Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde sub 1] ,wonende te [woonplaats] (Polen),
[geïntimeerde sub 2] , tevens h.o.d.n. [bedrijf A] ,wonende te [woonplaats] (Polen),
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 19 maart 2024 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- de akte houdende inlichtingen ten behoeve van de mondelinge behandeling d.d. 9 april 2024 van [XX] Transport met producties 1 tot en met 17;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling na aanbrengen van 9 april 2024;
- de memorie van grieven met producties 18 tot en met 21;
- de memorie van antwoord;
- de akte wijziging/aanvulling van eis en overleggen producties van [XX] Transport, met producties 22 en 23;
- de mondelinge behandeling op 27 mei 2025, waarbij partijen spreeknotities hebben overgelegd.
6.De beoordeling
door [geïntimeerde sub 2] en de medebestuurders [geïntimeerde sub 1]
€ 30.000,- heeft afgelost. Dat (meer dan) € 30.000,- is afgelost, blijkt uit het overzicht van [geïntimeerden] en dit wordt ook erkend door [XX] Transport. Volgens [XX] Transport heeft [geïntimeerden] in totaal € 34.600,- aan aflossingen gedaan. Partijen zijn het in zoverre eens. Hun overzichten komen op het gebied van de aflossingen van de geldlening overeen. Verwezen wordt naar productie 7 (overzicht [geïntimeerden] ) alsmede naar productie 8 (overzicht [XX] Transport) bij de akte uitlaten van 9 april 2024 van [XX] Transport.
€ 2.692,63, en dat [bedrijf A] nog een bedrag tegoed heeft van € 101,89. Per saldo krijgt [XX] Transport dus nog € 2.590,74 aan openstaande posten van [bedrijf A] , aldus [XX] Transport.