gebezigd en verbeterd en aangevuld door het hof, uitgewerkt opnemen in dit arrest. Hoewel de politierechter heeft volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, zonder de inhoud van die bewijsmiddelen weer te geven, is het hof gebonden aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359, derde lid, eerste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. De door de politierechter inzake parketnummer 03-205112-24 gebezigde en uitgewerkt in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen worden door het hof integraal bevestigd.
Verbetering van de bewezenverklaring
Het hof acht – evenals de politierechter – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummers 03-205112-24 en 03-248705-24 tenlastegelegde heeft begaan. Naar het oordeel van het hof behoeft de in het vonnis opgenomen bewezenverklaring van de politierechter echter verbetering, met dien verstande dat de bewezenverklaring van de feiten als volgt komt te luiden:
onder parketnummer 03-205112-24:
hij op 22 juni 2024 te Tienray, in de gemeente Horst aan de Maas, telkens een persoon, van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] , en [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] , met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers heeft verdachte zittend naast een speeltuin en in het zicht van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
 zijn, verdachtes, broek (gedeeltelijk) omlaag gedaan en zijn, verdachtes, geslachtsdeel (gedeeltelijk) ontbloot en
 zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote geslachtsdeel getoond en vastgepakt en/of zichzelf afgetrokken,
terwijl hij, verdachte, daarbij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft aangekeken en/of naar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft gekeken;
onder parketnummer 03-248705-24:
hij op 27 mei 2024 te America, in de gemeente Horst aan de Maas, de eerbaarheid heeft geschonden op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten het kerkplein en de Pastoor Jeukenstraat, althans op of aan de openbare weg, door
 zijn, verdachtes, penis en/of testikels (gedeeltelijk) te ontbloten en
 zijn, verdachtes hand, onder zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote testikels te plaatsen en vervolgens met zijn verdachtes hand een beweging te maken onder zijn verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote testikels en
 zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote penis en/of testikels te tonen aan [getuige 1] en [getuige 2] en [getuige 3] en
 zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote penis aan te raken en/of vast te houden en schuddende bewegingen te maken met zijn, verdachtes, (gedeeltelijk) ontblote penis.
Bewijsmiddelen in de zaak met parketnummer 03-248705-24
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het dossier van de politie Eenheid Limburg, registratienummer PL2379-2024084896, opgemaakt en op 19 juni 2024 gesloten door [verbalisant 1] , aspirant van politie, inhoudende een verzameling in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van politie met daarin gerelateerde bijlagen, met doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 42. De inhoud daarvan is telkens zakelijk weergegeven.
Het hof ontleent aan de inhoud van de navolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, het bewijs dat de verdachte het onder parketnummer 03-248705-24 bewezenverklaarde feit heeft begaan.
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 27 mei 2024, dossierpagina’s 7-10, voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [getuige 1] :
Ik ben werkzaam als bedrijfsleidster en uitbater van de dagwinkel America gelegen aan
[adres 1] . Vanuit mijn winkel heb ik zicht op de kerk en het plein dat daarvoor ligt, aan de Pastoor Jeuckenstraat te America. Maandag 27 mei 2024 was ik werkzaam in mijn winkel. Ik keek naar buiten in de richting van de bankjes links voor de kerk een ik zag een man zitten. (…)
Op het moment dat hij zag dat ik in zijn richting keek vanuit de winkel zag ik dat de man opstond. Hij liep naar de achterzijde van de bank waardoor ik hem volledig kon zien. Ik zag dat hij een halflange joggingshort droeg en dat hij zijn, voor hem linker pijp van deze broek omhoog trok waardoor ik zijn geslachtdeel kon zien. Ik kon zien dat zijn geslachtdeel slap naar beneden hing en ik herkende dit ook als een mannelijk geslachtdeel namelijk zijn penis inclusief zijn ballen. Ik zag dat hij opzettelijk deze broekspijp omhoog trok zodat ik zijn geslachtdeel kon zien. Dit was zichtbaar voor iedereen die naar hem keek. Hij keek mij daarbij recht aan en hij knielde vervolgens op zijn voor hem linkerknie waardoor ik nog beter zicht had. Ik dacht eerst dat hij ging plassen maar toen zag ik dat hij het volgende deed; Ik zag dat hij met linkerhand onder zijn ballen een wegende beweging maakte zo van
"kijk maar eens goed hiernaar".Het was duidelijk zijn bedoeling om zijn geslachtsdelen te laten zien en dit bleef hij doen terwijl er diverse en ook kinderen voorbij kwamen lopen.
2.
Het proces verbaal van verhoor getuige d.d. 27 mei 2024, dossierpagina’s 17 en 18, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
Maandag 17 mei 2024 was ik thuis in mijn woning gelegen aan [adres 2] . Mijn woning betreft een hoekwoning waardoor ik zicht heb op zowel het kerkplein aan de Pastoor Jeuckenstraat als ook op [adres 1] . Op de genoemde dag en datum zag ik dat er zowat de hele dag een man op het bankje naast mijn woning zat aan het genoemde kerkplein. De afstand tot dit bankje bedraagt ongeveer 3 meter en ik had dus heel goed zicht op dit bankje en deze man vanuit mijn keukenraam. (…)
Op een gegeven moment keek ik uit het genoemde keukenraam en ik zag dat de man vanuit zit ging staan en dat hij 1 been op het bankje zette. Ik zag dat hij een pijp van zijn broek omhoog tilde en zijn geslachtsdeel daaruit te voorschijn haalde. Ik zag dat dit zijn penis was en dat deze volgens mij in opgewonden toestand was. Hij keek mij daarbij ook recht in mijn gezicht aan terwijl hij dit deed. Ik zag op enig moment dat er politie bij hem stond en toen ben ik naar buiten gelopen om te melden wat ik had gezien.
