Na het overlijden van mevrouw [betrokkene] hadden de erfgenamen een verklaring voor erfrecht nodig. Mevrouw [betrokkene] had enkele jaren eerder via mijn kantoor een testament opgesteld en de toen nog beoogd executeur wendde zich tot mij voor een verklaring voor erfrecht. Dat was op 3 januari 2022, ik heb dat nog even nagekeken in het dossier.
Er is bij dat eerste contact weinig besproken. Mevrouw [verweerster] was de enige dochter en erfgenam. Het testament bevatte alleen de gebruikelijke uitsluitingsclausule en benoeming van de executeur-testamentair.
Er is gekeken naar de nalatenschap. Er was sprake van een huis en bankrekeningen, en verder geen bijzonderheden. Schulden waren niet bekend. Dat was de informatie die ik van de heer [oud-executeur] kreeg.
Op 20 januari 2022 is de verklaring voor erfrecht besproken en de verklaring van zuivere aanvaarding. Mevrouw [verweerster] heeft toen getekend en vervolgens is op 21 januari 2022 de verklaring van erfrecht afgegeven waarin de zuivere aanvaarding staat vermeld.
Mijn opdracht was hiermee vervuld, tot meer was mij ook geen opdracht gegeven.
Ik heb later, in maart 2022, nog contact gehad met de heer [oud-executeur] en alleen met hem. Hij had contact met de heer [appellant 1] en deze stuurde hem documenten die de heer [oud-executeur] niet begreep. Hij stuurde deze naar mij met de vraag wat er nu stond. Ik kreeg deze stukken van hem en hij zei dat ze van [appellant 1] afkomstig waren. Dat kon ik ook zien aan de doorgestuurde e-mails, en wel vanwege de daarin vermelde afzender.
Ik heb toen de vragen van de heer [oud-executeur] beantwoord. Het document dat werd doorgestuurd was een partiële scheiding en deling, tussen [de erven] zelf. Mevrouw [betrokkene] was daarbij geen partij. Later bleek dat deze akte voortborduurde op een ander stuk, maar dat stuk zat er niet bij. Eind maart/begin april 2022 heb ik een akte vestiging vruchtgebruik onder ogen gekregen. Dat was het stuk waarop in de door mij genoemde akte werd voortgeborduurd. Die akte vestiging vruchtgebruik ontving ik ook via de heer [oud-executeur] . Ik heb in die periode geen contact gehad met mevrouw [verweerster] .
U houdt mij voor een e-mail van 30 maart 2022 waarin ik aan de heer [oud-executeur] vertel wat ik in de akte heb gelezen. Ik herken hem. Deze heb ik verstuurd. Mijn vragen aan de heer [oud-executeur] waren erop gericht te weten te komen wat er sinds 1983 gebeurd was met het vruchtgebruikvermogen.
De heer [appellant 1] heeft mij op enig moment aangeschreven over fouten die in het kadaster zouden staan ten aanzien van de panden die in vruchtgebruik waren geweest. Hij heeft mij daarover toen ook gebeld. De brief was naar aanleiding van het telefoongesprek. Het vruchtgebruik betrof panden aan de [adres] te [plaats] en ik had de verklaring voor erfrecht in het kadaster laten inschrijven. Ik herinner mij geen ander contact met de heer [appellant 1] .
U houdt mij voor een brief van 4 april 2022 als opgenomen in het dossier (onderdeel bijlage 3 verweerschrift eerste aanleg) en ik zie dat daar inderdaad wordt verwezen naar het telefoongesprek waar ik net over heb verklaard. Nu ik het stuk zie, zie ik ook dat er over het vruchtgebruik het nodige wordt opgemerkt. Ik heb die informatie voor kennisgeving aangenomen. Ik had immers geen opdracht en deze brief was ook naar de heer [oud-executeur] gegaan. Ik denk dat de heer [oud-executeur] mij daar nog vragen over heeft gesteld. Ik denk dat ik de heer [oud-executeur] heb aangegeven dat hij in de administratie moest zoeken om te achterhalen wat er precies na 1983 was gebeurd. Daar hield het voor mij op.
Op vragen van mr. De Bakker antwoord ik als volgt:
Op de vraag of ik nog weet wanneer ik de heer [oud-executeur] heb aangegeven dat hij in de administratie moest gaan zoeken, antwoord ik dat dat rond de tijd moet zijn geweest waar ik net over heb verklaard. Rond die tijd, april 2022, kwamen er stukken naar boven die tot mijn vragen leidden. Eerder had ik die info niet gezien. De vragen die ik stelde, waren de vragen die ook in de brief van de heer [appellant 1] van 4 april 2022 werden geformuleerd.
Ik heb inderdaad één keer contact gehad met mevrouw [verweerster] en dat was op 20 januari 2022. Daarvoor en daarna heb ik niet met haar gesproken.
Op de vraag wat het doel was van de bijeenkomst op 20 januari 2022 antwoord ik dat het ging om voorlichting: hoe werkt het erfrecht, hoe werkt een executeur en wat was het doel van de verklaring die ze zou tekenen. Ik herinner mij niet dat de heer [oud-executeur] bij die bijeenkomst ook aanwezig was, maar ik denk het wel. De heer [oud-executeur] was de steun en toeverlaat van mevrouw [verweerster] en ik verwacht dat hij haar gebracht had, en bij de bijeenkomst aanwezig was. Hij was immers beoogd executeur.
Op de vraag of ik mevrouw [verweerster] gewezen heb op de rechtsgevolgen van zuivere aanvaarding antwoord ik dat ik dat gedaan heb. Ik teken daarbij wel aan dat op dat moment het vermogen van erflaatster ruim positief was. Het vruchtgebruik op de panden was op zich bekend maar hield op bij overlijden van erflaatster. Dat laatste heb ik ook aan mevrouw [verweerster] uitgelegd.
Ik herinner mij niet dat toen gesproken is over een contact tussen mevrouw [verweerster] en de heer [appellant 1] in december 2021.
Ik weet niet of de heer [oud-executeur] de communicatie die ik met hem voerde besprak met mevrouw [verweerster] . Daar heb ik nooit iets over gehoord.
Ik heb voorafgaand aan dit getuigenverhoor geen contact gehad met partijen of een van de advocaten. De heer [oud-executeur] heeft mij gisteren gebeld met de vraag of hij met mij mee mocht rijden en dat mocht. We hebben onderweg niet over deze zaak gesproken.
Op vragen van mr. Zomer antwoord ik als volgt:
Tijdens de bespreking op 20 januari 2022 is nog op tafel gekomen dat erflaatster in een eerder gesprek met de heer [oud-executeur] en haar dochter had verklaard dat er met [de erven] niets meer af te rekenen viel, behalve de panden in de [adres] . Bij die eerdere bespreking ben ik niet bij geweest, het werd mij zo verteld. Ik meen mij te herinneren dat de mededeling door erflaatster op haar sterfbed werd gedaan, maar zeker weet ik dat niet.