hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juli 2020 tot en met 3 november 2020 te Eindhoven, Rotterdam, Son en Breugel en/of elders in Nederland en/of te Awans en/of elders in België, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) (van) een of meer voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van (in totaal) € 500.000,- (d.d. 13 juli 2020), althans enig(e) geldbedrag(en) dat/die in verband staat/staan met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 5.2.1 van proces-verbaal OBRAD21003-169 en/of (in aanvulling daarop) paragraaf 7.2, onder A, van proces-verbaal OBRAD21003-396,
- een geldbedrag van (in totaal) € 302.000,- (d.d. 14 juli 2020), althans enig geldbedrag dat in verband staat met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 5.2.2 van proces-verbaal OBRAD21003-169,
- een geldbedrag van (in totaal) € 700.000,- (d.d. 17 juli 2020), althans enig geldbedrag dat in verband staat met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 5.2.3 van proces-verbaal OBRAD21003-169 en/of paragraaf 7.2, onder B, van proces-verbaal OBRAD21003-396,
- een geldbedrag van (in totaal) € 500.000,- (d.d. 23 juli 2020), althans enig geldbedrag dat in verband staat met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 5.2.4 van proces-verbaal OBRAD21003-169 en/of paragraaf 7.2, onder C, van proces-verbaal OBRAD21003-396,
- een geldbedrag van (in totaal) € 213.000,- (d.d. 30 juli 2020), althans enig geldbedrag dat in verband staat met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 5.2.5 van proces-verbaal OBRAD21003-169 en/of
- een geldbedrag van (in totaal) € 300.000,- (d.d. 31 oktober 2020), althans enig geldbedrag dat in verband staat met de berichten die zijn weergegeven in paragraaf 6.1 van proces-verbaal OBRAD21003-169 en/of paragraaf 7.2, onder G, van proces-verbaal OBRAD21003-396
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voormeld(e) voorwerp(en) was of het voorhanden had, en/of heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of een of meer van zijn mededaders wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dit voorwerp of deze voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij en/of een of meer van zijn mededaders van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt.