Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam verdachte] ,
- oplichting, medeplegen (
- oplichting, meermalen gepleegd, medeplegen (
- opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, medeplegen (
medeplegen van oplichting.
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Totaal € 17.316,42
Totaal € 1.298,43
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
€ 5.161,90 (vijfduizend honderdeenenzestig euro en negentig cent)als vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juni 20202 tot aan de dag der algehele voldoening;
hoofdelijkvoor een bedrag van
€ 4.311,55 (zegge: vierduizend driehonderdelf en vijfenvijftig cent)aansprakelijk is;
€ 5.161,90 (vijfduizend honderdeenenzestig euro en negentig cent)als vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 22 (tweeëntwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 4.311,55met zijn mededader
hoofdelijkde verplichting heeft om dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer;
€ 1.298,43 (zegge: duizend tweehonderdachtennegentig euro en drieënveertig cent)als vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2020 tot aan de dag der voldoening;
€ 1.298,43 (duizend tweehonderdachtennegentig euro en drieënveertig cent)als vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2020 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 22 (tweeëntwintig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;