Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
3 [geïntimeerde 3] ,
[geïntimeerde 4] ,
5 [geïntimeerde 5] ,
[geïntimeerde 6] ,
7 de gemeente Valkenburg aan de Geul,
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 4 juni 2024, waarbij het hof [appellanten] in de gelegenheid heeft gesteld om [geïntimeerden 3+4] , [geïntimeerden 5+6] . en de gemeente alsnog als partij in het geding te betrekken door oproeping ex artikel 118 Rv;
- de bij akte aanvullende producties door [appellanten] in het geding gebrachte exploten waaruit de oproeping van [geïntimeerden 3+4] , [geïntimeerden 5+6] . en de gemeente blijkt;
- het aan [geïntimeerden 3+4] en [geïntimeerden 5+6] . verleende verstek;
- de memorie van antwoord van de gemeente;
- de zuivering door [geïntimeerden 3+4] van het aan hen verleende verstek;
- de akte eisvermindering contra [geïntimeerden 5+6] . van [appellanten] ;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerden 3+4] ;
- de mondelinge behandeling op 20 mei 2025, waarbij [appellanten] , [geïntimeerden 1+2] en [geïntimeerden 3+4] spreekaantekeningen hebben overgelegd;
- de akte eisvermindering die door [appellanten] tijdens de mondelinge behandeling is genomen;
- de bij H-formulier van 9 mei 2025 door [appellanten] toegezonden akte aanvullende producties, met producties, die [appellanten] bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding hebben gebracht.
9.De oproeping ex artikel 118 Rv en de eisvermindering door [appellanten]
10.De vordering op [geïntimeerden 1+2]
In onderhavige kwestie is de erfdienstbaarheid door verjaring ontstaan” en in nr. 28 “
Niet ter discussie staat dat het perceel van [geïntimeerden 1+2] het dienende erf is. Immers dit erf is belast met de erfdienstbaarheid”. Er is dus sprake van een gerechtelijke erkentenis in de zin van artikel 154 lid 1 Rv.
,p. 117). Uit hetgeen door hen is aangevoerd, volgt dat zij bij de aankoop van hun woning zijn uitgegaan van het bestaan van een erfdienstbaarheid van weg op hun perceel ten gunste van het perceel van [appellanten] op basis van verklaringen van de makelaar en de tekst van artikel 27 van de koopovereenkomst waarin staat dat sprake is van een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van het perceel van [appellanten] die door verjaring is ontstaan (zie rov. 6.2. onder ii van het tussenarrest van 4 juni 2024).
toestaan”, “
gebruik mogen maken van” en ”
afspraken”, hetgeen niet duidt op (de pretentie van) bezit maar op gebruik op basis van toestemming. Het hof hecht veel waarde aan deze verklaringen. De (kinderen van de) rechtsvoorgangers van [geïntimeerden 1+2] zijn immers het meest direct betrokken geweest bij de gang van zaken tussen de rechtsvoorgangers van [appellanten] en [geïntimeerden 1+2] Hierbij komt dat hetgeen zij hebben verklaard, aansluit bij de verklaringen van de bewoners van de nrs. [adres 2] en [adres 3] en de verklaringen van de buurtbewoners. Ook daaruit volgt dat het gebruik van het pad door de bewoners van [adres 5] was gebaseerd op gemaakte afspraken, althans dat de betreffende personen de gang van zaken op die manier hebben geïnterpreteerd. Het hof ziet geen reden om de verklaring van [geïntimeerden 3+4] buiten beschouwing te laten omdat zij partij waren in het kort geding over het gebruik van het pad door [appellanten] (zie het kortgedingvonnis, rov. 6.2. onder vii van het tussenarrest van 6 juni 2024). De verklaring van [geïntimeerden 3+4] sluit bovendien inhoudelijk aan bij de verklaringen van andere betrokkenen.
- Griffierechten € 343,-
- Salaris advocaat € 7.284,- (6 punt(en) x tarief II)
- Nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
11.De vorderingen ten aanzien van [geïntimeerden 3+4] , [geïntimeerden 5+6] . en de gemeente
- Griffierechten € 343,-
- Salaris advocaat € 4.856,- (4 punt(en) x tarief II)
- Nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- Griffierechten € 798,-
- Salaris advocaat € 4.856,- (4 punt(en) x tarief II)
- Nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)