Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
mensenhandel, terwijl dit feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd’, de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De vordering van de benadeelde partij [aangever] is hoofdelijk tot een bedrag van € 60.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, toegewezen. De benadeelde partij is in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard en bepaald is dat dat gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Tevens is de verdachte hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij.
geworven door het vaste 32-uurs contract van [aangever] om te zetten naar een nul-uren contract terwijl hij wel hetzelfde aantal uren bleef werken, en/of
als zodanig vernederd door middel van allerlei negatieve uitlatingen, scheldpartijen en uitkafferen, en/of
beperkt om het bedrijf op eigen vrije wil te verlaten door zijn auto vast te zetten met een heftruck zodat hij niet meer weg kon rijden, en/of
druk opgelegd om weer te komen werken door bij hem thuis te verschijnen en/of telefonisch contact op te nemen, en/of
bedreigd met het voornemen om loon in te houden, en/of
bedreigd door een schop naar hem te gooien toen hij het bedrijf wilde verlaten, en/of
een groot aantal dagen per week, een groot aantal uren per dag, werkzaamheden moest verrichten voor de B.V. en/of diens mededader(s) op de champignonkwekerij, en/of
zonder beschermende kleding met gevaarlijke/bijtende stoffen moest werken, en/of
bij ziekte ertoe werd bewogen om weer te gaan werken terwijl hij daar eigenlijk niet toe in staat was, en/of - geen vrije dagen/vakantiedagen mocht opnemen, en/of -met betrekking tot het financieel voordeel voor verdachte-
niet het juiste aantal daadwerkelijk gewerkte uren uitbetaald kreeg, en/of
zijn werkzaamheden moest verrichten tegen een arbeidsbeloning ver beneden het wettelijk verplichte minimumloon, en/of
geen vergoeding voor zijn reiskosten ontving,
dat hij, [aangever] , zes dagen per week ter beschikking van de [medeverdachte] stond zonder vrije dagen en/of vakantiedagen, en/of
dat de werkzaamheden ver beneden het wettelijk verplichte minimumloon en vakantiegeld werden betaald, en/of
dat niet het juiste aantal daadwerkelijk gewerkte uren werd uitbetaald, en/of
dat hij, [aangever] , nooit een vergoeding voor reiskosten heeft ontvangen.