ECLI:NL:GHSHE:2025:354

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
200.339.686_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake geschil over kunststofvloeren en bouwbegeleiding met verzoek om mondelinge behandeling

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van een appellant die voorheen handelde onder de naam [XX] Kunststofvloeren. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.S. de Gram, heeft beroep aangetekend tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 20 september 2023 is gewezen. De geïntimeerde, die handelt onder de naam [YY] Bouwbegeleiding en vertegenwoordigd wordt door advocaat mr. J.M. van Gool, is in deze procedure de tegenpartij. Het hof heeft op 11 februari 2025 een arrest gewezen waarin het een mondelinge behandeling gelast. Deze mondelinge behandeling is bedoeld om inlichtingen van partijen te verkrijgen en te beproeven of er een minnelijke regeling kan worden getroffen. Het hof heeft partijen verzocht om hun verhinderdata op te geven voor de periode van vier tot twintig weken na de datum van het arrest. De zaak is doorverwezen naar de rol van 25 februari 2025 voor deze opgave. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.339.686/01
arrest van 11 februari 2025
in de zaak van
[appellant] voorheen handelend onder de naam [XX] Kunststofvloeren,
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. J.S. de Gram te 's-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde] handelend onder de naam [YY] Bouwbegeleiding,
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.M. van Gool te Breda.
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 28 mei 2024 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, onder zaaknummer 9099361 CV EXPL 21-1264 gewezen vonnis van
20 september 2023.
De nummering van het tussen partijen op 28 mei 2024 gewezen tussenarrest wordt voortgezet.

5.Het verloop van de procedure

5.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 28 mei 2024 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft bepaald;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 18 juni 2024;
  • de memorie van grieven, tevens houdende een (voorwaardelijk) incidentele vordering tot medewerking contra-expertise en een (meer) incidentele vordering voorlopig deskundigenbericht (ex artikel 202 Rv) alsmede een (meer) meer voorwaardelijk verzoek ex artikel 201 Rv (descente) met producties I tot en met V;
  • de antwoordconclusie in incident met producties 16 tot en met 18;
  • de memorie van antwoord.
5.2.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.
6.
De beoordeling
6.1.
Het hof gelast een mondelinge behandeling alvorens over te gaan tot beoordeling van het hoger beroep. Het doel van de mondelinge behandeling is tweeledig. Het eerste doel van de mondelinge behandeling is het verkrijgen van inlichtingen van partijen. Het tweede doel van de mondelinge behandeling is het beproeven van een minnelijke regeling. Daartoe vraagt het hof partijen ter mondelinge behandeling aanwezig te zijn.
Het hof vraagt [geïntimeerde] het ertoe te leiden dat een vertegenwoordigingsbevoegde van [vereniging A] (hierna: de voetbalvereniging) bij welke voetbalvereniging de vloer die in geschil is, is gelegd bij de mondelinge behandeling aanwezig is.
6.2.
Partijen worden verzocht hun verhinderdata voor de periode van vier tot twintig weken na de datum van dit arrest op te geven.
6.3.
Het houdt iedere verdere beslissing aan.

7.De uitspraak

Het hof:
7.1.
gelast een mondelinge behandeling op een nader te bepalen datum en tijd, ten overstaan van de meervoudige kamer die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch met het hiervoor onder rechtsoverweging 6.1 vermelde doel;
7.2.
bepaalt dat partijen zelf aanwezig zullen zijn samen met hun advocaten en dat als het om een rechtspersoon gaat, deze deugdelijk vertegenwoordigd moet worden door een persoon die van de zaak op de hoogte is en die bevoegd is een schikking aan te gaan;
7.3.
verzoekt [geïntimeerde] het ertoe te leiden dat een vertegenwoordigingsbevoegde van de voetbalverenging bij de mondelinge behandeling aanwezig is;
7.4.
verwijst de zaak naar de rol van 25 februari 2025 voor opgave van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten alsook de vertegenwoordigingsbevoegde van de voetbalverenging in de periode van 4 (vier) tot 20 (twintig) weken na de datum van dit arrest;
7.5.
bepaalt dat het hof na genoemde roldatum dag en uur van de mondelinge behandeling zal vaststellen;
7.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Y.L.L.A.M. Delfos-Roy, K.J.H. Hoofs en P.V. Eijsvoogel en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 februari 2025.
griffier rolraadsheer