Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het V6-formulier van [appellant] met bijlagen;
- het V6-formulier van [appellant] met bijlagen.
3.De beoordeling
.Uit de verklaring ex artikel 285 lid 1 Fw blijkt dat het minnelijke traject is mislukt omdat vier crediteuren, te weten de ex-partner en de drie kinderen van [appellant] , niet hebben ingestemd met het daarin aangeboden percentage.
Al in het vonnis van 25 januari 2022 inzake een eerder schuldsaneringsverzoek van verzoeker heeft de rechtbank (onder r.o. 3.9 t/m 3.14) geconstateerd dat hij niet voldoende transparant is over zijn (financiële) handel en wandel. Dat is niet veranderd. Zo is pas zeer recent gebleken dat hij een bitcoinrekening heeft, waarvan, zo bleek ter zitting, zijn beschermingsbewindvoerder niets wist. Dit is verzoeker in het kader van een verzoek als het onderhavige zwaar aan te rekenen.