ECLI:NL:GHSHE:2025:2449
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet en ontvankelijkheid hoger beroep na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 14 juni 2023 was gewezen. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken wegens overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van één week. De verdachte had hoger beroep ingesteld, maar het hof moest beoordelen of dit hoger beroep ontvankelijk was, gezien de termijnoverschrijding.
De politierechter had op 14 juni 2023 verstek verleend aan de verdachte, die niet ter zitting was verschenen. De mededeling van de uitspraak was op 4 juli 2023 in de 'MijnOverheid Berichtenbox' van de verdachte geplaatst. De verdachte had op 5 februari 2025 ingelogd in MijnOverheid, maar het hof oordeelde dat dit niet betekende dat de verdachte tijdig hoger beroep had ingesteld. De termijn voor het instellen van hoger beroep was veertien dagen na de betekening van de uitspraak, en de verdachte had pas op 12 maart 2025 hoger beroep ingesteld.
De verdediging voerde aan dat iemand anders namens de verdachte had ingelogd en dat deze persoon de gerechtelijke mededeling niet had gezien. Het hof oordeelde echter dat de verdachte verantwoordelijk was voor de kennisneming van berichten in de berichtenbox en dat het verstrekken van inloggegevens aan een derde niet afdeed aan deze verantwoordelijkheid. Daarom werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.