ECLI:NL:GHSHE:2025:1688
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak in zaak van vals geld en witwassen
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte werd aanvankelijk vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit, maar het subsidiair tenlastegelegde feit, gekwalificeerd als 'schuldwitwassen', werd bewezen verklaard. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, en de vordering van de benadeelde partij werd toegewezen tot € 5.000,00 aan materiële schade.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, met uitzondering van de opgelegde straf, en de verdachte zou veroordelen tot een voorwaardelijke taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis. De verdediging pleitte voor een integrale vrijspraak van de verdachte. Het hof heeft de zaak onderzocht en geconcludeerd dat de valsheid van het geld, dat de kern van de beschuldiging vormde, niet kon worden vastgesteld. Hierdoor sprak het hof de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.
De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken en er geen straf of maatregel werd opgelegd. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het de benadeelde partij als in het ongelijk gestelde partij veroordeelde in de proceskosten, die op nihil werden begroot.