3.
Het proces verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2024, dossierpagina’s 11 en 12, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 27 mei 2024 kwam ik, verbalisant [verbalisant 1] , met collega [verbalisant 2] ter plaatse (het hof begrijpt op het kerkplein en de Pastoor Jeukenstraat te America). (…)
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , had onverwijld zicht op het bankje waar de verdachte op zat.
Ik zag dat de verdachte zijn broek deels omlaag had zitten. Ik zag dat zijn geslachtsdeel hierdoor zichtbaar was. Ik zag dat het geslachtsdeel de vorm van een penis had. Ik zag dat de verdachte met zijn hand dit penisvormige voorwerp vast hield en hier schuddende bewegingen mee maakte. (…)
Ik zag toen de verdachte in ons politievoertuig zat, twee personen naderen. Ik hoorde dat een vrouw zei dat zij de hoofdbewoonster is van de woning, die zich achter het bankje bevindt. Ik hoorde dat ze zei dat ze, toen ze in de keuken stond, de verdachte op het bankje zag. De tweede betrokkene, de zoon van de hoofdbewoonster, gaf aan dat hij een foto doorgestuurd had gekregen. Ik herkende op de foto de verdachte. Ik herkende hem aan zijn uiterlijke kenmerken.

Gegevens verdachte:

Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedag] 1984
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 juni 2024, dossierpagina’s 20-22, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 3] :
Op maandag 27 mei 2024 liep ik vanuit mijn woning, gelegen aan [adres 3] , richting de apotheker. Deze ligt voorbij de kerk. Ik zag dat, aan mijn rechterzijde, op het middelste bankje, bij de jeu de boules baan, een persoon zat. Toen ik ter hoogte van het plein liep, hoorde ik dat een man
hey heyriep. Ik keek naar links en zag dat de man, die ik op de heenweg ook had gezien, zijn broekspijp tot het kruis op had gerold en zag dat zijn penis zichtbaar was. Ik weet dat de man
hey heynaar mij riep omdat hij in mijn richting keek. Toen ik zijn penis zag was ik geschokt.
Toen ik aan de overkant van de man stond had ik onbelemmerd zicht op hem. Ik maakte met mijn telefoon zo onopvallend mogelijk drie foto’s van de man. Op twee van de foto’s zag ik dat de penis van de man duidelijk zichtbaar was. Nadat ik deze foto’s had gemaakt liep ik weer naar de dagwinkel.
5.
De eigen waarneming van het hof van foto’s opgenomen op het fotoblad op dossierpagina’s 35-41, voor zover inhoudende het volgende:
Foto 1: het hof neemt op deze foto waar dat de verdachte op een bankje zit, met zijn broekspijp opgetrokken en dat zijn penis zichtbaar is.
Foto 2: het hof neemt daarop waar dat de verdachte op een bankje zit, dat zijn broekspijp omhoog is getrokken en dat zijn penis zichtbaar is.
Foto 3: het hof neemt daarop waar dat de verdachte op het bankje zit met zijn broekspijp opgetrokken.
Het hof begrijpt dat deze drie foto’s zijn gemaakt door de getuige [getuige 3] en op basis van het relaas van de verbalisanten stelt het hof vast dat de verdachte de persoon betreft die op deze foto’s is afgebeeld.
Aanvullende bewijsoverweging in de zaak met parketnummer 03-205112-24
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep inzake parketnummer 03-205112-24 aangevoerd dat geen sprake is van het tenlastegelegde onderdeel “ertoe heeft bewogen” nu de verdachte geen actieve gedraging heeft verricht.
Het hof overweegt dienaangaande, in aanvulling op de bewijsoverwegingen van de politierechter, als volgt.
De getuigen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , allen onder de leeftijd van 16 jaren, hebben op 22 juni 2024 verklaard over een incident dat zich eerder die dag te Tienray heeft voorgedaan. Zij waren die middag aan het spelen in een speeltuin die voor iedereen toegankelijk is. Daar hebben zij – kort samengevat – gezien dat een man op een bankje zat in die desbetreffende speeltuin, zijn broek naar beneden had getrokken, zijn geslachtsdeel in zijn hand vast had en trekkende bewegingen maakte. De vader van de getuige [slachtoffer 1] heeft hiervan op 22 juni 2024 aangifte gedaan.
Het hof overweegt dat van het bestanddeel “ertoe bewegen”, in de betekenis die daaraan toekomt in artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht, sprake is als het slachtoffer (mede) door een actieve gedraging van de verdachte ertoe is gebracht getuige te zijn van seksuele handelingen. Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen onder meer vast dat de verdachte de vier getuigen aankeek terwijl hij trekkende bewegingen maakte. [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] hebben daarbij ook verklaard dat de verdachte een telefoon in zijn hand had, deze in de richting van de meisjes hield en dat het leek alsof hij foto’s dan wel filmpjes aan het maken was van de meisjes. Gelet op deze actieve gedragingen van de verdachte, bestaande uit het (blijven) aankijken van de aangeefsters en het trekken van hun aandacht door zijn telefoon omhoog te houden in de richting van de meisjes, is het hof van oordeel dat de verdachte door actieve gedragingen de aandacht van de meisjes heeft getrokken en vastgehouden en hen aldus ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen.
Het hof verwerpt derhalve het verweer van de raadsvrouw.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. C.P.J. Scheele, voorzitter,
mr. R. Lonterman en mr. dr. M.J.M.A. van der Put, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.S. Willems Ettori-Oort en mr. A.M.D.J. Aerts griffiers,
en op 23 april 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Scheele en mr. Aerts zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.