In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij het weg te nemen goed onder zijn bereik had gebracht door middel van een valse sleutel. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van het voorarrest. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen tot dezelfde straf. Het hof oordeelde dat het vonnis van de politierechter vernietigd moest worden, omdat deze niet voldeed aan de motiveringsvereisten van het Wetboek van Strafvordering. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten, waarbij hij samen met anderen een auto had weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. Het hof legde de verdachte een gevangenisstraf van drie maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen kentekenplaten verbeurd. Daarnaast werden de in beslag genomen drugs onttrokken aan het verkeer, terwijl de GSM aan de verdachte werd teruggegeven. Het hof baseerde zijn beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die ten tijde van het bewezenverklaarde van toepassing waren.